| De ouders van Mawda tijdens de begrafenis in Evere in 2018

Belgische staat veroordeeld in nasleep van zaak-Mawda

© Chris Verhaeghe - Belga
20/02/2023
Updated: 20/02/2023 17.33u

De Brusselse rechtbank van eerste aanleg heeft de Belgische staat veroordeeld tot een symbolische schadevergoeding op het proces dat de Belgische tak van Defence for Children had aangespannen voor ‘ernstige tekortkomingen’ in de zaak-Mawda. Mawda was de Koerdische peuter die om het leven kwam door een politiekogel tijdens een achtervolging in Henegouwen. Mawda werd in 2018 begraven in Evere.

De rechtbank verplicht ons land nu om tijdens de basis- en de navolgende opleidingen van politiemensen aandacht te besteden aan het gebruik van geweld tegen minderjarigen en aan de belangen en de rechten van kinderen.

“Het vonnis is overwegend positief," zegt Benoit Van Keirsbilck van Defence for Children in een eerste reactie. "Na het proces over de schietpartij bleven er nog een aantal vragen onbeantwoord over de verantwoordelijkheid. De rechtbank heeft nu geoordeeld dat de Belgische staat tekort heeft geschoten."

"Zo ontbreekt er een opleiding over de rechten van kinderen in de politie-opleiding en wordt ons land nu verplicht om bij de organisatie en planning van bepaalde acties rekening te houden met bijvoorbeeld kinderen van migranten."

'Ernstige fouten'

Volgens het vonnis, dat Belga kon inkijken, wordt de staat verplicht om politiemensen op te leiden "over de voorwaarden voor het gebruik van geweld en over het voor alles rekening houden met het belang van het kind, bij aanwezigheid van minderjarige migranten". De staat werd ook veroordeeld tot het betalen van een symbolische euro.

De rechtbank volgde de argumenten van de Belgische tak van Defence for Children, die van oordeel was dat de staat verschillende ernstige fouten heeft gemaakt in de zaak-Mawda. De vereniging bracht onder meer aan het licht dat er nog vijf andere kinderen in het busje zaten. Zij werden gearresteerd en vastgehouden, alvorens te worden vrijgelaten zonder psychologische of sociale begeleiding, klaagde de vereniging aan.

Meer algemeen pleitte de Belgische DCI-tak dat de basisopleiding van een agent een hoofdstuk moet bevatten over de rechten van kinderen. De rechter volgde de vereniging daarin. In het vonnis wordt de Belgische staat veroordeeld om "zowel in de initiële opleiding als in de vervolgopleidingen een opleiding te integreren over de voorwaarden voor het gebruik van geweld en over het voor alles rekening houden met het belang van het kind, bij aanwezigheid van minderjarige migranten".

Schadevergoeding

De rechtbank stelt in dat verband vast dat "het uitdenken van controleoperaties waarin het hoger belang van het kind niet in rekening wordt gebracht, terwijl de politiediensten niet echt opgeleid zijn inzake het intercepteren van minderjarige migranten met respect voor de fundamentele rechten van het kind, niet beschouwd kan worden als voorzichtig en zorgvuldig gedrag vanwege de Belgische staat".

Niet alle argumenten van de Belgische DCI-afdeling werden door de rechtbank gevolgd. Zo ging die niet in op de beweerde onmenselijke en mensonterende behandeling van de ouders en de broer van Mawda door de politie. De rechtbank verwierp ook de argumenten dat de politieoperatie van mei 2018 zou getuigen van een structurele schending van de fundamentele rechten van migrantenkinderen, of van tekortkomingen van de staat die in rechtstreeks verband staan met de dood van Mawda.

De Belgische tak van de vereniging Defence for Children had tijdens de behandeling van de zaak een schadevergoeding geëist van 10.000 euro.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni