Op het proces van de aanslagen van 22 maart volgen donderdag getuigenissen over het parcours van kamikazes Najim Laachraoui en Khalid en Ibrahim El Bakraoui. De gevangenisdirectrice van Nijvel beschreef in de voormiddag haar verbazing toen ze hoorde dat Khalid El Bakraoui achter de aanslagen zat. Ook de familie zegt dat ze dit op geen enkele manier hadden zien aankomen.
Gevangenisdirectrice en familie verbaasd over El Bakraoui's rol in aanslagen
18.14: Jeugdvriend Laachraoui licht tipje van de sluier over vertrek naar Syrië
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 is donderdagnamiddag Othman A. aan het woord gekomen. A. was een jeugdvriend van kamikaze Najim Laachraoui en was erg close met hem, vlak voor zijn vertrek naar Syrië. Volgens A. wou Laachraoui er gaan vechten aan de zijde van de rebellen, tegen het regime van dictator Bashar Al-Assad. "Als je eenmaal betrokken bent, is het moeilijk om een stap achteruit te zetten", stelde A. "Hij heeft eens gezegd dat hij daar (op het slagveld, red.) wou sterven en ontgoocheld was dat hij niet gestorven was tijdens de gevechten, maar ik had eerder begrepen dat hij de buik vol had van zijn leven. Ik had nooit gedacht dat hij aanslagen zou plegen."
A. kende Laachraoui uit het lager onderwijs, maar hun paden kruisten opnieuw toen ze ongeveer achttien jaar waren en op de universiteit in dezelfde les belandden. A. had een andere vriend, Bilal, geholpen bij zijn vertrek naar Syrië en daarover ook een gesprek gehad met Laachraoui. Die vroeg hem op de man af of hij "klaar was om te vertrekken". "Ik heb daarop geantwoord dat ik daar niet toe in staat was."
Eind 2013 viel het contact tussen beiden definitief weg, mede ingegeven doordat A. in februari 2014 zelf werd opgepakt en later veroordeeld voor het ronselen van Syriëstrijders. Een van de voorwaarden bij zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling was om het contact met Laachraoui te verbreken.
17.54: Neef El Bakraoui's: "Familie zag het niet aankomen"
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft Jawad Benhattal, de neef van de broers-El Bakraoui en van Oussama Atar, verklaard dat de hele familie niet had gezien dat de broers geradicaliseerd waren. Hij hing ook een heel ander beeld op van Khalid El Bakraoui dan de gevangenisdirecteur in de voormiddag had gedaan. "Hij was niet naïef, een manipulator."
In de voormiddag had voorzitster Laurence Massart verklaard dat de familie van de broers El Bakraoui ervoor had gekozen om niet te komen getuigen, maar in de namiddag daagde hun neef, Jawad Benhattal, alsnog op.
De man, die zelf een verleden meetorst in het grootbanditisme, woonde destijds een paar straten verder dan zijn neven. Hij had dezelfde leeftijd als Ibrahim El Bakraoui, met wie hij het best overeenkwam. Via hem raakte hij ook goed bevriend met Ali El Haddad Asufi, beschuldigde op het proces.
'Geen volger, maar een leider'
In de voormiddag had de gevangenisdirecteur van Nijvel nog verklaard dat ze geen signalen opgevangen had dat Khalid El Bakraoui in de gevangenis geradicaliseerd zou zijn. Ze achtte hem ook niet in staat om zijn radicalisering te verbergen, omdat hij daarvoor niet intelligent genoeg was. Benhattal hing een heel ander beeld op van hem: "Hij was geen volger, maar een leider. Hij ging je niet vertellen wat zijn plannen waren, wat hij ging doen. Hij ging nooit recht op zijn doel af. Als hij iets nodig had, zocht hij 36 wegen, alvorens hij precies had wat hij wou. Hij was niet naïef, een manipulator."
Benhattal beschreef Ibrahim El Bakraoui als minder agressief en kalmer dan voor zijn celstraf. "Hij ging graag goed gekleed, met een mooi hemdje. We gingen vaak een glas drinken, een pannenkoek eten of naar de cinema, maar het interesseerde Khalid El Bakraoui allemaal minder."
Benhattal zei dat hij Ibrahim El Bakraoui nog amper zag nadat hij was vrijgekomen in 2014. Achteraf begreep hij dat het een strategie was, dat hij zich distantieerde van hem en van andere vrienden, om te verbergen dat hij 'veranderd' was. Hij pikte ook geen signalen op van radicalisering.
Benhattal vertelde dat Ibrahim El Bakraoui zijn haar liet knippen door een vrouw, hoewel zijn eigen kapper altijd een man was. "Ik lachte er nog mee. Ik maakte een foto, die hij vroeg om te wissen. Ik plaagde hem en zei dat ik het aan zijn vriendin zou tonen. Maar ik denk dat hij het deed om me te misleiden." Ook toen Ibrahim El Bakraoui in 2015 onderdook, stelde hij zich daar weinig vragen bij. Het gerucht ging dat hij bang was dat hij ontmaskerd zou worden na een overval, klonk het.
Volgens Benhattal moet Khalid El Bakraoui in de gevangenis geradicaliseerd zijn en zijn oudere broer meegesleurd hebben. Oussama Atar, zijn neef, bezocht ook Benhattal een paar keer toen die in de gevangenis zat, maar hij had niet het gevoel dat die hem wou indoctrineren. Benhattal was een tiener toen Oussama Atar naar Irak trok en had hem tot dan jarenlang niet gezien.
Benhattal getuigde dat hij het eerst niet kon geloven dat zijn neven zich hadden opgeblazen. Hij is zelfs in het mortuarium gaan kijken naar wat hen restte van hun lichaam. "Ik ben er lang niet goed van geweest."
'Familie verwoest'
Op de vraag hoe het met de ouders van de El Bakraoui's nu gaat, antwoordde Benhattal dat de aanslagen de hele familie hebben verwoest. "Mijn oom en tante zijn mentaal kapot, overleven van dag tot dag, hebben gezondheidsproblemen. Mijn nicht verloor haar twee broers die haar altijd in bescherming namen. Niemand herstelt daarvan. Het ergste is dat we het allemaal niet hebben zien aankomen. Ze vragen ons waarom we niets hebben gedaan. Maar we wisten ook van niks", zei Benhattal.
Zijn vriend Ali El Haddad Asufi, die ervan beschuldigd wordt dat hij wapens hielp zoeken, noemde Benhattal "een slachtoffer", die naïef was en gemanipuleerd werd door de El Bakraoui's. Hij verschafte hulp zonder te weten waarvoor, zei Benhattal. Ook was het volgens Benhattal in 2010, voor hij kapte met de zware criminaliteit, een koud kunstje om wapens te vinden in Brussel. Ook in de periode 2015-2016 moesten de El Bakraoui's daarvoor "niet naar de andere kant van de wereld".
Tot slot zei Benhattal nog dat beschuldigde Smail Farisi een kennis was van hem en van zijn jongere broer Ibrahim. Hij getuigde over ontmoetingen die hij had met Ibrahim Farisi, eveneens beschuldigde op het proces. Daarbij haalde hij ook een bizar gesprek aan met Ibrahim Farisi, die warrige dronkemanspraat verkondigde over een ontmoeting met de federale procureur Frédéric Van Leeuw op het Spiegelplein in Jette. Daarbij zou die hem gegarandeerd hebben dat hij vrijgesproken zou worden - wat tot hilariteit leidde in de zittingszaal, niet het minst bij de procureurs. Benhattal zei dat hij bij zichzelf dacht dat het een dronkenlap was en vertrok.
17.41: Najim Laachraoui radicaliseerde volgens familie in de moskee
Kamikaze van Brussels Airport Najim Laachraoui is volgens zijn familie geradicaliseerd in de moskee. Dat zei zijn vader donderdag tijdens een getuigenis op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016.
Najim Laachraoui, geboren in 1991, was de oudste van vijf kinderen. Zijn drie broers, zijn zus en zijn ouders beschreven Najim donderdag als een lieve en beschermende zoon en broer, de vader noemde hem zelfs "de liefste van mijn kinderen".
Tot hij zijn middelbare school afrondde ging alles goed met Najim volgens zijn vader, maar aan de universiteit gingen zijn punten achteruit en werd de relatie tussen vader en zoon slechter. "Toen ik in zijn kamer kwam zag ik dat hij niet studeerde, maar iets anders aan het bekijken was in het Arabisch", zei hij daarover. De man vermoedt dat zijn zoon naar IS-propaganda begon te kijken nadat hij bepaalde moskeeën begon te bezoeken. "Maar ik ben niet honderd procent zeker", aldus de vader.
Op 17 februari 2013 vertrok Najim Laachraoui via Turkije naar Syrië. Voorzitster Massart wilde weten of de familie wist of hij ging vertrekken. "Hij zei dat hij naar Syrië ging om tegen Bashar al-Assad te vechten", zei de vader. Najim belde om de drie à vier maanden met zijn familie, maar nooit was er sprake van terugkeren naar België. "Normaal gezien ging hij nooit terugkeren, hij wilde daar blijven", aldus de vader.
In het najaar van 2015, enkele maanden voor de aanslagen in Parijs, keerde Laachraoui terug naar België, maar dat heeft zijn familie nooit geweten. "Hij heeft ons misschien proberen te vermijden zodat we niet betrokken raakten", aldus de vader. "Ik heb niets meer toe te voegen. Het doet me heel veel pijn voor de slachtoffers en hun families."
13.30: Verhoren Haddadi zorgen voor onenigheid tussen parket en verdediging
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 heeft het hof donderdag vier verhoren van Adel Haddadi voorgelezen. Haddadi werd op het assisenproces over de aanslagen in Parijs veroordeeld tot 18 jaar cel, maar weigerde in persoon te komen getuigen. Federaal procureur Paule Somers greep de verhoren aan om te stellen dat Haddadi werd veroordeeld voor deelname aan de aanslagen, ook al zat hij op het moment van de feiten in de cel in Oostenrijk. De verdediging kaatste de bal echter terug. Haddadi werd namelijk enkel vervolgd en veroordeeld voor lidmaatschap van een terroristische groepering. Jonathan De Taye, advocaat van beschuldigde Ali El Haddad Asufi, stelde niet te willen zeggen dat het parket heeft gelogen, "maar jullie hebben ook de waarheid niet verteld".
Adel Haddadi en Muhammad Usman reisden samen met twee kamikazes van de aanslagen aan het Stade de France in Parijs vanuit Syrië naar Frankrijk. Beiden werden in Griekenland echter opgepakt wegens het gebruik van valse papieren. Nadat ze werden vrijgelaten, zetten Haddadi en Usman hun reis naar Frankrijk verder, maar in Oostenrijk werden ze opnieuw aangehouden.
In haar commentaar na de voorlezing van de verhoren van Haddadi benadrukte Somers dat de Algerijn werd veroordeeld door het assisenhof in Parijs voor deelname aan de aanslagen, ook al zat hij op het moment van de aanslagen in de cel in Oostenrijk. Daarmee leek ze een parallel te willen trekken met beschuldigden Salah Abdeslam en Sofien Ayari, die beiden in de cel zaten op het moment van de aanslagen in Brussels Airport en Maalbeek, maar toch terechtstaan voor moord en poging moord in een terroristische context.
Die mogelijke parallel werd door de verdediging meteen de grond in geboord. Zo verduidelijkte Delphine Paci, de advocate van Abdeslam, dat Haddadi "noch vervolgd, noch veroordeeld werd voor de aanslagen", maar er enkel terechtstond voor lidmaatschap van een terroristische groepering.
De Taye borduurde daarop voort door het parket net niet van leugens te beschuldigen. "Ik wil niet zeggen dat je liegt, maar je vertelt niet de waarheid", richtte hij zich expliciet tot Somers. "De vijf beroepsrechters in Frankrijk hebben Haddadi nooit in staat van beschuldiging gesteld voor de aanslagen en tijdens het proces werd er ook met geen woord over gerept."
Als laatste kwam Isa Gultaslar, advocaat van Ayari, aan het woord. Sofien Ayari en Salah Abdeslam werden ook doorverwezen voor moord en poging moord in een terroristische context. "Maar als de zaak dezelfde is, dan is dat perfect. Dat bespaart ons drie uur aan pleidooien", klonk het met een kwinkslag. Op die manier zouden beiden enkel veroordeeld worden voor lidmaatschap van een terroristische groepering, iets wat de onderzoeksrechters ook zelf naar voren hadden geschoven na afloop van hun onderzoek.
12.27: Gevangenisdirectrice Nijvel: "Hyperverbaasd" dat Khalid El Bakraoui achter aanslagen zat
De gevangenisdirectrice van Nijvel heeft donderdag op het assisenproces over de aanslagen in Brussel en Zaventem verklaard dat ze "hyperverbaasd" was toen ze hoorde dat Khalid El Bakraoui achter de aanslagen zat. Ze uitte het vermoeden dat El Bakraoui pas radicaliseerde na zijn verblijf in de cel.
"Ik vond hem zelfs sympathiek", zei de directrice van de gevangenis van Nijvel, Marie De Pauw, donderdag in de zittingszaal van het Justitia-gebouw in Haren. De vrouw ontmoette Khalid El Bakraoui meermaals in de gevangenis van Nijvel, waar hij als jonge twintiger anderhalf jaar uitzat van zijn gevangenisstraf van vijf jaar. In totaal zat hij vier jaar uit van die straf. Bij zijn passages in Sint-Gilles en Bergen was zijn gedrag problematisch, maar in Nijvel waren de ervaringen beter.
De gevangenisdirectrice omschreef Khalid El Bakraoui als "joviaal, onvolwassen en zeer jongensachtig". Ze herinnerde zich ook dat zijn ouders "zeer ondersteunend" waren, maar dat ze hem geen kader boden. In gesprekken met haar zei Khalid El Bakraoui dat zijn moeder hem onvoorwaardelijk liefhad en geen kritiek uitte op zijn delinquentie in zijn tienerjaren. Toen hij in de cel zat, sloot ze zich bijna zelf op om zich bij hen te voelen. Niettemin kreeg hij van haar zelden bezoek in de cel, zijn vader kwam nooit.
Toen de directrice hoorde dat Khalid El Bakraoui achter de aanslagen zat was ze "hyperverbaasd" en "hypergeshockeerd". "Ik had hem sympathiek gevonden, de handen geschud", zei de directrice. Ook de sociale assistenten waren emotioneel, moesten huilen. "We zijn zijn hele dossier nagegaan. We dachten dat we iets moesten gemist hebben, een fout hadden gemaakt. Maar er was niks", getuigde de directrice.
In de gevangenis waren er geen signalen van radicalisering, klonk het. Khalid El Bakraoui had een brede interesse, ook in spiritualiteit, en de islam was de religie van zijn hart. Maar zijn godsdienstbeleving was "niet extensief". Niettemin moest de vrouw toegeven dat ze zich niet herinnerde dat Oussama Atar, de neef van Khalid El Bakraoui van wie vermoed wordt dat die hem radicaliseerde, hem bezocht in de gevangenis. Het was ook een andere tijd waarin minder gefocust werd op religieus extremisme, bevestigde ze.
Om haar argument kracht bij te zetten, haalde de directrice een anekdote aan. "Op een dag kruiste ik hem in een vleugel van de gevangenis. Hij had een baard laten staan. Ik vroeg hem wat er gaande was, hij antwoordde dat hij boos was op de strafuitvoeringsrechtbank, die niet ingegaan was op zijn vraag om vrij te komen onder elektronisch toezicht. Hij wou hen tonen dat hij zich liet gaan, zei hij. Ik antwoordde dat het geen goed idee was en dat ze zouden denken dat hij geradicaliseerd was. De volgende dag was de baard afgeschoren. Hij vertoonde geen echte signalen van radicalisering."
De directrice uitte het vermoeden dat Khalid El Bakraoui pas radicaliseerde toen hij vrijkwam. Ze beschreef hem daarbij als "impulsief", in staat om mensen te ontmoeten in een shishabar en dezelfde avond met hen nog feiten te plegen. Hij was "beïnvloedbaar", zei de vrouw ook, en was bang voor wat zijn toekomst na de gevangenis zou brengen. Hij had niet gestudeerd, in tegenstelling tot zijn broer Ibrahim, die zich opblies in Zaventem, en dus wachtte er na zijn vrijlating alleen de straat en zijn vrienden.
De directrice zei dat hem op het hart werd gedrukt om zich aan zijn reclasseringsplan te houden, dat er net toe diende om handvaten aan te reiken na zijn vrijlating. De Pauw herinnerde zich vaag dat hij kon gaan werken bij zijn oom, maar veel meer was er desondanks niet. Toen de voorzitster vroeg of religieus extremisme hem mogelijk een kader bood, antwoordde de gevangenisdirectrice dat zijn deelname hem inderdaad mogelijk het gevoel bezorgde "belangrijk te zijn, een plaats te hebben".
Volgens de directrice radicaliseerde Khalid El Bakraoui niet in de gevangenis, maar had zijn lange verblijf, op jonge leeftijd, wel een impact. Ze wees ook op gevoelens van frustratie, niet tegenover de maatschappij maar tegenover justitie. Hij beschouwde het als een onrechtvaardigheid dat de strafuitvoeringsrechtbank hem niet sneller vrijliet, terwijl ze dat voor anderen wel toeliet. De directrice zei dat hij zich afvroeg of het kwam door zijn naam, "Khalid", of zijn Maghrebijnse afkomst.
Een jurylid vroeg de directrice of hij zijn radicalisering niet wist te verbergen, maar die achtte hem daar niet toe in staat. Hij was niet intelligent genoeg om zich anderhalf jaar anders voor te doen, klonk het. Bij de verdediging werd de getuigenis niettemin op cynisme onthaald. Jonathan De Taye, advocaat van Ali El Haddad Asufi, citeerde uit een testament van Khalid El Bakraoui dat teruggevonden werd op de laptop in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Daarin beschrijft El Bakraoui een epische strijd, aan de zijde van de profeet, om vervolgens wakker te worden... in zijn cel. "Het zijn zijn eigen woorden. Het is onbetwistbaar dat hij in de gevangenis radicaliseerde. Khalid El Bakraoui was een grote manipulator", zei De Taye.
11.50: Familie El Bakraoui's komt niet getuigen
De familie van kamikazes Khalid en Ibrahim El Bakraoui komt donderdagvoormiddag toch niet getuigen op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Dat heeft assisenvoorzitster Laurence Massart meegedeeld.
De zitting donderdag stond normaal gesproken in het teken van de getuigenissen van de families over de levensloop van de kamikazes. Maar alvast de familie van de broers-El Bakraoui heeft dus geweigerd om te verschijnen. Voorzitster Laurence Massart stelde dat ze het jammer vindt dat de familie twijfelt om te komen, "omdat de familieleden hier niet als beschuldigden ondervraagd worden".
Donderdagnamiddag komt normaal gezien de familie van Najim Laachraoui, de derde kamikaze, aan bod. Of die wel zullen komen getuigen, is nog niet helemaal duidelijk. De rest van de voormiddagzitting zal gewijd worden aan de voorlezing van de verhoren van Adel Haddadi, die veroordeeld werd in verband met de aanslagen in Parijs. Daarna volgen mogelijk ook nog de verhoren van Muhammad Usman, die ook veroordeeld werd in verband met de aanslagen in Parijs.
Aanslagen Brussel 2016
Lees meer over: Brussel , Justitie , Aanslagen Brussel 2016 , 22 maart , proces aanslagen , Khalid El Bakraoui , Najim Laachraoui