Het terreurproces van de aanslagen in metrostation Maalbeek en Brussels Airport voorstelling van de ruimte in de voormalige NAVO-gebouwen met de nieuwe boxen voor de beklaagden

| Het terreurproces van de aanslagen in metrostation Maalbeek en Brussels Airport: voorstelling van de ruimte in de voormalige NAVO-gebouwen met de nieuwe boxen voor de beklaagden.

Proces aanslagen

Onderzoeksrechters stelden Ayari niet in verdenking van moord en poging tot moord

© Belga
08/02/2023
Updated: 08/02/2023 10.56u

Woensdag staat de allerlaatste dag van de voorstelling van het onderzoek door de speurders en onderzoeksrechters op het menu. Dan worden de profielschetsen van Sofien Ayari en Salah Abdeslam, beiden gearresteerd op 18 maart 2016, en Oussama Atar voorgesteld. De onderzoeksrechters hebben beschuldigde Sofien Ayari, nadat ze hem hadden verhoord in 2018, in verdenking gesteld van deelname aan activiteiten van een terroristische groep, maar niet van moord en poging tot moord.

15.17 uur: Verdediging stelt vragen over risico's indien Krayem rugzak in metro had achtergelaten

Gisèle Stuyck, de advocate van beschuldigde Osama Krayem, heeft verantwoordelijken van DOVO, de ontmijningsdienst van het leger, donderdagmiddag twee hypothetische vragen gesteld over het ontploffingsgevaar van Krayems rugzak, indien hij die in de metro of in het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek had achtergelaten. DOVO-verantwoordelijke Maarten V. bevestigde dat er ook in die gevallen een risico op ontploffing zou geweest zijn.

Wat zou er gebeurd zijn indien Krayem zijn bom in de metro had achtergelaten toen Khalid El Bakraoui zijn eigen bom tot ontploffing bracht? Was er dan een groot ontploffingsgevaar, ook al had Krayem de batterij van zijn bom niet aangesloten? Daarop antwoordde Maarten V. dat er, zelfs al was de bom niet klaargemaakt, wel degelijk een risico op ontploffing zou zijn geweest gezien de "instabiliteit en schokgevoeligheid van TATP".

Vervolgens vroeg Stuyck wat er gebeurd zou zijn indien Krayem zijn bommenrugzak gewoon in het safehouse in de Kazernenlaan had achtergelaten, zonder de TATP door het toilet en de douche te spoelen. "Elke slechte manipulatie zou de bom tot ontploffing hebben kunnen brengen", stelde de DOVO-verantwoordelijke. Zelfs zonder manipulatie was er een risico, "omdat de aceton verdampt en kristallen vormt", klonk het. "Op dat moment zou de minste beweging een risico op explosie hebben gevormd", besloot de DOVO-verantwoordelijke.

19.06 uur: Ook FBI wees Oussama Atar aan als 'Abu Ahmed'

Ook de Amerikaanse politiedienst FBI heeft de Belgische speurders geholpen bij de identificatie van 'Abu Ahmed' als beschuldigde Oussama Atar. Dat bleek woensdagavond op het proces over de terreuraanslagen van 22 maart 2016 in Brussel.

Op het proces bespraken de onderzoekers en onderzoeksrechters woensdagavond de profielschets van Oussama Atar. Die wordt gezien als leider van de Belgische terreurcel. Vermoedelijk kwam Atar om in Syrië, maar omdat zijn overlijden nooit officieel bevestigd is, staat hij toch bij verstek terecht. Het is de laatste profielschets van de beschuldigden die besproken wordt.

Op de laptop die gevonden werd in de Max Roosstraat in Schaarbeek stonden audioboodschappen waaruit bleek dat ene 'Abu Ahmed' de terreurcel aanstuurde vanuit Syrië. Via verschillende bronnen identificeerden de speurders hem als Oussama Atar, de neef van de broers-El Bakraoui, die na een eerder verblijven in Syrië en Irak weer naar het Midden-Oosten was afgereisd.

Zo putten de onderzoekers uit het onderzoek naar de aanslagen in Parijs, waren er nota's van de Staatsveiligheid en wezen ook de verklaringen van medebeschuldigde Osama Krayem in zijn richting. Maar er was dus ook een nota van de FBI, op basis van een ondervraging van El Shafee Elsheikh. Hij is een van de beruchte 'Beatles' van terreurgroep Islamitische Staat: een viertal met Brits accent dat verschillende gijzelaars onthoofdde. Elsheikh wees Atar aan op foto's en zei dat die zijn rechtstreekse verantwoordelijke was in Raqqa. Bovendien superviseerde hij volgens Elsheikh ook Najim Laachraoui, die gezien wordt als een leidersfiguur binnen de Brusselse terreurcel, en Abdelhamid Abaaoud, die achter de aanslagen in Parijs zou zitten.

17.32 Abdeslam maakte zich volgens nota's van Staatsveiligheid zorgen over afscheidsbrief

In de brief aan zijn zus verontwaardigt Abdeslam zich over de kaarsen die zijn familieleden in de nasleep van de aanslagen in Parijs voor hun raam plaatsten, uit solidariteit met de terreurslachtoffers. Tegenover zijn verloofde excuseert hij zich, omdat hij haar beloofd heeft om te trouwen, maar haar verlaten heeft. Maar ook hier rechtvaardigt Abdeslam zijn daden, toont hij zich bereid om zijn leven te geven voor zijn geloof en zegt hij dat hij trouw heeft gezworen aan IS. De brieven werden ondertekend met 'Abd Rahman', wat de strijdnaam is van Abdeslam. (BIN, ALG, VKB, BOB, nl)

e Islamitische Staat en had hij beloofd om zwaar oorlog te gaan voeren. De envelop voor de brief zou hij verloren zijn bij zijn arrestatie, bleek woensdag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016.

De Staatsveiligheid onderschepte twee gesprekken van Abdeslam en Bakkali, legden de onderzoekers woensdag uit. In een van die gesprekken, op 29 maart 2016, zei Abdeslam aan Bakkali dat er in het appartement in de Driesstraat in Vorst een brief was achtergebleven. Abdeslam vertelde dat hij in de brief geschreven had dat hij trouw had gezworen aan IS en dat hij "zwaar oorlog" zou voeren. Hij vroeg Bakkali of ze hem iets konden maken, omdat zijn naam er niet bij stond. "Kunnen ze weten dat het van mij was?", vroeg Abdeslam. Later in het gesprek zei hij dat hij bij zijn arrestatie de envelop was kwijtgeraakt van de brief, die achterbleef in Vorst.

Abeslam was met zijn kompaan Sofien Ayari weggevlucht uit de Driesstraat in Vorst, toen de politie een huiszoeking wou uitvoeren. In het safehouse vond de politie drie afscheidsbrieven. Ze waren gericht aan de moeder, de kleine zus en de verloofde van Abdeslam. Die rechtvaardigt in de brief aan zijn moeder zijn daden, zweert trouw aan IS en verwijst naar zijn broer Brahim, die zich opblies in Parijs. Abdeslam zegt dat hij dezelfde weg op zal gaan.

13.58 uur: Ayari en Abdeslam hielden lippen stijf op elkaar tijdens verhoren over Brussel

Beschuldigden Sofien Ayari en Salah Abdeslam hebben tijdens de verhoren in het kader van de aanslagen in Brussel grotendeels een beroep gedaan op hun zwijgrecht. Dat bleek woensdagvoormiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. De zitting werd kort na de middag onderbroken doordat een jurylid zich niet goed voelde en de zaal moest verlaten.

Ayari en Abdeslam werden samen opgepakt op 18 maart 2022 nadat ze op de vlucht waren geslagen na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst. Op het moment van de aanslagen in Brussel zaten ze dus in de cel, maar voor hun aandeel in die feiten staan ze hier ook terecht.

Ayari beriep zich tijdens zijn verhoren op zijn zwijgrecht. Wel heeft Ayari steevast ontkend betrokken te zijn geweest bij de aanslagen in Brussel en Zaventem. "Ik was in de gevangenis toen het gebeurde, ik heb niet deelgenomen, ik was opgesloten", klonk het. Alle beschuldigden hebben verklaard dat Ayari niks te maken had met de aanslagen van 22 maart 2016, herhalen de onderzoekers woensdag.

Na zijn ondervragingen in 2018 stelden de onderzoeksrechters Ayari in verdenking van deelname aan activiteiten van een terroristische groep, maar niet van moord en poging tot moord.

Daarna werd de profielschets van Salah Abdeslam aangevat. Die koos er ook vandaag/woensdag voor om terug te keren naar zijn cel. Iets wat hij nu al een drietal weken doet, nadat hij naar eigen zeggen een vuistslag had gekregen van een politieman bij zijn overbrenging naar het Justitia-gebouw. Ook Abdeslam loste tijdens zijn verhoren amper iets, maar verklaarde wel "niets" met de aanslagen in Brussel te maken te hebben. De voorstelling van zijn profielschets werd echter midscheeps onderbroken doordat een jurylid zich ziek voelde en naar buiten moest.

De procesdag begon met een uithaal van Xavier Carrette, de advocaat van Ibrahim Farisi. Die wees erop dat niet alleen de juryleden onpartijdig moeten blijven bij hun vragen, maar ook de beroepsrechters van het hof zelf. "Sommige vragen zijn lichtjes tendentieus", klonk het.

13.30 uur: Onderzoeksrechters stelden Ayari niet in verdenking van moord en poging tot moord

De onderzoeksrechters hebben beschuldigde Sofien Ayari, nadat ze hem hadden verhoord in 2018, in verdenking gesteld van deelname aan activiteiten van een terroristische groep, maar niet van moord en poging tot moord.

Die beschuldigingen zijn "gereserveerd", legt onderzoeksrechter Berta Bernardo Mendez woensdagochtend uit op het assisenproces. Ayari heeft steeds ontkend betrokken te zijn bij de aanslagen in Brussel en Zaventem, evenals de aanslagen in Parijs.

Ayari wordt, onder de valse identiteit Monir Alhaj Ahmed, op 18 maart 2016 opgepakt, drie dagen na de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, waarbij hij samen met Salah Abdeslam op de vlucht geslagen was.

Tijdens een verhoor op 18 april 2018 en een verhoor op 18 april 2019 beroept hij zich op zijn zwijgrecht. Op 31 mei 2018 vertelt hij enkele zaken in een verhoor, maar ontkent hij zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Brussel, voor hij zich opnieuw afsluit.

In een verhoor in het Belgische luik naar de aanslagen in Parijs, van 13 maart 2017, verklaarde hij eerder dat hij naar Syrië getrokken was, omdat de bombardementen op burgers hem geraakt hadden. Hij beschouwde zichzelf niet als geradicaliseerd. Naar eigen zeggen bleef hij minder dan een jaar in Syrië en volgde hij daar geen militaire opleiding.

Hij deelde niet alle ideeën van de terroristische groeperingen Al-Nusra en Islamitische Staat, maar beweerde dat hij met die groepen wel iets kon doen tegen "dat criminele regime dat hele steden, met vrouwen, met oude mensen, met de grond gelijk maakte". Hij was niet in staat te spreken over wat hij in Syrië zag.

Over zijn motivatie om Syrië te verlaten en zijn traject naar België wou hij tijdens dat verhoor niet uitweiden. Volgens de onderzoekers bereikte hij ons land via Griekenland, Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland, in het gezelschap van bommenmaker Ahmed Alkhald en beschuldigde Osama Krayem.

Beschuldigde Abdeslam voerde hem naar de Abelenlaan in Laken, waarna Mohamed Bakkali hem naar Charleroi bracht. De speurders en onderzoeksrechters stellen dat Ayari in de schuilplaatsen in de Henri Bergéstraat in Schaarbeek, de Tentoonstellingslaan in Jette en de Driesstraat in Vorst verbleef, in het gezelschap van Mohamed Abrini, Mohamed Belkaid, Najim Laachraoui, Krayem en Abdeslam.

Uit het onderzoek bleek dat de mannen in de Driesstraat dicht op elkaar leefden en dat de groep daarop opgesplitst en verdeeld werd over de Driesstraat en de Max Roosstraat in Schaarbeek.

Ayari gaf toe dat hij in Charleroi, in de Henri Bergéstraat, de Tentoonstellingslaan en de Driesstraat verbleef. De schuiladressen in de Max Roosstraat en de Kazernenlaan kende hij naar eigen zeggen niet.

Hij ontkent nog steeds elke betrokkenheid bij de aanslagen In Parijs, Brussel en Zaventem. "Ik was in de gevangenis toen het gebeurde, ik heb niet deelgenomen, ik was opgesloten", zegt hij over de aanslagen op 22 maart 2016. Alle beschuldigden hebben verklaard dat Ayari niks te maken had met de aanslagen van 22 maart 2016, herhalen de onderzoekers woensdag.

Op 31 mei 2018 stelt de onderzoeksrechter hem in verdenking van deelname aan activiteiten van een terroristische groep. Het is de kamer van inbeschuldigingstelling die hem naar het Brusselse hof van assisen verwijst op verdenking van moord, poging tot moord en deelname aan activiteiten van een terroristische groep, in het kader van de aanslagen van 22 maart 2016.

In het proces over de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs is Ayari veroordeeld tot 30 jaar cel, waarvan hij minstens twee derde moet uitzitten. Voor de schietpartij in de Driesstraat in Vorst is hij veroordeeld tot 20 jaar cel.

10.00 uur: Carrette: 'Bepaalde rechters zijn nogal vurig en energiek'

Carrette wou dinsdagavond al het woord nemen, maar de voorzitster ging daar niet op in. Woensdagochtend maakte de strafpleiter alsnog zijn punt. De advocaten van de verdediging krijgen pas na afloop van alle getuigenissen van de presentatie van het onderzoek de mogelijkheid om vragen te stellen.

De advocaten lieten daarover al meermaals hun ongenoegen blijken en Carrette ving zijn kort betoog aan met de boodschap dat hij ernaar uitkeek om zijn vragen te stellen, nu de getuigenissen ten einde lopen.

De juryleden van hun kant kregen de voorbije weken wel de kans om al vragen te stellen. "Maar daarbovenop stelt het hof vragen", zei Carrette. Hij voerde aan dat de rechters van hof aan het einde van het proces mee beraadslagen over de schuldvraag en dat ook zij dus even onpartijdig moeten blijven als de juryleden de voorbije dagen.

Carrette zei dat hij zich niet richt tot de voorzitster zelf, die er de voorbije dagen streng op toezag dat juryleden geen overtuiging lieten doorschemeren in hun vragen, maar dat bepaalde rechters toch nogal "vurig en energiek" zijn bij hun vraagstelling. "Sommige vragen zijn lichtjes tendentieus", zei Carrette. Volgens hem is zelfs simpelweg vragen naar een verduidelijking over een element dat op een bepaalde pagina staat niet altijd zonder belang.

Tot slot vroeg Carrette waarom de onderzoekers tijdens de zitting niet sneller sommige zaken konden verduidelijken. Hij verwees naar een vraag van de vijftiende plaatsvervanger dinsdagavond, die van de onderzoekers wou weten waarom niet aan Smail Farisi gevraagd is waarom zijn broer een handschoen droeg bij het leegmaken van de studio in de Kazernenlaan. "Smail Farisi was er niet, dus hij kon het gewoon niet weten", aldus Carrette.

De voorzitster ging niet in op het "tendentieuze" karakter van sommige vragen. Toen de onderzoekers en onderzoeksrechters de zaal binnenkwamen voor hun presentatie waarschuwde ze hen wel met een kwinkslag dat de advocaten "staan te trappelen" om hun vragen te stellen.

05.00 uur: Profielschetsen Ayari, Abdeslam en Atar

Ayari was samen met Abdeslam het safehouse in de Driesstraat in Vorst ontvlucht, tijdens de schietpartij op 15 maart. Drie dagen later werden beide mannen opgepakt.

Op het moment van de aanslagen in Brussel en Zaventem zaten ze dus allebei in de cel. Voor hun bijdrage aan de aanslagen van Parijs werden beide mannen reeds veroordeeld.

Atar wordt ervan verdacht vanuit Syrië de aanslagen in Brussel te hebben aangestuurd, net als die van Parijs waarvoor hij werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid om vervroegd vrij te komen.

De neef van de broers El Bakraoui zou om het leven zijn gekomen bij een luchtaanval in Syrië, maar zijn lichaam werd nooit aangetroffen. Daarom staat hij op het assisenproces over de aanslagen in Brussel bij verstek terecht.

Indien de timing gerespecteerd wordt, is er dan in de (late) namiddag ruimte voor de vragen aan de eerste hulpverleners die ter plaatse kwamen net na de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Daarmee zou dan een volgend luik van het proces worden aangeboord.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni