Man schuldig aan doodslag op huisgenoot in Sint-Gillis

De jury van het Brusselse hof van assisen heeft woensdagavond Marek Krawczyk (63) schuldig bevonden aan de doodslag op zijn huisgenoot. De 36-jarige Radoslaw Barwiejuk werd op 8 januari 2019 dood aangetroffen in een appartement in de Berckmansstraat in Sint-Gillis.

Volgens de jury was er geen twijfel mogelijk dat de man schuldig is, waarbij de juryleden verwezen naar het autopsieverslag. Krawczyk trok op 8 januari 2019 naar het politiekantoor van Sint-Gillis met sporen van slagen in het gezicht en een bebloede trui. Hij vertelde dat zijn huisgenoot overleden was. De politie besloot om hem onmiddellijk te arresteren.

Een politiepatrouille reed naar het adres dat Krawczyk had opgegeven. Daar troffen de agenten een man aan met verschillende steekwonden, vooral ter hoogte van de borst. Hij werd geïdentificeerd als Radoslaw Barwiejuk, een Poolse man van 36 jaar. Hij verbleef al zes of zeven jaar in België en was bekend voor verschillende feiten van weerspannigheid, agressie, slagen en verwondingen, bedreigingen en verstoring van de openbare orde.

Bekentenis

Tijdens zijn eerste verhoren verklaarde Krawczyk aan de onderzoekers dat hij het lichaam van zijn huisgenoot op de grond had aangetroffen toen hij thuiskwam. Enkele maanden later, in mei 2019, bekende Krawczyk dat er in de nacht van 7 op 8 januari ruzie was ontstaan tussen hem en zijn huisgenoot, en dat hij hem had neergestoken. Hij zou die avond tegen Barwiejuk gezegd hebben dat hij hem zou aangeven bij de politie omdat hij bij een kleine drugsdeal betrokken was. Volgens Krawczyk kreeg hij daarop slagen van Barwiejuk, waarop hij een mes nam en hem neerstak.

Verschillende naasten van de beschuldigde hebben aan de politie verklaard dat de man niet meer dezelfde was na zijn beroerte in november 2013. Hij zette zijn job als bouwvakker stop en werd prikkelbaarder en agressiever. Maar volgens de wetsarts die het medisch dossier van Krawczyk heeft geanalyseerd, heeft de snelle medische interventie een gunstig effect gehad op de neurologische ontwikkeling van de man en zou hij lichamelijk bijna volledig hersteld zijn na de beroerte. De jury oordeelde echter dat de daad geen toeval was en verwees ook naar de alcoholconsumptie op de avond van de feiten. Het staat niet vast dat er een verband is tussen de feiten en de gevolgen van de beroerte.