Politierechtbank kan overvloed aan rechtzaken niet tijdig afhandelen

Bij de Brusselse politierechtbank is het aantal beroepen op verkeersovertredingen dit jaar enorm gestegen. De kamer van beroep kan ze niet allemaal tijdig behandelen, dat weet L'Echo.

Aan de oorsprong van de situatie stonden met name twee rechters die automobilisten zeer zware sancties oplegden. Tijdens verschillende hoorzittingen kwam het tot ernstige wrijvingen tussen de twee rechters en advocaten.

Aan het begin van het jaar had de strafpleiter Olivier Martins, die zich door een rechter slecht behandeld voelde voor het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden, zelfs een klacht tegen die laatste ingediend. Ook een van zijn collega's moest in beroep gaan tegen dezelfde rechter. Veel advocaten klaagden achter de schermen over hoe de rechter hen behandelde. Sommigen gingen de feiten zelfs melden aan de Hoge Raad voor de Justitie.

Als gevolg hiervan behandelt de politierechtbank meer dan 220 oproepen, een cijfer dat in één jaar is verdubbeld. De capaciteit van de Kamer van Beroep werd tegelijkertijd gehalveerd, bij gebrek aan onvoldoende personeel.

Volgens prognoses verzameld door L'Echo, krijgt de rechtbank elk jaar 2.650 nieuwe zaken, terwijl ze slechts ongeveer 1.700 in diezelfde periode kan behandelen. Tegen het einde van 2021 zou het aantal onbehandelde zaken rond de 3.000 zijn, een onhoudbare situatie.

De Brusselse politierechtbank heeft vijf jaar geleden een soortgelijke crisis doorgemaakt.