Eerste Klimaatdag in Brussels parlement achter de rug

Het Brussels parlement heeft vrijdagnamiddag de eerste 'Klimaatdag' gehouden in het halfrond, die voortaan jaarlijks doorgaat en is ingevoerd via de Brusselse 'klimaatwet'. De regering gaf een overzicht van de opvolging die zal worden gegeven aan de 32 aanbevelingen die het Comité van Klimaatdeskundigen in april in zijn eerste onafhankelijke verslag heeft geformuleerd.

De doelstelling van het verslag is om de uitvoering en de relevantie van het hele gewestelijke overheidsbeleid te evalueren in het licht van de klimaatdoelstellingen en -principes die zijn vastgelegd in de klimaatordonnantie, de 'Brusselse klimaatwet' die in 2021 is aangenomen.

Maar de commissie gaf vrijdag aan dat de experts nog geen volledige analyse hebben kunnen maken van het arsenaal van klimaatmaatregelen in Brussel, onder meer wegens onvoldoende tijd sinds de installatie van de commissie.

De aanbevelingen van het comité handelen over stedenbouw, biodiversiteit, energie en de sociale en ecologische rechtvaardigheid. Mobiliteit ontbreekt omdat de expert ter zake al vrij snel moest afhaken.

Bezorgdheid

De commissie is onder meer kritisch over het tempo van de energetische renovatie van de woningen, die "drie of vier maal hoger zou moeten liggen" of over de te lage ambities over de doorlaatbaarheid van de bodem. Ze stelt ook voor een handvest te sluiten met de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen voor meer flexibiliteit bij het verbeteren van de energieprestatie van gebouwen met erfgoedwaarde.

Een aantal aanbevelingen zorgden ook voor bezorgdheid, ook bij leden van de meerderheid. Zo roept de commissie op tot administratieve vereenvoudiging en tot isoleren van buitenuit en per woningblok, wat Marie Nagy (DéFI) deed vrezen voor het verlies van de Brusselse identiteit. Voorts pleit ze ervoor om de stedelijke verdichting vooral toe te passen in reeds bebouwde zones, waarbij braakliggende gebieden terug aan de natuur kunnen gegeven worden, een onderwerp dat voor spanningen zorgt tussen groenen en socialisten, gaf Martin Casier (PS) toe.

Transversale aanpak

"Het is van essentieel belang dat onze maatregelen inzake de strijd tegen de klimaatopwarming het voorwerp uitmaken van een permanent, openbaar en democratisch debat, dat wordt gevoed door onafhankelijke en multidisciplinaire wetenschappelijke inzichten", stelde klimaatminister Alain Maron (Ecolo).

De verschillende ministers gaven toelichting hoe de strijd tegen de klimaatopwarming deel uitmaakt van hun politieke beslissingen, binnen hun bevoegdheden. Die transversale aanpak is belangrijk omdat het klimaat iedereen aangaat.

"Bij het lezen van dit eerste verslag kan ik alleen maar verheugd zijn dat het comité van deskundigen er het belang van inziet om een klimaat- en energietransitie te waarborgen die op sociaal vlak rechtvaardig is. De vaststellingen in dat opzicht, samen met de daaruit voortvloeiende aanbevelingen, moeten de stimulans en de drijvende kracht worden voor zowel het huidige als het toekomstige beleid om te zorgen voor een veerkrachtig en succesvol Brussels Gewest ten voordele van iedereen", zei Brussels minister-president Rudi Vervoort.

'Lege doos'

De oppositie bleef grotendeels op haar honger zitten. "De regering moet een echte langetermijnsstrategie ontwikkelen, maar de Brusselse regering heeft geen strategie die naam waardig", stelde Aurelie Czekalski (MR).

Ook Cieltje Van Achter (N-VA) was kritisch voor het beleid van de Brusselse regering: "Ik heb al meermaals het gebrek aan concrete en cijfermatige onderbouwing van het klimaatbeleid aangekaart", stelde Van Achter. Het gebrek aan berekening van de impact wordt volgens haar ook bevestigd door meerdere adviezen bij het klimaatplan. "Het is bijgevolg uitermate onduidelijk in welke mate de doelstelling van -47 procent broeikasgasemissies in 2030 haalbaar is en welke klimaatmaatregelen al werden opgestart, uitgevoerd of nog moeten worden opgestart. Gelet op dit totale gebrek aan onderbouwing, kan ik niet anders dan concluderen dat het Brusselse klimaatplan een lege doos is", stelde de N-VA-fractieleidster.