Een kortgedingrechter stak vorige week een stokje voor de Brusselse plannen voor het Ter Kamerenbos. Dat de groene long op termijn helemaal autovrij moet zijn, staat buiten kijf. Toch kunnen we ook lessen trekken uit de uitspraak. Dat het bos maar best zo snel mogelijk een gewestbevoegdheid wordt bijvoorbeeld.
| Wandelaars, fietsers en automobilisten in Ter Kamerenbos.
Het Ter Kamerenbos, voorspelde Brussels burgemeester Philippe Close (PS) in september, zal over tien jaar hoe dan ook volledig autovrij zijn. Op dat moment bedoelde het gezicht van de roodgroene meerderheid wellicht: nog autovrijer dan tijdens de testfase met minimaal autoverkeer, die vandaag nog steeds loopt.
Sinds afgelopen donderdag hebben Closes woorden een andere bijklank gekregen. Een rechter oordeelde toen in kort geding dat de Stad de zuidlus van het bos opnieuw moet openen. Meteen slinkt zelfs de kans op een autoluw bos in de nabije toekomst.
De rechter geeft drie redenen op: de Stad zou niet genoeg rekening houden met de impact van de test op het autoverkeer in Ukkel. Verder vindt de rechter het niet serieus om met een testfase te beginnen tijdens de Covidcrisis, een moment waarop er sowieso al minder verkeer is. Ten slotte stemt de testopstelling niet overeen met de laatste versie van het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move, waarin een deel van de zuidelijke lus wel degelijk toegankelijk is voor het autoverkeer.
Ten gronde heeft Close natuurlijk gelijk. Een stadssnelweg die een groene long doorklieft, is absurd. Zeker de afgelopen jaren zijn steden wereldwijd steeds meer gaan beseffen hoe belangrijk leefbaarheid en groene ruimten zijn, en hoezeer de auto daarbij in de weg staat. Covid zette die behoefte nog eens extra in de verf. Brussel heeft op dat vlak nog een extra lange weg te gaan. Niet enkel omdat er de voorbije decennia niet veel gebeurde, maar ook omdat er in de decennia daarvoor net erg veel verminkt is en de inhaalbeweging hier dus extra groot moet zijn.
Sloeg de rechter, die opvallend goed luisterde naar de Ukkelse argumenten, de bal dan helemaal mis? Dat nu ook weer niet. Uit het oordeel kunnen we verschillende lessen trekken.
"Zolang één gemeente alleen kan beslissen over een autonetwerk én groene zone van gewestelijk belang, zal het aartsmoeilijk blijven om tot een gedragen oplossing te komen"
Eén: het bos moet zo snel mogelijk gewestelijk worden. Zolang één gemeente alleen kan beslissen over een autonetwerk én groene zone van gewestelijk belang, zal het aartsmoeilijk blijven om tot een gedragen oplossing te komen. Brussel-Stad vergaderde dan wel zeven keer met alle betrokken burgemeesters, uiteindelijk wordt de beslissing genomen op het Brusselse stadhuis, door een stadsbestuur dat geen kiezers heeft in onder meer Ukkel. Het oordeel van de rechter leest in die zin bijna als een pleidooi voor een gemeentefusie.
Twee: Woorden en daden komen maar beter overeen in de politiek. Wie zegt dat de testopstelling de toekomst moet boetseren, kan diezelfde test niet organiseren in volle coronacrisis, terwijl een groot deel van de bevolking thuis is. De test leek daardoor een doorzichtige vermomming voor een politieke beslissing die al klaarlag: de testopstelling betonneren.
De gang van zaken in het bos herinnert wat aan de manier waarop Closes voorganger Yvan Mayeur (PS) de voetgangerszone afkondigde, dan nog eens zonder testopstelling. Ook dat was een nobel initiatief voor een meer leefbare stad, maar de manier waarop de burgemeester soloslim handelde, leidde wel tot een jarenlange patstelling, door hevige en juridische tegenkantingen.
Wat moet er nu gebeuren? Op korte termijn is wel degelijk een compromis mogelijk. Op Facebook liet Ukkels burgemeester Boris Dilliès (MR) uitschijnen dat hij kon leven met een zuidlus die maar gedeeltelijk wordt geopend, over de Bosvoordelaan tussen de Lorrainedreef en de Braziliëlaan. Dat zijn nog steeds véél minder auto’s dan het hele bos opnieuw openen, zoals Close nu doet. En meer dan dat eist de rechter ook niet.
Daarna moet de Stad het bos zo snel mogelijk overdragen aan het Gewest. Dat kan vervolgens de truc herhalen die bij het gewestelijk mobiliteitsplan Good Move voorlopig wél zo goed lukt: alle partijen samenbrengen en naar één gezamenlijke visie werken. Wat die visie moet zijn is nogal wiedes: een volledig autovrij bos. Met de juiste methode en de nodige mobiliteitsalternatieven moet dat echt geen tien jaar duren.
Lees meer over: Brussel-Stad , Ukkel , Mobiliteit , Ter Kamerenbos , groene ruimte , Philippe Close , kort geding , rechtbank , autoluw , Boris Dilliès
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.