Het sociaal-economische niveau en het al dan niet hebben van kinderen zijn twee bepalende factoren voor het autobezit in Brussel. Slechts één op twee Brusselaars zegt over een eigen wagen te beschikken, blijkt uit een studie van Bisa, het Brussels instituut voor statistiek en analyse.
Inkomen en kinderen bepalend voor autobezit Brusselaar
De manier waarop iemand zich in Brussel verplaatst, hangt van meerdere factoren af, waaronder ook de leeftijd, de woonplaats, een garage in de woning, enzovoort. Maar het autobezit wordt vooral bepaald doordat er kinderen in het huishouden zijn. Daarnaast geldt ook dat hoe hoger het inkomen ligt, hoe groter het wagenbezit is.
Van de Brusselse families met twee kinderen of meer, heeft 71 procent een auto. Bij de gezinnen zonder kinderen is dat slechts 49 procent. De minst-gemotoriseerden (32 procent) zijn dan weer vaak inactief (student, gepensioneerd) of werkloos, met een laag inkomen. Ze zijn ook vaak huurder van een appartement.
Ook bij de kleinverdieners met kinderen, vaak eenoudergezinnen, blijft het autobezit erg laag (37 procent). Daarentegen heeft zowat vier op vijf (80 procent) van de hogere inkomens een eigen motorvoertuig. Ook bij ouderen, eigenaars en inwoners met hogere inkomens ligt het autobezit erg hoog (92 procent).
De bedoeling van deze statistieken is precies om het debat over de plaats van de auto in Brussel te kunnen voeren, klinkt het bij Bisa.
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , auto , kinderen , BISA
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.