Harde cijfers over gevallen van agressie tussen fietsers en automobilisten in Brussel zijn er niet, maar wie zich door Brussel verplaatst, ziet dat het er bitsig aan toe kan gaan. Getuige daarvan fietsers die op het dak van een verkeerd geparkeerde auto slaan, de vele opgestoken middelvingers en scheldtirades. Wat is er aan de hand op de Brusselse weg en hoe kan het beter?
Het is vrijdag, spitsuur. Ik zit in de bus op weg naar huis. Die kan door de file maar stapvoets rijden. Een fietser zoeft voorbij. Hij is de auto’s te snel af. Iets verderop zie ik hem weer. Een chauffeur van een bestelbusje heeft zijn vehikel pal in het midden van het fietspad geparkeerd. De fietser is razend. Hij is van zijn stalen ros gestapt en neemt als een bezetene foto’s. De nummerplaat, de plaats van het busje: alles wordt op gevoelige plaat vastgelegd.
Misschien belanden zijn foto’s later wel op sociale media. Fora als ‘Brussels Bicylce Lanes inc.’ en ‘à Vélo, à Bruxelles’ verzamelen kiekjes van verkeerd geparkeerde wagens, chauffeurs die telefoneren, absurde verkeerssituaties en meer van dat fraais. Blijkbaar vinden veel fietsers het belangrijker om op zo’n moment hun rit te onderbreken om foto’s te nemen dan om rond het obstakel heen te fietsen.
“Het is een manier om met frustraties om te gaan,” zegt de man achter ‘à Vélo, à Bruxelles’. Hij richtte vier jaar geleden de twitteraccount op, toen hij net was beginnen te fietsen in onze hoofdstad en ervan schrok hoe chauffeurs zich gedroegen. Vooral het feit dat iedereen dat normaal leek te vinden, viel hem op. Intussen post hij minder foto’s, maar meer artikels en analyses over mobiliteit. “Ik merkte dat de foto’s geen effect hadden. Die veranderen het gedrag van de chauffeurs niet. Rijden ís namelijk ook frustrerend. Bovendien lijkt de auto een magisch psychologisch effect te hebben op mensen. Zelfs redelijke mensen veranderen in monsters.”
Neuspeuteren
Dat beaamt Ludo Kluppels, verkeerspsycholoog bij Vias, tot voor kort het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). “In de auto ben je afgesloten van de buitenwereld. Dat merk je aan het gedrag van chauffeurs wanneer ze bijvoorbeeld aan een verkeerslicht wachten. Ze doen dan zaken die ze zelfs niet in de wachtzaal bij de dokter zouden doen, zoals in hun neus peuteren. Ze zijn alleen gericht op hun eigen activiteiten, waardoor ze zich egocentrisch gedragen.”
Daarbij komt nog dat Brussel historisch gezien een plek is waar de auto een dominante positie inneemt. Dat zie je aan de grote invalswegen, zoals het Reyerscomplex en het Herrmann-Debroux-viaduct, maar ook aan de grote lanen. Volgens professor Bas de Geus (VUB), die onderzoek doet naar de invloed van de omgeving op fietsgedrag, ontwikkelden automobilisten daardoor vastgeroeste gewoontes. “Nu zitten we met een generatie chauffeurs opgescheept die niets anders gekend heeft. Ze hebben nooit moeten nadenken over welk transportmiddel ze zouden gebruiken.”
"We gebruiken de fiets nu ook om naar het werk te gaan. En dan moet het snel en efficiënt zijn"
Maar de vrijheid van de auto stoot op haar grenzen. De files blijven jaar na jaar toenemen, zo blijkt uit cijfers van Touring. In 2017 stond er gedurende 1.400 uur meer dan 100 kilometer file op onze wegen, in 2011 was dat nog maar 853 uur. Diezelfde cijfers tonen dat auto’s steeds vaker buiten de spitsuren moeten aanschuiven en dat de files uitdijen. “Automobilisten zijn het gewend om snel te gaan, maar dat komt niet meer overeen met de realiteit,” zegt De Geus. “Dat wekt wrevel op.”
De auto als persoonlijke cocon, een stad ingericht voor vierwielers en dichtslibbende straten, al die factoren werken de conflicten op de weg in de hand. Maar volgens verkeerspsycholoog Kluppels veroorzaakt ook ons veranderende fietsgedrag meer problemen. “Vroeger gebruikten we de fiets vooral om naar school te gaan en als ontspanning. Intussen is de fiets ook een functioneel vervoersmiddel geworden. We gebruiken hem bijvoorbeeld ook om naar het werk te gaan. En dan moet het snel en efficiënt zijn.”
Een verkeerd geparkeerd busje wekt meer frustratie op als je na een drukke ochtendroutine op tijd op je werk moet raken. “Iedereen wil zo snel mogelijk op zijn of haar bestemming aankomen. Andere weggebruikers zijn objecten die je belemmeren. Je bent dan ook niet met hen begaan.”
Ook Danny Smagghe van Touring wijst erop dat het probleem niet alleen bij de chauffeurs ligt. “Hoe meer weggebruikers en hoe meer de doorstroming belemmerd wordt, hoe meer frustraties. Eigenlijk is het voor niemand nog leuk om zich te verplaatsen.”
Ten slotte moeten chauffeurs hun kostbare ruimte ook nog eens afgeven aan andere weggebruikers. En dat lokt felle reacties uit. Daar zijn in Brussel talloze voorbeelden van: de rechtszaak die Droit à Rouler et Parker (DRP) heeft aangespannen tegen minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) omdat hij parkeerplaatsen schrapt, de saga rond de fietspaaltjes op de Gentsesteenweg in Molenbeek, de doodsbedreigingen die Smet ontving na heisa rond de sluiting van het Herrmann-Debroux-viaduct vorig jaar.
"Mensen moeten af van het idee dat de auto alle beschikbare ruimte mag innemen"
“Mensen moeten af van het idee dat de auto alle beschikbare ruimte zomaar mag innemen,” stelt professor De Geus. “Kijk naar chauffeurs die op het fietspad parkeren. Ze doen dat niet om de fietser te pesten, maar vanuit de reflex om het autoverkeer niet te hinderen. Ze staan niet op de straat, omdat ze dan andere auto’s zouden kunnen belemmeren.”
Nog niet iedereen ziet de fiets als volwaardige speler in het verkeer. In dat opzicht speelt hun aantal een belangrijke rol. “In de literatuur noemen we dat safety in numbers. Simpelweg gezegd: hoe meer fietsers, hoe veiliger en hoe meer respect ze krijgen,” legt De Geus uit.
Ook de Fietsersbond wijst op het belang van de ‘kritische massa’. “Nu kennen chauffeurs de verkeersregels die gelden voor fietsers vaak niet. Probeer maar eens op de fietsstraat op de ventweg langs de Louizalaan te fietsen. Daar kan je niet doen wat je mag doen: voor de auto’s blijven fietsen,” zegt Wies Callens van de Fietsersbond. “Ook het bordje dat aangeeft dat fietsers aan bepaalde kruispunten bij rood licht toch mogen doorrijden of rechts afslaan, is nog niet bekend bij automobilisten. Zij werpen dan verwijtende blikken naar fietsers die door het rood rijden: ‘ik moet hier blijven staan, en jij gaat gewoon door’.”
Hoe meer fietsers, hoe meer chauffeurs rekening zullen houden met hen. Maar fietsers die nu hun plek opeisen in de stad lijken daar geen geduld voor te hebben. “Ze willen geen langzame transitie. Maar zo werkt het niet,” oordeelt De Geus. “Gent, dat nu toch geldt als een voorbeeldstad inzake mobiliteit, is met die plannen al begonnen in de jaren tachtig.”
Eigenlijk is Brussel te laat gestart met het verdelen van de openbare ruimte. “We hebben ons veel later dan op andere plekken gerealiseerd dat er ook fietsers en voetgangers zijn,” stelt de verkeerspsycholoog van Vias Kluppels.
Posters en filmpjes
Onze wegen zijn overbevraagd, dat is duidelijk. Dat probleem zal bovendien niet vanzelf verdwijnen. Volgens cijfers van het federaal planbureau zou de bevolking in Brussel tussen 2016 en 2060 met 28 procent groeien, en die evolutie zal de openbare ruimte nog meer onder druk zetten.
Sommige weggebruikers uiten die frustraties door agressie. Een middelvinger opsteken naar een auto die je de pas afsnijdt kan misschien even helend werken, maar eigenlijk haalt het niets uit. “Agressie lokt alleen maar agressie uit,” zegt De Geus. Verkeerspsycholoog Kluppels is het met hem eens. “Je kijkt best in eerste instantie uit voor je eigen veiligheid. Dan kan je eventueel uitleggen aan de chauffeur waarom zijn gedrag problematisch is.”
Dat proberen de beleidsmakers ook met campagnes duidelijk te maken. Dit jaar trok het Gewest al 87.000 euro uit voor een nieuwe campagne rond respect in het verkeer: #GoedopWeg. In een eerste fase wordt er gewerkt met posters en filmpjes. Touring lanceerde in 2015 een campagne, met als focus het ‘wederzijdse respect’ in het verkeer. Maar hoeveel effect heeft dat? “Dat hebben we niet gemeten,” geeft Danny Smagghe van Touring toe.
Vraag is of enkele posters met aanmanende slogans onze overkokende wegen kunnen afkoelen. “Je kan nooit één maatregel nemen en hopen dat het probleem zo opgelost raakt,” zegt De Geus. “Het moet gaan om een geheel van push- en pullmaatregelen. Je moet mensen vooruitduwen en aantrekken. Onder dat laatste vallen dit soort campagnes. Onder het vooruitduwen vallen maatregelen zoals het systeem van de bedrijfswagens schrappen en de open ruimte herverdelen.”
Over dat laatste is zo goed als iedereen het over eens. Maar wie krijgt welk stukje van de beschikbare ruimte? “Je moet goed nadenken over welk verkeer je in welke zone van de stad wil,” zegt Wies Callens van de Fietsersbond. “Daar liep het volgens ons fout met de inrichting van de voetgangerszone in het centrum. Op zich een goed idee, maar er is niet over nagedacht hoe het verkeer opnieuw ingedeeld moest worden in de straten errond.”
Nu of nooit
Campagnes, een herverdeling van de ruimte en een herdenking van de infrastructuur. De oplossingen voor onze frustraties op de weg lijken voor de hand te liggen. Toch is het niet zo eenvoudig. “Je moet natuurlijk ook keuzes maken in het beleid,” zegt De Geus. En dat is niet zo simpel in Brussel. “Brussel mist slagkracht door de ingewikkelde politieke structuur. In Londen hebben ze beslist: ‘nu is het genoeg, de auto krijgt minder plaats.’ Er werd een budget vrijgemaakt en ze hebben fietssnelwegen aangelegd. Dat kan, omdat de politieke structuur daar niet zo ingewikkeld is.”
Hier trekt niet iedereen aan hetzelfde zeel, zegt De Geus. “Er zijn in Brussel nog altijd politici die denken in termen van de auto. Ze willen vooral autorijden weer comfortabel maken, door parkeren goedkoper te maken en in meer plaatsen voor wagens te voorzien.”
De Geus ziet de nakende verkiezingen dan ook als een nu-of-nooit-moment. “Mobiliteit, luchtvervuiling en de leefbaarheid van de stad staan nu hoog op de politieke agenda omdat de mensen het beu zijn. De druk van de burgers zal niet eeuwig blijven duren. We moeten nu beslissingen nemen.”
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , Fietser , automobilist
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.