Parlement bespreekt vrijdag noodoplossing Uber-chauffeurs, Vervoort broedt op ander plan

Het Brussels Parlement buigt zich vrijdag in de plenaire vergadering over het dringende voorstel van ordonnantie dat een tijdelijke oplossing moet bieden voor de Uber-chauffeurs. Ondertussen zegt minister-president Rudi Vervoort (PS) nog op een ander plan te broeden.

Vorige vrijdag besliste Uber om haar platform te sluiten voor de 2.000 chauffeurs met een VVB-vergunning (verhuur van voertuigen met bestuurder) die in Brussel actief zijn. Dat was het gevolg van een uitspraak van het Brussels hof van beroep enkele dagen voordien. Intussen had de Brusselse regering het taxiplan van minister-president Rudi Vervoort goedgekeurd, maar die tekst dient nog onder meer naar de Raad van State gestuurd te worden, wat in de praktijk betekent dat het pas tegen de zomer 2022 van kracht zal kunnen worden.

Om de 2.000 Uber-chauffeurs, die zonder inkomen zitten, en hun gezinnen tegemoet te komen, heeft een aantal van de meerderheidsfracties een voorstel van ordonnantie ingediend dat een aantal bepalingen van de taxiwet van 1995 aanpast of tijdelijk opschort opdat de Uber-chauffeurs toch nog aan de slag kunnen blijven, in afwachting van de nieuwe wetgeving waardoor de reguliere taxichauffeurs en hun collega's van onder meer Uber naast elkaar kunnen werken. Groen diende het voorstel in samen met Defi en one.brussels-Vooruit.

Het voorstel wordt vrijdag onder de loep genomen in een korte ochtendsessie via videoconferentie. Op voorstel van parlementsvoorzitter Rachid Madrane zal de plenaire zich ook buigen over een voorstel van de PS, een van de MR en een van de PVDA over de materie. Minister-president Rudi Vervoort (PS) zegt donderdag aan Le Soir dat hij werkt aan een tijdelijke oplossing die niet in strijd is met de bepalingen van de rechter, maar ook de belangen van de werknemers verdedigt. "Het ligt in de lijn van de algemene hervorming van de sector die eraan zit te komen," aldus Vervoort.

De commissie Binnenlandse Zaken zou op dinsdag 7 december bijeen moeten komen, of zelfs iets later als het advies van de Raad van State het parlement nog niet heeft bereikt, maar in ieder geval vóór de volgende plenaire vergadering van het parlement die op vrijdag 10 december is gepland.