De Sounds Jazz Club in Elsene viert zijn dertigste verjaardag. Die club is niet minder dan het leven van eigenaar Sergio Duvalloni: “Als ik een pact met de duivel kon sluiten, ging ik nog drieduizend jaar door met de Sounds.” Maar hij is bijna 65 en zijn leeftijd dwingt hem te denken aan een verkoop.
Sergio Duvalloni: 'Leven zonder mijn muziekclub zal hard zijn'
Lees ook: Augusto Pirodda in de Sounds Jazz Club
Duvalloni en zijn vrouw Rosy Merlini zijn beiden van Italiaanse afkomst en beiden verliefd op jazz. Ze leerden elkaar kennen in Berlijn in de jaren tachtig. Samen kwamen ze naar Brussel. “Mijn vrouw verjaart rond deze tijd, op 2 oktober,” vertelt Duvalloni. “In 1985, kort voor haar verjaardag, zei ik: ‘Ik ga je een cadeau geven. Ik heb een pand gevonden en we openen een muziekclub.’” Een Frans restaurant in de Tulpstraat 28 vlak bij het gemeentehuis van Elsene was failliet gegaan. Op 10 april 1986 begon daar het verhaal van de Sounds Jazz Club.
“Ik herinner me de mooie periode van de jazz,” mijmert Duvalloni met z’n ruwe stem en een gerolde sigaret Van Nelle zware shag in de hand. “Dertig jaar geleden was er de Bierodrome op het Fernand Cocqplein, de Brussels Jazz Club aan de Grote Markt, de Travers in Sint-Joost… er waren zoveel plekken waar jazzmuziek gemaakt werd.” Het publiek trok van de ene naar de andere club. Zo’n “circuit” creëren, lukt volgens de Brusselse Italiaan nu niet meer.
Er zijn nog dingen die Duvalloni betreurt. Hij is een rasliefhebber van livemuziek en van live-ervaringen. Muzikanten moeten niet alleen goed spelen, maar ook présence hebben. Jazzmuzikanten in België bewegen te weinig, vindt hij. Muziekopleidingen hebben daar niet genoeg aandacht voor. “Je moet het publiek in de ogen kijken,” zegt hij tegen wie in de Sounds optreedt. “Imago en muziek gaan samen. Daar betalen mensen voor.”
Al is ook dat betalen moeilijker dan vroeger. “Mensen waren meer gehecht aan hun muziek,” meent Duvalloni. Hij voert een pleidooi tegen de muziekbusiness via internet en het vrij streamen van muziek. “Waarom moet een muzikant gratis voor je spelen? Een muzikant is een artiest. Hij moet leven van zijn kunst. Bekende acteurs zijn niet meer waard dan jazzmuzikanten. Je betaalt voor een film, maar wil niet betalen om een orkest live te zien? Dat kan niet.”
De lockdown door de terreur in Parijs vorig jaar in november en de aanslagen in eigen land in maart, betekenden voor de club vijftig tot zestig procent minder bezoekers. “Tussen maart en juni heb ik ‘nul-avonden’ gehad. Dat betekent een goed orkest, en dan maar tien of vijftien mensen binnen.”
De club in hartje Elsene draait sterk op een buitenlands publiek. “Ik maak reclame in de hotels op de Louizalaan.” Maar die hotels waren maandenlang bedroevend leeg, ondervond Duvalloni. “Een stad moet leven van toerisme. Mensen die op vakantie gaan, tellen minder wat ze uitgeven. Iemand die bezoekt, al is het maar twee of drie dagen, dat is voor mij broodwinning. Het moet gedaan zijn met bang zijn.”
Elke dag feest
De Sounds Jazz Club is zeker niet alleen vergane glorie. Wie binnenstapt, verdrinkt meteen in een sfeer van diepe saxofoonsolo’s, bruine Brusselse gezelligheid en rode wijn. Zijn club overleefde, omdat hij een pionier was van de moderne jazz, denkt Duvalloni. Het Brussels Jazz Orchestra debuteerde er, vertelt hij trots, en de voorloper van Vaya Con Dios. “Dani Klein was toen nog geen zangeres, maar een fan die verliefd was op de bandleider.”
Afgelopen donderdag begon een nieuw seizoen. Sinds jaren zijn er elke dag concerten, behalve op zondag. Wat valt er voor bezoekers dan te ontdekken tijdens het verjaardagsseizoen van jazzclub in Elsense? “Alles!” zegt Duvalloni. En, na aandringen: “De jonge orkesten tijdens de week. Het zijn jongeren, maar ze zijn echt heel sterk. Kom kijken naar de jamsessies, mastersessies van maandag tot en met donderdag.”
Duvalloni is bijna 65. De man is vol levenslust en goesting om de motor te blijven achter zijn geliefde club. “Als ik een pact met de duivel kon sluiten, ging ik nog drieduizend jaar door met de Sounds,” zegt hij. Maar hij wil realistisch zijn: zijn oude moeder in Italië vraagt steeds meer zorg en de eigen gezondheid of die van zijn vrouw kan op hun leeftijd ook weleens omslaan.
Daarom denken Duvalloni en zijn vrouw aan verkopen. Het echtpaar woont boven de Sounds Jazz Club, het ruime pand is helemaal van hen. “Als ik verkoop, zal het alles zijn,” zegt Duvalloni overtuigd. “Mijn staatspensioen is zelfs niet genoeg om de tabak die ik rook te betalen.”
“Het kan, een plek zoals de Sounds draaiende houden, maar het is hard werken,” benadrukt Duvalloni.
Hij is een trotse zelfstandige en in tegenstelling tot veel andere culturele spelers niet boos nu de subsidies aan de sector verminderen. “Van de belastingen die ik betaal, mag er wel een deel naar cultuur gaan. Maar je mag geen geld in een bodemloze put storten. Er is vroeger veel geld verbrand door vzw’s in de culturele sector,” meent hij.
“Als er liefde is, breng je dingen tot een goed einde,” geeft Duvalloni mee. “Muzikanten zeggen me al lang: ‘Als je ermee stopt, denk aan mij.’” Maar in niemand zag hij al evenveel liefde en inzet als bij zichzelf. “Er is in dit gebouw een waanzinnig potentieel, met een kelder en een eerste verdieping die allebei even ruim zijn als de benedenverdieping en een grote tuin achteraan. Je kan er een concertzaal van maken met restaurant, opnamestudio of live-uitzendingen.”
De Sounds moet alleszins een cultuurhuis blijven. Anders bloedt Duvalloni’s hart. Als het zo ver is, hoopt hij op inzet van de Franse of Vlaamse Gemeenschap of de gemeente Elsene om het behoud van die functie te garanderen. “De zaak van mij en mijn vrouw mag niet uitgebuit worden voor business of voor een vastgoedproject. De dag dat ik dit niet meer heb, zal hard zijn, hyperhard.”
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.