(© Heleen Rodiers)
Elke week gaat AGENDA op zoek naar de sound & vision van Brussel. Het hiphopcollectief Stikstof werkt hard aan een nieuw album, maar stoomt zich nu eerst klaar om zich te tonen op Couleur Café.
De kelder is waar ’t gebeurt,” zegt Omar-G, een van de vier mc’s in Stikstof. De ‘kelder’, dat is een tot clubhuis annex studio omgebouwde garage in een hoekpand in een residentieel ogend stuk Sint-Agatha-Berchem. Er slingeren keyboards rond, een computer met soundboard vormt een krakkemikkige werktafel. Achteraan neemt een vocal booth ter grootte van een telefooncel zo weinig mogelijk ruimte in, enkele sjofele zetels moeten inspiratie leveren maar blijken vooral een chill-outruimte. De betere singles van Demis Roussos en Grand Jojo versieren de muren, op een stapeltje vinyl liggen Head hunters van Herbie Hancock en een lp van Quasimoto broederlijk naast elkaar. Tekstvellen zijn tegen een bord geprikt, hier en daar kleeft een sticker met het logo van Stikstof: een N met vijf elektronen, zoals Mendelejev het op zijn tabel heeft gezet. “Toevallig ook de Vijfhoek van Brussel,” grijnst Omar-G. Die vijf ‘elektronen’, dat zijn rappers Astro, Rosko, Jazz en Omar-G. Live voorziet dj Vega hen van beats.
Stikstof
Er knallen een paar bierblikjes open, rookwaar ontvlamt, de krappe ruimte vult zich met een blauwe mist. “Tachtig procent van wat we inademen is stikstof,” vertelt Rosko, die door zijn copains wordt omschreven als “de Hugo Claus van de groep.” “Je ziet het niet, je ruikt het niet, maar het is er wel.” Wat we wel horen, is de nieuwe single, ‘Dobberman’, die in avant-première door de boxen knalt. Hij moet eind juni verschijnen, net voor de doortocht op Couleur Café. Een donkere, hallucinante track die het stadsleven van deze jonge Brusselaars samenperst tussen zinnig en krankzinnig. De brute raps in het Brussels worden van de keel geschraapt, “broeder” Roméo Elvis, een raptalent uit Linkebeek, spuwt er een lap Frans tussen.
“Onze nieuwe muziek wordt een wolk,” verheldert Omar-G over de mixtape waarmee de groep na de zomer zijn stempel wil drukken. Die zal een ander geluid laten horen dan het titelloze debuut dat Stikstof vorig jaar uitbracht. Geen pure hiphop, vinden ze zelf, maar een melange van rhymes, dikke beats, elektronische dub, field recordings en ‘skids’, waarbij het ene nummer in het andere ‘wolkt’. “Aan de bovenkant schijnt de zon, daar is het luchtig, aan de onderkant kan het al eens donderen.” Stikstof graait uit een rijke, onverwachte koker invloeden, van Sovjet-folk en Tangerine Dream over Ravi Shankar en Jon Hassell tot Anouar Brahem en Klaus Schulze. “Rap, dat is voor mij de jaren 1980 en ’90 in Amerika,” bekent Rosko. “Ik voel me daar weinig verwant mee.” Astro, de beatmeister van de bende, is wel met Amerikaanse rap opgegroeid, vanaf zijn twaalfde dompelde hij zich er helemaal in onder. Jazz en Omar-G hebben dan weer Franse rap verslonden.
Waarom rappen in het Nederlands, eigenlijk? “Dat is onze moedertaal, het is geen keuze, quoi,” legt Jazz uit. “Ik heb vroeger in het Frans en Engels gerapt, maar uiteindelijk kom je toch uit bij de taal die je het beste ligt. En om te rappen heb je alle vocabulaire van een taal nodig.” Nee, Stikstof wil niet in het hoekje ‘Nederlandstalige rap’ geduwd worden. Ze zien zich verwant met het Nederlandse Opgezwolle, maar net zo goed met het Brusselse L’Or du Commun. “Door een buitenbeentje te zijn, schieten we een beetje naast een Franstalig publiek,” zegt Rosko. Bij Franstaligen is rap altijd heel groot geweest. “In het Frans is er een grotere eenheid,” zegt Astro. “Dat heeft ook te maken met de uitgesproken dialecten die het Nederlands heeft. In het Frans heb je dat minder. Antwerpen, Gent, Genk hebben een goede scene, maar ze blijven op hun eilandje.” Maar er bougeert wat. “Er is minder ‘racisme’,” vindt Jazz. “De talenkloof wordt minder uitgesproken, er is een tussenzone,” zegt Rosko. “Stikstof speelt daar ook een rol in.”
Stikstof sleutelt al een paar jaar aan zijn hiphop. ‘Samen gevat’ was zijn beginselverklaring. Ondertussen zijn de songs een stuk minder verhalend geworden, er zit meer ‘poëzie’ in hun werk. “Onze eerste songs waren nogal klassiek,” zegt Astro. Door de muziek live te spelen, de kracht van het podium te voelen, is het allemaal veranderd. “In onze wolk is alles mogelijk, het hoeft geen intro, midden en einde te hebben. En niet iedereen hoeft er per se aan mee te werken. Niks moet, alles kan.”
Na Couleur Café duikt Stikstof een week onder in de Ardennen, om zijn mixtape verder te boetseren. “Binnen drie dagen ben ik werkloos,” zegt Jazz. De komende maanden wil hij vol voor de muziek gaan. “Wij gaan oud worden in deze muziek, pwat,” vertrouwt Omar-G me toe voor ik weer uit de wolk neerdaal, de zomerse lucht inadem, en richting downtown koers. “Gegratineerd in de hiphop, met een schoon korst erop.”
Na Couleur Café duikt Stikstof een week onder in de Ardennen, om zijn mixtape verder te boetseren. “Binnen drie dagen ben ik werkloos,” zegt Jazz. De komende maanden wil hij vol voor de muziek gaan. “Wij gaan oud worden in deze muziek, pwat,” vertrouwt Omar-G me toe voor ik weer uit de wolk neerdaal, de zomerse lucht inadem, en richting downtown koers. “Gegratineerd in de hiphop, met een schoon korst erop.”
Iris
“Wij willen de iris terug,” zegt Omar-G terwijl hij een kleine irispin in de hand houdt, het symbool van Brussel. De rhymes van Stikstof zijn bloeddoorlopen van Brussel. “Neem nu ‘Utopia’, daar sommen we eerst al het negatieve op zoals je het ook in de media hoort. En daarna ontkrachten we al die clichés.” De vier rappers van Stikstof willen “positieve mannen zijn met positieve plannen.” “In de Franstalige rap hoorde je vaak stoere gangsterpraat,” zegt Jazz. “Maar je rapt over wat je zelf meemaakt. Wij zijn geen gangsters.” Hiphop was de punk van zwart Amerika, voegt hij eraan toe. Het is de ideale tool voor directe commentaar, maar het is niet alleen brag and boast, vindt ook Astro. “Wij zijn niet boos,” gaat Omar-G verder. “In Beekkant is er een rapproject waar moslima’s aan deelnemen. Ik zie geen verschil met wat wij doen. Dat is allemaal Brussel. Iedereen zoekt naar een identiteit, maar wij zijn los verliefd op onze stad.”
Gemeente: Sint-Agatha-Berchem
Album: nieuwe mixtape na de zomer
Concert: 3/7, Couleur Café, www.couleurcafe.be
Info: stikstofbrussel.be
Foto's © Heleen Rodiers
“Wij willen de iris terug,” zegt Omar-G terwijl hij een kleine irispin in de hand houdt, het symbool van Brussel. De rhymes van Stikstof zijn bloeddoorlopen van Brussel. “Neem nu ‘Utopia’, daar sommen we eerst al het negatieve op zoals je het ook in de media hoort. En daarna ontkrachten we al die clichés.” De vier rappers van Stikstof willen “positieve mannen zijn met positieve plannen.” “In de Franstalige rap hoorde je vaak stoere gangsterpraat,” zegt Jazz. “Maar je rapt over wat je zelf meemaakt. Wij zijn geen gangsters.” Hiphop was de punk van zwart Amerika, voegt hij eraan toe. Het is de ideale tool voor directe commentaar, maar het is niet alleen brag and boast, vindt ook Astro. “Wij zijn niet boos,” gaat Omar-G verder. “In Beekkant is er een rapproject waar moslima’s aan deelnemen. Ik zie geen verschil met wat wij doen. Dat is allemaal Brussel. Iedereen zoekt naar een identiteit, maar wij zijn los verliefd op onze stad.”
Gemeente: Sint-Agatha-Berchem
Album: nieuwe mixtape na de zomer
Concert: 3/7, Couleur Café, www.couleurcafe.be
Info: stikstofbrussel.be
Foto's © Heleen Rodiers
Lees meer over: Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.