Albertina opent museum over middeleeuwse geschriften

Bettina Hubo
© BRUZZ
30/11/2016

In de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) op de Kunstberg moet binnen drie jaar een nieuw museum opengaan, de Librije. Daar zal de kostbare verzameling verluchte manuscripten van de hertogen van Bourgondië worden getoond. De bib rekent op honderdduizend bezoekers per jaar. Maar wat maakt die handschriften uit de vijftiende eeuw zo bijzonder?

De Albertina, zoals de KBR ook genoemd wordt, heeft wereldwijd de vijfde belangrijkste collectie manuscripten, na de British Library en de bibliotheken van het Vaticaan, München en Parijs. Ongeveer 39.000 handschriften worden er bewaard, waaronder manuscripten van Erasmus, brieven van Rimbaud en Félicien Rops en teksten van Charles De Coster.

Hertogen van Bourgondië
Het meest prestigieus is de voormalige bibliotheek van de hertogen van Bourgondië. “Het was destijds een van de meest uitzonderlijke collecties, vergelijkbaar met die van de Medici’s in Firenze,” zegt Bernard Bousmanne, conservator handschriften. “De bibliotheek omvat niet alleen religieuze boeken, maar ook ridderromans, in het Latijn, Frans en Nederlands, en voorts poëzie, historische kronieken, reisverhalen en wetenschappelijke werken. De hele middeleeuwse gedachtewereld komt aan bod.”

Filips de Stoute en zijn zoon Jan zonder Vrees begonnen op het einde van de veertiende eeuw met de verzameling, vertelt Bousmanne, maar het was in de vijftiende eeuw, onder Filips de Goede, dat de bibliotheek echt tot wasdom kwam. “De hertog hield veel van boeken, vooral van geschiedkundige kronieken en Franse vertalingen van Latijnse en Griekse teksten. Daarom gaf hij zelf opdrachten voor boeken, maar hij kreeg er ook cadeau, van geestelijken en van adellieden die een gunst wilden.”

Heel omzichtig haalt Bousmanne de persoonlijke brevier van Filips de Goede uit zijn hoes van zuurvrij karton. Het boek is wondermooi geïllustreerd, met kleurrijke initialen en miniaturen waarin ook bladgoud verwerkt is. Ze zijn van de hand van Willem Vrelant. “Bekende miniaturisten als Vrelant en Jan de Tavernier genoten dezelfde reputatie als een Jan van Eyck of Rogier van der Weyden. Ze hadden hun eigen atelier: de meester zette de grote lijnen uit en de leerlingen werkten af.”


Doordat de hertog zo geïnteresseerd was in boeken, ontstonden er in onze contreien echte boekencentra waar schrijvers, vertalers, kopiisten, miniaturisten en boekbinders verzamelden, Brussel bijvoorbeeld, maar ook Gent, Brugge en Doornik. Na de dood van Filips de Goede kwam zijn zoon Karel de Stoute aan de macht. Hij was ook zeer geletterd, maar verkoos oorlog voeren boven de boeken en stierf op het slagveld.

Brussel KBR ms BRUZZ 1549
Na zijn dood ging het alleen maar bergaf met de bibliotheek. De verzameling overleefde ternauwernood een brand en werd in de achttiende eeuw tot twee keer toe geconfisqueerd en meegenomen naar Frankrijk. Begin negentiende eeuw kwamen de boeken definitief terug naar Brussel, althans een deel. Ooit telde de librije van de Bourgondische hertogen negenhonderd werken, de Albertina heeft er nog een kleine driehonderd.

Uiterst fragiel
Die worden met de grootste zorg behandeld. In de leeszaal zijn er lampen met speciaal koud licht, op maat gemaakte, afgeronde boekensteunen en ook dikke kussens waar de gebonden manuscripten op rusten als iemand ze wil raadplegen.
Doorgaans liggen ze goed opgeborgen in de reserve, een soort heiligdom binnen de Albertina waar maar een beperkt aantal mensen toegang toe heeft en waar de klimaatomstandigheden constant gemonitord worden. De allerwaardevolste werken – enkele honderden boeken – liggen er in brandkasten, waar ze, in geval van brand, 48 uur lang ongeschonden blijven.

Die uitzonderlijke boeken krijgt het publiek nu nooit te zien. “De perkamenten vellen zijn uiterst fragiel. Telkens als je een blad omslaat, riskeer je het te beschadigen,” zegt Bousmanne. “De meeste werken zijn echter digitaal te consulteren. Wie een boek toch per se wil zien, moet een hele goede reden hebben.”

Top 10 Brusselse bezienswaardigheden
Bousmanne beseft nochtans dat de bibliotheek een dubbele taak heeft: enerzijds de boeken goed bewaren, anderzijds ze delen met het publiek. Daarom opent de Albertina tegen 2019 een museum, een project van ruim vijf miljoen euro, dat voor een flink stuk meegefinancierd wordt door Toerisme Vlaanderen.

De Librije komt deels in de gotische Nassaukapel, die onderdeel is van het gebouw, deels in zalen van de huidige bib, en krijgt een eigen ingang langs de Kunstberg. De kostbare manuscripten worden tentoongesteld in hoogtechnologische vitrines. Elke drie maanden zullen ze gewisseld worden zodat ze niet te lang blootgesteld worden aan het licht. Voorts zijn er thematische tentoonstellingen gepland. “Dat kan gaan over de valkenjacht, de oorlog, de handel of over de muziek in de middeleeuwen.”

Het museum moet een van de top 10-bezienswaardigheden in Brussel worden en meer dan honderdduizend bezoekers per jaar lokken. “We mikken zowel op specialisten als op het grote publiek,” zegt Bousmanne. Maar krijg je het grote publiek nog warm voor zeshonderd jaar oude boeken uit de donkere middeleeuwen?

Bousmanne is overtuigd van wel. “Kinderen spelen vandaag toch ook met versterkte burchten? De middeleeuwen blijven boeien. Het was de tijd van Marco Polo, de ontdekking van China en ook van de gedichten van François Villon. De middeleeuwse mens had humor en een grote verbeeldingskracht. Hij kende een groot deel van de wereld niet, maar maakte er zich wel allerlei fantasievoorstellingen van. Kijk maar naar de monsters, eenhoorns en fabeldieren op de miniaturen. Die hele middeleeuwse mentaliteit zullen we, met de nieuwste multimediale middelen, tot leven brengen. Het wordt veel meer dan alleen boeken.”

Cafetaria wordt brasserie
De Albertina opent in 2019 niet alleen een museum, er zijn nog heel wat ander projecten op til. De bib, die dateert van de jaren zestig en destijds revolutionair modern was, is toe aan vernieuwing en wil de dienstverlening en infrastructuur aanpassen aan de 21ste eeuw. “Bibliotheken worden nu eenmaal niet meer gebruikt zoals vroeger,” zegt conservator Bernard Bousmanne.

De versnelde digitalisering van de collecties is de komende jaren een prioriteit. Voorts wordt de cafetaria op de vijfde verdieping een heuse brasserie. De eetzaal met het schitterende uitzicht op de stad lijkt nu eerder op een ambtenarenmess.
Beneden aan het museum is een café met glazen wand gepland, gericht op de Kunstberg en de tuin van René Pechère. Er komt daar ook een bookshop en de krantenleeszaal – nu een aangename maar wat ouderwets ogende ruimte – wordt omgebouwd tot een modern centrum voor pers en hedendaagse media.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni