De volksfiguur Pogge wordt komende Erfgoeddag van onder het stof gehaald. Fotograaf en folkloreliefhebber Philippe Debroe heeft oog voor de authentieke legende van Pogge en werkte een initiatief uit waarover ook na zondag 22 april nog druk gesproken zal worden.
‘Alles es just’ wist Pogge
P hilippe Debroe ontvangt ons in het café Les Trois Rois, de voormalige stamkroeg van Pogge aan de Haachtsesteenweg. We zullen er praten over de vergeten drinkebroer Pogge, de man die met zijn slagzin 'Alles es just' menige buren- en caféruzie beslechtte en die tot ver buiten de Schaarbeekse dorpskern over de tong ging. De Schaarbeekse held staat nog steeds symbool voor rechtvaardigheid tussen de mensen. Hoe is de legende rond deze persoon ontstaan? "Dat is een lang verhaal," vertelt Debroe. "Pogge heette eigenlijk Pierre De Cruyer. Zijn roepnaam heeft hij te danken aan zijn kleine gestalte: hij was een poechenelleke, amper een meter zevenenvijftig. Er doen verschillende verhalen over hem de ronde, en verschillende historici spreken elkaar tegen. Zeker is dat Pogge in 1821 geboren werd in Ternat, en dat hij zich in 1853 met zijn vrouw in Schaarbeek vestigde. In die tijd had Schaarbeek nog een vrij landelijk karakter. Het dorp stond bekend om de vele groente- en fruitkwekers. Pogge deed zo'n beetje van alles in het leven. Zo werkte hij onder andere als dagloner en stond hij op de ochtendlijke markten in het Brusselse stadscentrum. Hij droeg ook de klassieke blauwe kiel met bijbehorend sjaaltje en pet, de typische klederdracht van toen waarin ook de vrijwilligers op Erfgoeddag getooid zullen zijn."
Pogge was in feite een doodgewone man. Wat maakte hem dan zo speciaal dat hij ook vandaag de dag nog aanspreekt? Debroe wijst op de authenticiteit van de legende. Pogge wekt interesse omdat zijn verhaal zo herkenbaar is voor de gewone mens, omdat het ons doet mijmeren over het simpele leven in het dorp, in de stad. Tegelijkertijd spreken ook de meer uitgesproken karaktertrekken van Pogge nog altijd tot de verbeelding. Zo weten we dat hij wel heel goed de weg wist naar de kroeg, waar hij - zeker na de dood van zijn vrouw in 1883 - ettelijke avonden doorbracht. Debroe: "In dit café verzoende hij ruziënde dorpsgenoten met zijn bekende slagzin 'Alles es just', die steevast gepaard ging met een strakke uithaal van de vlakke hand."
Filantroop
Pogge was dus een filantroop die bemiddelde tussen de dorpelingen, maar ook voordat hij weduwnaar werd, wist hij wel een natje te appreciëren. Hoe zouden we anders de oprichting van de Vrienden van Pogge in 1875 verklaren? Hij was dus bij leven al een legende? Debroe bevestigt dat en geeft toe dat hij ook een beetje het raden heeft naar de oorzaak. Hij schuift me een brochure toe, de eerste publicatie ooit aan Pogge gewijd. Daarin beschrijft de historicus Yves Jacqmin met veel zin voor anekdotiek de vele nuances in de overlevering van deze legende. Ik kom te weten dat geruchten over deze volksfiguur zich vaak als een lopend vuurtje verspreidden. Zo lees ik dat verschillende opeenvolgende café-eigenaars hier bijeenkomsten organiseerden, veelal samen met de Poggevrienden. Jean-Baptiste Colson, patron van de kroeg tijdens het fin de siècle, verving de strooien incarnatie van Pogge in 1894 door een zelfgemaakt beeldje. "Je ziet het beeld hier staan. Het is destijds verloren geraakt op een zolder, maar het werd teruggevonden." Nu pronkt het beeld in het café, en jaarlijks 'loopt' Pogge mee in de carnavalsstoet, gedragen als een christusbeeld tijdens een processie.
Debroe vertelt het verhaal van Pogge alsof hij er zelf bij was. Zijn ogen blinken. Ik vraag hem hoe hij met dit café en met Pogge in contact is gekomen. "Dat is nog niet zo lang. Toen ik veertig werd, ging ik op zoek naar een authentieke plek om dat te vieren; ik wou niet om het even welke zaal of café. Deze plek was me tot dan toe nog niet opgevallen, wellicht ook omdat het geen hoekcafé is. Ik kwam in contact met Jules Van Geel, de huidige eigenaar van Les Trois Rois, dat in 1997 de deuren had gesloten. Julo, de roepnaam waarmee hij overal bekendstaat in het dorp, zou je eigenlijk een beetje als de hedendaagse Pogge kunnen beschouwen. Je bent ook klein, hé, Julo," zegt hij tegen Van Geel, die ook in het café aanwezig is. "Zal 't gaan, ja? Ik ben wel een meter drieënzestig, hé," antwoordt Van Geel met een flinke snuif Brusselse zwans. Debroe gaf zijn verjaardagsfeest uiteindelijk in dit café, dat anders maar sporadisch - bijvoorbeeld met Scharnaval, het Schaarbeekse carnaval - nog eens de deuren opent. Het werd een legendarische avond, maar vooral ook het begin van een passie.
Generatie op generatie
Van Geel deed een generatie terug wat Debroe nu doet. Hij nam het café over in 1967 en blies de vergeten legende van Pogge nieuw leven in. Het hele café hangt of staat vol met fotolijsten, bekers en artikels die op de een of andere manier verwijzen naar het verloren gewaande Schaarbeekse volksleven. Toen Van Geel in 1997 de deuren sloot, was hij al uitgegroeid tot een dorpsfenomeen. Iedereen kent de Prins Carnaval van 2006. Zo ging het wel vaker: soms leek de legende een stille dood te sterven, maar tot op heden werd ze telkens opnieuw weer opgerakeld.
Tot slot: wat mogen we verwachten op Erfgoeddag, en wat hopen ze die dag teweeg te brengen? Debroe: "We plannen verschillende buurtwandelingen met gidsen. Julo zal voor de gelegenheid het café nog eens openhouden. Mijn schoonmoeder zal lokale gerechten en soep bereiden. Daarnaast zullen de fanfare en de marionetten een prominente rol spelen langs het parcours. In Zaal Vermeulen, Espace Vogler en de cafetaria van het zwembad Neptunium zullen diaprojecties getoond worden, samen met verschillende aspecten van het Schaarbeekse volksleven en de legende van Pogge."
Debroe hoopt dit stukje erfgoed met zijn ambitieuze project opnieuw de plek te geven die het verdient. "Want het zou jammer zijn als dit authentieke materiaal na Julo's dood in de vergetelheid raakte."
Lees meer over: Schaarbeek , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.