Dani Klein: 'Brusselaar van nu komt van overal'

© Brussel Deze Week
09/07/2008
Het tweede weekend van het openingsfestival rond het Flageyplein begint op donderdag met 'Voices of Brussels'. Zinneke Dani Klein en haar keurcombo Vaya con Dios spelen samen met ander meerkleurig hoofdstedelijk toptalent: Marie Daulne van Zap Mama, Philip Catherine, Geike Arnaert van Hooverphonic, Myriam Fuks, Bai Kamara, Khalid Izri, Uman, Pablo Andres en Bao Sissoko.

'T oen de nv Flagey vroeg of Vaya con Dios kon spelen, leek het me een goede gelegenheid om eens een ander optreden te doen met de groep," zegt Dani Klein. "En ook om - hoe zal ik het stellen? - wat politieke actie te voeren. Ik wil tonen dat Brussel niet alleen bestaat uit mensen die hier geboren en getogen zijn. Integendeel, zo zijn er maar weinig. De Brusselaars van vandaag komen van overal, uit België en uit het buitenland. Mijn grootvader, die kwam uit Leuven."
"Dus heb ik artiesten uitgenodigd die hier wonen en werken en die mee die nieuwe Brusselaars zijn. Niets blijft als vroeger, de wereld is altijd in beweging. Dat is de realiteit van een grote stad."

De affiche oogt als de perfecte multiculturele samenleving. Klopt dat beeld van Brussel?
Dani Klein:
"Veel meer dan je denkt. Als je tenminste niet op jezelf blijft. En sorry dat ik het zeg, maar ik vind Vlamingen soms een beetje in een Vlaams getto leven. Je hoort hier alle talen van de wereld, je kunt kranten kopen van overal. Het is perfect mogelijk om samen te leven, van elkaar te leren. Het is toch boeiender als je niet altijd hetzelfde eet en niet altijd dezelfde taal praat, als je in contact komt met andere tradities, muziek, literatuur? De rol van de politici, zowel Frans- als Nederlandstalige, is daarin niet altijd even netjes."

Legt u dat eens uit?
Klein:
"Op cultureel vlak beweegt hier veel, maar in de scholen bijvoorbeeld gebeurt er weinig. Vijftig jaar geleden beschouwde Brussel het Vlaams als een dialect. Dat was geen echte taal. Dus leerde je Frans, want 'daar kom je ver mee.' Nu is het omgekeerd. Veel Franstaligen beseffen eindelijk dat Brussel een tweetalige stad is, ze sturen hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs. Maar daar mag je dan weer geen Frans spreken. Ik pleit voor tweetalig, zelfs meertalig onderwijs. Anders raak je niet aan een baan. En hoe leer je de cultuur van je buur kennen als je zijn taal niet spreekt? Ik zat op een Franstalige school, ik had geen idee wie Louis Paul Boon was of Jef Geeraerts. Voor migranten is het nog ingewikkelder. Je komt naar hier voor een beter leven, maar je weet niet waar welke taal telt. Ik ken een Marokkaanse familie, thuis spreken ze Marokkaans én Frans én Nederlands want de kinderen zitten op een Nederlandstalige school. Die kinderen beheersen geen van die drie talen."

U praat over een ideaal samenlevingsmodel. Wat is uw mening over de recente rellen tussen een aantal allochtone jongeren en Anderlecht-supporters?
Klein:
"Ook dat is een gebrek aan beleid. Een minderheid aan Marokkaanse hangjongeren valt mensen lastig, scheldt meisjes uit voor slet. Die gasten hebben niks anders te doen. Er is niets voor hen, ze zien geen toekomst. De politie pakt ze op als ze in de fout gaan, maar moet hen na twee uur weer laten gaan. Welke boodschap geef je dan? Dat je je alles kunt permitteren? Dat wordt iedereen beu en zo krijg je echt racisme. En het succes van het Vlaams Belang - dat zo'n partij hier mag bestaan! - helpt het debat ook niet echt vooruit."

Moet je die jongeren niet gewoon op hun verantwoordelijkheid wijzen? "Ze zien geen toekomst" is toch een makkelijk excuus?
Klein:
"Maar wél de realiteit. Een vriend van me geeft zedenleer in het Institut Ernest Richard, een school à discrimination positive in Etterbeek. Hij nodigde me onlangs uit voor een klasgesprek met zijn leerlingen. Die pubers hebben geen toekomst. De werkloosheid is enorm en je moet overal gekwalificeerd voor zijn. Zonder diploma kun je zelfs geen pizza's verkopen in de Pizza Hut. Maar niet iedereen is gemaakt om te studeren. Ik weet waarover ik spreek, want ik heb mijn humaniora nooit afgemaakt. Het is niet zo dat je niks waard bent zonder diploma. Je moet de mensen tonen dat ze hun plan moeten leren trekken, dat ze met hun handen mogen werken."

Voor muzikanten lukt samenleven spelenderwijs: iedereen spreekt tenslotte dezelfde taal.
Klein:
"Muzikanten hebben een andere mentaliteit, ze zijn veel minder racistisch dan andere mensen omdat ze geïnteresseerd zijn in muziek, in kunst. Kunst is overal, het is iets wat de hele wereld kan delen."

Wordt het optreden van vanavond een 'Best of Vaya con Dios'?
Klein:
"Ik zing zelf een liedje of zes en de collega's doen ook hun ding. Philip Catherine speelt mee op 'John­ny' (een klassieker van Edith Piaf, een van Vaya con Dios' swinghits, PDD) en ik zing een duet met Bai Kamara en eentje met Geike Arnaert."

Welk nummer wordt dat?
Klein:
"Ik weet het nog niet (lacht). We zitten nog aan de setlist te schaven. Mensen moeten me bellen en liedjes kiezen, maar ze doen het niet. Mijn muzikale directeur Tim De Jonghe begint zich echt zorgen te maken. We hebben maar twee repetities. We houden het dus eenvoudig, anders redden we het niet."

In 1996 stopte u even met zingen, u was de muziekwereld beu. Maar u bent toch opnieuw begonnen. Kon u niet zonder publiek of...
Klein (onderbreekt):
"Ik ben echt niet verslaafd aan het publiek, ik kan zonder. Ik was gaan studeren, ik had me ingeschreven voor een tweede jaar filosofie. Maar toen dacht ik: dit is niet wat ik wil, al dat uit het hoofd leren is belachelijk. En ik miste mijn muzikanten, ons speelplezier, maar vooral het zingen."

U toert dit jaar nog in Libanon, Noorwegen, Portugal en Rusland. Gaat de groep ook weer de studio in?
Klein:
"Ik ben bezig met een plaat in het Frans, originele eigen nummers en een paar covers, onder meer van Léo Ferré. En ja, er zijn waarschijnlijk een paar liefdesliedjes bij (lacht). Ik probeer ze altijd te vermijden, maar dat blijkt onmogelijk."

Vaya con Dios bestaat inmiddels twintig jaar. U verkocht miljoenen platen en 'Just a friend of mine', 'Puerto Rico' en 'What's a woman' zijn wereldhits. Trots?
Klein:
"Ik ben vooral blij dat ik er al die jaren mijn brood heb mee kunnen verdienen en dat ik niet in de GB moest gaan werken. Het is fantastisch dat we in zoveel landen bekend zijn en er goed ontvangen worden. Als je in Moskou speelt en je ziet overal in de stad affiches met je naam erop, en de mensen in de volle zaal zingen je liedjes mee, wat kun je dan meer vragen? Dat is genoeg om n'importe qui gelukkig te maken."

:: Voices of Brussels, donderdag 10 juli om 20.30 uur op het Flageyplein

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni