De Rederijkers vierden feest

Dirk Volckaerts
© Brussel Deze Week
21/09/2007
Precies vijfhonderd jaar geleden, in 1507, ontstond in Brussel de rederijkerskamer 't Mariacranske uit een samengaan van twee oudere rederijkerskamers, De Violette en De Lelie. In 1821 kwam het toneelgezelschap De Wijngaard erbij. 't Mariacranske bestaat nog steeds, en is hiermee de oudste nog actieve vereniging van de hoofdstad.

Eeuwen van godsdienstoorlogen, onderdrukking van de vrije rede en onverschilligheid voor 't schone hebben de rederijkerskamer er niet onder gekregen. En zo komt het dat vorige zaterdag, 15 september 2007, de Gotische Zaal van het Brusselse stadhuis vol liep voor de bijzondere viering van vijfhonderd jaar 't Maria­cranske.

Een aangename en verrassende feestnamiddag werd het. Namens het bestuur van 't Mariacranske bracht voorzitter René Willems hulde aan zijn voorganger, Roger Van de Voorde, die amper een paar weken geleden plots overleed. De jonge theatermaker Jan Fonteyn sprak over de rol en de functie die een rederijkerskamer als 't Mariacranske-De Wijngaard heeft op het vlak van hedendaags amateurtoneel. Eind oktober gaat de volgende theatervoorstelling van De Wijngaard, Egmont goes wonderland, in een regie van Fonteyn, in première in De Markten. De jonge band De Fanfaar, die ballades in het Brussels brengt, zorgde voor de muzikale intermezzi. Dat het rederijkerschap niet dood is, bewezen dichter, schrijver en zanger Rick de Leeuw, journaliste Anna Luyten en historicus Remco Sleiderink, de auteurs van het ronduit schitterende boek Rederijkerskamer 't Mariacranske 500 jaar aan het woord. Het boek bevat niet alleen een hedendaagse kijk op het rederijkersgebeuren, een grondige historische schets van 't Mariacranske, interviews met enkele sleutelfiguren, een terugblik op WIT, de 'remake' van de grote sneeuwpoppententoonstelling van 1511, en ook de - ronduit briljante - hertaling van het sneeuwpoppengedicht van stadsdichter Jan Smeken door Rick de Leeuw. De Leeuw, in zijn feestrede: "Op een voorbereidende vergadering bij de VGC opperde ik dat in het huldeboek toch zeker het sneeuwpoppengedicht van Jan Smeken niet kon ontbreken - wellicht het beroemdste werk dat
't Mariacransken heeft voortgebracht. 'Jamaar, Rick, dat is geschreven in Middelnederlands van vijf eeuwen geleden,' zei men. 'Wel, dan vertalen we het toch gewoon,' zei ik iets te snel en te enthousiast. 34 coupletten! In oud Nederlands!"
De hertaling was een huzarenstuk. Een fragment:

"Bi den Spieghele sach men wondere: / Op een fonteyne stont een kint en pis­te / Een man stont en gaepte daerondere, / die op dit rooswater nau ghiste; / Omdat niet lopen en soude te quiste, / Ontfinck hij 't al in sinen mont (...)"

wordt bij De Leeuw:

"Bij de Spiegel zag men een wonder / Op de fontein stond een knaapje dat piste / En een man die wijd gapend daaronder / Zich met dit rozige water verfriste / Hij zorgde dat hij geen druppeltje miste / Hij ving het allemaal op in zijn mond (...)"

Een passender geschenk kan een rederijkerskamer zich niet wensen.

:: Rederijkerskamer 't Mariacranske 500 jaar aan het woord van Rick de Leeuw, Anna Luyten en Remco Sleiderink werd uitgegeven bij Roularta Books en is te koop in de betere Brusselse boekhandel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni