Directeur Jubelparkmuseum: 'Hier is mirakel nodig'

Eric Vancoppenolle
© brusselnieuws.be
23/04/2014

Wie het Jubelparkmuseum betreedt moet de volgende vijf jaar slalommen tussen de steigers. Directeur-generaal ad interim Eric Gubel wacht een zware taak: het masterplan voor de restauratie van het bouwvallige gebouw op de sporen krijgen en opnieuw boeiende tentoonstellingen organiseren. Kortom: hij moet voor een mirakel zorgen.

H et Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) is al langer een zorgenkind, net als de meeste federale wetenschappelijke instellingen. Cultuur is een bevoegdheid van de gemeenschappen. Als vreemde eend in de bijt worden de musea met het statuut van wetenschapsinstellingen niet altijd met de nodige egards behandeld door de federale overheid.

Dat geldt ook voor het KMKG waarvan het gebouw in de schaduw van de triomfboog van het Jubelpark al jaren staat te verkommeren. Bovendien waren de drie jaren met Michel Draguet als directeur ad interim stormachtig. In die periode combineerde hij die functie met het directeurschap van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKB).

Toen staatssecretaris voor het federaal wetenschapsbeleid Philippe Courard (PS) recent besliste om de geplande reorganisatie van de wetenschappelijke instellingen in zogenaamde polen in de koelkast te steken tot na de verkiezingen, trok de fel bekritiseerde Draguet daaruit zijn conclusie. Hij trok zich terug in het KMSKB. Draguet had graag aan het hoofd gestaan van de pool cultuur, waarbij het KMSKB en het KMKG onder één koepel zouden staan. Maar die vlieger ging dus niet op.

Eric Gubel, al 12 jaar actief in het KMKG als directeur Oudheid, is sinds februari aangesteld als directeur ad interim. En neen, hij zit nog niet aan de antidepressiva.

Bij zijn afscheid zei Michel Draguet dat hij een goed rapport kon voorleggen wat betreft het beheer van het KMKG? Bent u het met hem eens?
Eric Gubel
: ”Het verleden behoort tot het verleden, en ik ga daar geen commentaar op geven. Mijn stijl is anders dan die van Draguet, maar ik ben zeker van plan om de goeie dingen die hij hier heeft verwezenlijkt door te zetten, onder meer de samenwerking met de andere federale instellingen. Ik vind ook dat Draguet onterecht scherp is aangepakt door de media. Het zou trouwens interessant zijn om te bestuderen welke partijen het meest inhakken op de federale instellingen en met welk doel.”

Bedoelt u dat de N-VA politieke spelletjes speelt?
Gubel:
“Dat zijn uw woorden, niet de mijne.”

Wat is uw voornaamste opdracht?
Gubel
: “Eerst en vooral de rust herstellen onder het personeel. Die rust was de voorbije jaren zoek. Ik wil zo snel mogelijk de sereniteit herstellen in deze instelling. Voorts is er de uitwerking van het masterplan voor de renovatie op korte en iets langere termijn van het gebouw.”

Hoe zit het met die renovatie?
Gubel
: “Sinds 7 april staat de centrale rotonde – de toegang tot het museum – onder de steigers, en dat voor vijf jaar. Tot voor kort dreigde de koepel van de rotonde in te vallen. Een paar maanden geleden dacht staatssecretaris Courard eraan om het museum te sluiten, maar dat is gelukkig niet nodig gebleken. We gaan designers aanspreken om de stellingen op te fleuren. Ook vóór de gevel komen er binnenkort steigers te staan. En dat zijn nog maar de werken op korte termijn. Ik maak nu heel dringend werk van het masterplan voor de restauratiewerken van het museum. Op vele plaatsen dreigt immers het plafond in te vallen en is er waterinsijpeling. Onze technici hebben de dringendste nood al kunnen lenigen, maar de grote werken moeten nog volgen. En dan zijn er ook nog de Japanse Toren en het Chinees Paviljoen waar er ook herstellingswerken moeten gebeuren op korte termijn.”
“Het masterplan moet dan worden goedgekeurd door de bouwheer en eigenaar van het gebouw, de Regie der Gebouwen. Michel Draguet had het eerder over een totale investering van 80 miljoen euro. Ik kan dat cijfer niet bevestigen, dat gaan we de komende weken becijferen.”

Draguet wou de collectie van het Muziekinstrumentenmuseum verhuizen naar het Vanderborghtgebouw. Het MIM zou dan een art-nouveaumuseum worden. Hoe zit het met die plannen, die voor veel onrust zorgden bij het personeel van het MIM?
Gubel
: ”Die plannen zijn helemaal van de baan. Het Vanderborghtgebouw is niet geschikt om er een muziekcentrum met de collectie van het MIM in onder te brengen.”

En de oprichting van polen, is die ook voorgoed geschrapt?
Gubel
: “Neen, die is naar de Griekse kalender verwezen. Volgens Philippe Courard was zo’n ingrijpende herstructurering niet op een serene manier te verwezenlijken zo dicht bij de verkiezingen.”

Een van uw eerste beleidsdaden was het afschaffen van twee tentoonstellingen. Een sterk begin.
Gubel
: “Er was geen andere optie. Een tentoonstelling, die van de Japanse woodblock prints, heb ik moeten afzeggen omdat de openbare offerteaanvraag niet volgens de regels der kunst was gebeurd.”

Hoezo? Was er sprake van fraude?
Gubel
: “Maar nee, we hebben een nieuw informaticasysteem in gebruik genomen. Maar denkt u dat het personeel daarvoor een opleiding kreeg? Neen. De andere expo rond de Mongoolse heerser Dzjengis Khan is weggevallen omdat onze partner, gelieerd aan VisitBrussels, niet verder wou gaan met het project. Mijn ambitie is opnieuw twee tentoonstellingen per jaar te organiseren. Daarbij moeten we telkens een plan B hebben, een andere expo die we als het ware uit onze lade kunnen halen als een andere wegvalt. Dat kan door onze wetenschappelijke werking verder aan te zwengelen. Wij zijn immers een wetenschappelijke instelling. Onze wetenschappers en curatoren zal ik zelf expo’s laten opzetten, in co-productie met één of twee binnen- of buitenlandse partners. Het worden dan reizende tentoonstellingen.”

Welke expo’s hebt u dit jaar nog in petto?
Gubel
: “Ik hoop nog altijd een tentoonstelling rond de goud- en edelsmeedkunst uit Costa Rica, uit de Mayaperiode, uit het slop te halen. Door de regeringswissel in het boeiende Midden-Amerikaanse land moesten we met de gesprekken weer van nul beginnen. Voorts lopen onderhandelingen om de kerkschat van de San Gennarokathedraal uit Napels naar hier te halen. En ten slotte komt er een expo over de schilder- en rotskunst uit het paleoliticum.”

Geen grote publiekstrekkers zo lijkt…?
Gubel
: “Oh nee? De expo over het paleoliticum trok in Chicago honderdduizenden bezoekers. En bent u wel vertrouwd met de kerkschat van San Gennaro, de beschermheilige van Napels? Hij werd het slachtoffer van de christenvervolgingen door keizer Diocletianus in het jaar 305. Naar men zegt ving een vrome vrouw het bloed op dat van het schavot afdroop. Op de verjaardag van de onthoofding van de heilige op 19 september wordt zijn bloed weer vloeibaar. Het bloed wordt bewaard in een zilveren reliekhouder in de kathedraal van Napels. Wetenschappers hebben nog niet kunnen uitleggen waarom er drie keer per jaar bloed uit het schrijn vloeit. Een boeiend verhaal en een schat aan topstukken van achttiende-eeuwse edelsmeedkunst.”

U geeft les aan de VUB. U gelooft toch niet in mirakels?
Gubel
: “Dat klopt ja. Ik geef les over het oude Egypte en het Nabije Oosten. Een klein curriculum hoor, want anders is dat niet te combineren. Het fenomeen van San Gennero blijft dus een raadsel. En aangezien er hier in het museum mirakels moeten gebeuren, lijkt die expo mij hier op haar plaats (lacht zuinig).’

Moet de presentatie van de collectie niet worden afgestoft?
Gubel
: “De voorbije jaren hebben we al vele nieuwe of vernieuwde zalen geopend: die van het Nabije Oosten, Azië. In 2015 komt er een nieuwe zaal voor de Europese achttiende-, negentiende en twintigste-eeuwse kunst. Die krijgt een gelijkaardige design als nieuwe zalen van het Victoria & Albert Museum in Londen. Er zijn weinig musea die het ons nadoen met hetzelfde krappe budget.”

U moet trouwens besparen?
Gubel
: ”Dat klopt. In 2014 moeten we van de overheid 20 procent besparen op investeringskosten, 15 procent op werkings- en 2 procent op personeelskosten. Dat is een gigantische operatie.”

Is er dan nog ruimte voor creativiteit en vernieuwing?
Gubel
: “Ja, door meer samen te werken met externe partners, zoals wetenschappelijke instellingen, kunststichtingen. Zo gaan we in zee met een stichting om de zaal van de Griekse oudheid te renoveren. En ook met het Europaliafestival werken we samen. Mijn motto is trouwens: ‘Do more with less’.”

Uw echtgenote Kristine De Mulder is directrice van Europalia. Is dat geen machtsconcentratie ten huize van Gubel-De Mulder?
Gubel
: “Werk en privé houden we strikt gescheiden. Maar die band helpt natuurlijk. Dankzij de tentoonstellingen in het raam van Europalia Italië (Pompeï, red.) en Europalia Rusland (Transsiberië Express, red.). heeft het museum nieuwe kasten en vitrines gekregen, die we zelf niet hadden kunnen bekostigen. Noem me dus maar een positieve machiavellist.”

Bent u kandidaat om vastbenoemd directeur-generaal te worden?
Gubel
: “Ja, absoluut. Maar mijn kandidatuur zal uiteraard afhangen van mijn evaluatie door het department Federaal Wetenschapsbeleid en het kabinet. Ik ken dit huis door en door. Maar ik stel wel mijn voorwaarden, namelijk voldoende middelen, ook wat personeel betreft. Op zeer korte termijn hebben we nood aan managementsondersteunende functies.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni