Orion op Brosella: Iers met een eigen draai
R udy Velghe groeide op in Ronse, Raquel Gigot in Rixensart. Ierse of Bretonse roots hebben ze niet. Toch zijn ze gebeten door de Keltische muziek. Bij Velghe kwam het allemaal door de Bothy Band. "Als tiener in de jaren 1970 luisterde ik naar Dylan, maar ook naar Alan Stivell, Fairport Convention en de Ierse Dubliners en Planxty. Ik speelde een beetje gitaar en later ook viool, en met mijn broer trad ik weleens op met liederen uit de streek van Ronse, die we zelf hadden opgetekend."
En toen kwam de Bothy Band. "Dat was de totale revolutie, ook in de Ierse muziek. Niets was meer hetzelfde als voordien. Drie van de allerbeste solisten, samen met enkele begeleidende muzikanten en een ritmesectie. Alle Ierse groepen die erna kwamen, zijn aan hen schatplichtig."
Velghe verhuisde van Ronse naar Brussel, waar hij regelmatig te vinden was in folkclub 't Sleutelgat in Haren, de voorloper van Toogenblik. Daar liep interessant volk rond. Les Frères Hirsch bijvoorbeeld, drie broers die op een poëtische en eigenzinnige manier Keltische muziek maakten. "Toen de violist stopte, vroegen ze of ik zijn plaats wilde innemen." Velghe was geen Hirsch, dus was er een nieuwe groepsnaam nodig. Het werd Orion. Dat was in 1987. Toen de twee andere broers de groep ook verlieten, kwamen er een Ier en een Breton bij. En ook Raquel Gigot. Zij had tijdens haar middelbare school chromatische accordeon geleerd. "Maar ik durfde dat aan niemand te vertellen. Accordeon was helemaal niet hip. Pink Floyd, dat was cool ." Later nam ze er de diatonische accordeon bij, de trekzak. Ze speelde alle stijlen, van musette tot Argentijnse tango. Toen kwam ze Rudy Velghe tegen. Ze viel voor hem, en voor de Ierse muziek.
Natuurlijk, echte Ieren zullen Velghe en Gigot nooit worden. "En dat hoeft ook niet," zegt Velghe. "Iers is in de loop der tijden een muziekstijl geworden. Je hoeft geen Ier te zijn om Ierse muziek te kunnen maken, net zoals je niet zwart hoeft te zijn om blues te spelen, of Oostenrijker om een menuet van Mozart te tokkelen." Gigot: "We hebben al zo vaak getoerd in Ierland, we zijn er aanvaard, ook omdat we altijd met Ierse muzikanten spelen. Wij geven natuurlijk een eigen draai aan de Ierse muziek omdat we in België zijn opgegroeid. Maar dat vinden de Ieren leuker dan een groep die hen klakkeloos imiteert."
Punk en thin whistle
Toen Orion eind jaren 1980 begon, was folk helemaal niet populair. Velghe: "Het was iets voor types met geitenwollen sokken en lang haar." Dat is ondertussen wel veranderd. Velghe noemt het 'de grote Keltische golf'. "Plots wilde iedereen wel een Ierse doedelzak op de achtergrond, zelfs punkers vroegen om een thin whistle. Op muzikaal vlak betekent die folkhype niets. Wij lachen erom en wachten tot het over is. Maar het voordeel is natuurlijk wel dat meer mensen interesse krijgen voor Keltische muziek."
Aanvankelijk speelde Orion heel veel traditionals, van de achttiende-eeuwse Ierse harpist O'Carolan bijvoorbeeld, maar wel in een eigen arrangement, met eigen versieringen. Inmiddels componeren Velghe en Gigot hun muziek meer en meer zelf. Dat vergt volgens Velghe een grondige kennis van de Ierse muziek. "Er zijn duizenden jigs, reels en andere deuntjes. Als je zelf een nieuwe deun componeert, moet je goed weten wat er al bestaat. Sinds die boom in de folk hoor ik soms van andere muzikanten dat ze net zo'n plaat willen maken als wij. Ze nemen dan drie maten uit de ene jig en drie uit een andere en denken dat ze een eigen deun hebben. Het klinkt toch allemaal hetzelfde, zeggen ze. Maar dat slaat dus nergens op."
Orion bracht in de loop der jaren vier cd's uit. Tussen Strawberry town , die vorig jaar uitkwam, en die ervoor, Restless home , lag elf jaar. Gigot: "We proberen gelaagde platen te maken waarin altijd nieuwe dingen te ontdekken vallen. Dat doen we uit respect voor ons publiek. Op ons gemak zoeken we uit wat we willen. Dat kost tijd. We voegen bijvoorbeeld een harmonium of een andere tweede stem toe aan een deun. En na enkele maanden denken we: nee, toch niet. Dat gaat zo door totdat we zeggen: genoeg geëxperimenteerd."
Orion speelde meer dan tien jaar geleden al een keer op Brosella. Gigot: "We zien het als ons festivalleke ." Velghe: "Brosella is nog een echt festival voor folkies , net als bijvoorbeeld Gooikoorts. Dranouter is dat al lang niet meer, dat is big business geworden." Zaterdag staan ze op het podium van het Groentheater met de andere groepsleden: de Ierse zanger en bouzoukispeler John Faulkner, en de Bretons Erwan Berenguer (gitaar) en Gwenaël Micault (toetsen). En er zijn de speciale invités, allemaal muzikanten die eerder ook al op een van hun cd's meespeelden: jazzgitarist Philip Catherine, het kamermuziekensemble Oxalys en de Ierse toppercussionist Johnny 'Ringo' McDonagh, die beschouwd wordt als de vader van de moderne bodhrán of Ierse trom. Velghe: "Dat is het leuke aan Brosella. Henri (Vandenberghe, HUB) zegt: 'Kom en breng wat volk mee.'"
:: Brosella Folk & Jazz, op 10 en 11 juli in het Groentheater bij het Atomium. Orion & Guests spelen op zaterdag 10 juli om 22.30 uur. Meer op www.brosella.be
Lees meer over: Jette , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.