De Vlaamse onderwijsinspectie controleerde vorig jaar negen Brusselse scholen. Daarvan kregen er twee een ongunstig advies en zagen er drie een beperkt gunstige beoordeling op het eindrapport staan. De overige vier instellingen werden beloond met een gunstig advies.
Brusselse scholen werken achterstand snel weg
In het schooljaar 2016-2017 werden 379 scholen door de Vlaamse onderwijsinspectie onderworpen aan een doorlichting. Van de negen gecontroleerde scholen in Brussel mochten er zich maar vier op de borst kloppen met een gunstig advies. Drie onderwijsinstellingen kregen een beperkt gunstig advies opgestuurd en voor twee scholen is er met een ongunstig resultaat nog veel werk aan de winkel.
De inspectie keek niet alleen naar leergebieden en inhoudelijke eindtermen. Het stelde ook een rapport op over de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (BVH) in de verschillende schoolgebouwen. Amper drie Brusselse scholen kregen daarvoor de hoogste score. Twee scholen moesten tevreden zijn met een beperkt gunstig advies en maar liefst vier scholen bengelen achteraan met een ongunstige waardering.
Vlaamse en Brusselse tekorten in sneltempo weg
Of deze cijfers een indicator zijn voor het totaal aantal scholen in onze hoofdstad is moeilijk te zeggen, gezien het beperkte aantal Brusselse scholen die werden doorgelicht. We zien wel dat zowel in Brussel als Vlaanderen scholen op langere termijn hard werken om hun achterstand bij een negatief advies weg te werken. Van de 87 Brusselse scholen die in 2014 opgezadeld werden met een negatief advies, werkten er 80 hun achterstand weg. Dat komt overeen met bijna 92 procent en leunt dicht aan tegen de 94 procent in Vlaanderen.
Ook wat bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne betreft lopen de cijfers gelijk. Zo’n 33 Brusselse onderwijsinstellingen op een totaal van 42 zetten een scheve situatie recht. In Vlaanderen waren dat er 41 op een totaal van 52, wat neerkomt op een gemiddelde van 78 procent.
Crevits: ‘Inzetten op meer beweging’
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is tevreden met de weg die reeds is afgelegd, maar hoopt in de toekomst nog meer stappen in de goede richting te zetten. Het vak lichamelijke opvoeding (L.O.) moet vooral in het basisonderwijs een van de speerpunten worden van haar onderwijsbeleid.
“L.O. moet een bredere invulling krijgen en ook tijdens andere lessen beter en meer aan bod komen. Ik geef daarbij altijd het voorbeeld van mijn eigen kinderen. Zij leerden in de les wiskunde de vermenigvuldigingstafels door ook letterlijk op tafels te gaan springen. Het is maar een voorbeeld van hoe je kinderen meer kunt laten bewegen.”
Daarnaast vormt ook het Gelijke Onderwijskansen (GOK) beleid een hele uitdaging. Dat heeft als doel voor elke leerling optimale kansen te creëren om te leren, ongeacht zijn of haar achtergrond. “We trekken hiervoor 40 miljoen extra middelen uit, waarvan zo'n 9 procent naar Brussel gaat. Het grootste deel van dat budget zal gaan naar de verbetering van de ouderparticipatie en een betere kennis van het Nederlands”, aldus de minister nog.
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , doorlichting , rapport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.