Cocof verzet zich opnieuw tegen verhoogde voorrang voor Nederlandstaligen op school

De Franse gemeenschap (Cocof) tekent bij het Grondwettelijk Hof beroep aan tegen het nieuwe Vlaams inschrijvingsdecreet. Daarmee verzet Franstalig Brussel zich opnieuw tegen het optrekken van de voorrang voor Nederlandstaligen in het Nederlandstalig onderwijs van 55 naar 65 procent. “Ouders hebben hierdoor niet meer de vrijheid om hun kinderen in te schrijven waar ze willen”, zegt Barbara Trachte (Ecolo), collegevoorzitter van de Cocof.

Eerder riep de Cocof - zeg maar de Franstalige Brusselaars - al een belangenconflict in tegen dat inschrijvingsdecreet, maar omdat er geen vergelijk werd gevonden liep dat af in april. Normaal gezien zouden de nieuwe inschrijvingsregels – in heel Vlaanderen – van kracht zijn vanaf september 2020.

Maar dat staat nu mogelijk op de helling. Het college van de Cocof besliste deze donderdag dat het een beroep tot annulering in zal dienen bij het Grondwettelijk Hof.

'Discriminerend'

Volgens de Cocof werken de nieuwe inschrijvingsregels in Brussel discriminerend. Niet alleen wordt de voorrang voor Nederlandstaligen opgetrokken van 55 naar 65 procent. Ook is nog eens 15 procent van de plaatsen voorzien voor kinderen die al minstens 9 jaar lang Nederlandstalig onderwijs genoten.

Daardoor zijn 80 procent van de plaatsen al bezet. Wat neerkomt op een discriminatie op basis van de taal die in de familiale sfeer gesproken wordt, oordeelt het college van de Cocof.

“De maatregel van de Vlaamse gemeenschap beperkt de mogelijkheid voor ouders om vrij de onderwijstaal van hun kinderen te kiezen”, zegt Barbara Trachte (Ecolo), college-voorzitter van de Cocof. Die maatregel is noodzakelijk noch proportioneel.”

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) ziet dat anders. "Voor mij is het evident dat de Vlaamse Gemeenschap in Brussel voorrang geeft aan wie ook effectief een band heeft met de Vlaamse Gemeenschap", zegt Weyts aan BRUZZ. "Het getuigt niet van wil tot samenwerking als je een decreet dat enkel betrekking heeft op de Vlaamse Gemeenschap onder vuur gaat nemen."

Niet opschortend

Het beroep is gericht tegen die artikels van het decreet die over de voorrangsregels in Brussel gaan. Oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die artikels strijdig zijn met de grondwet, dan vernietigt het ook enkel die artikels. De rest van het decreet - met bijvoorbeeld ook regels rond digitaal aanmelden - blijft buiten schot.

Het beroep werkt ook niet opschortend. Doordat een uitspraak van het Grondwettelijk hof makkelijk een jaar op zich kan laten wachten, is het nieuwe inschrijvingsdecreet in principe van kracht vanaf september 2020.