Reportage

Corona laat zich voelen in de leerkliniek van het UZ: 'Het kerstrapport viel flink tegen'

Bettina Hubo
© BRUZZ
19/02/2021

| Een logopediste test een kind in de Leerkliniek van het UZ Brussel.

Bij de Leerkliniek van het UZ Brussel is er sinds kort een piek in de dringende aanmeldingen. “Vorig coronaschooljaar kregen de scholen de richtlijn om de leerlingen zoveel mogelijk te laten overgaan,” legt directeur Eva Cloet uit. “Maar dan kwam het kerstrapport, dat voor sommige leerlingen flink tegenviel.”

De Leerkliniek heet officieel het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen+, afgekort COS+. Net als de andere Vlaamse universitaire kinderziekenhuizen heeft het UZ sinds lang een centrum waar ontwikkelingsstoornissen bij kinderen van nul tot zeven jaar worden opgespoord, het COS, dat gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid .

Omdat er ook een grote vraag was naar diagnostiek bij oudere kinderen, opende het UZ tien jaar geleden, met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), de Leerkliniek, bedoeld voor Nederlandstalige leerlingen tot achttien.

Ze belanden er meestal na doorverwijzing door het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) of de school, maar soms nemen de ouders zelf het initiatief. Na de aanmelding is er eerst een uitgebreid gesprek met de ouders en krijgen ook de leerkrachten, en soms het kind zelf, vragenlijsten voorgelegd. Het is de bedoeling om een goed zicht te krijgen op de moeilijkheden, de medische voorgeschiedenis en de context waarin het kind opgroeit.

Daarna wordt het diagnostische verslag opgemaakt. Het kind of de jongere gaat langs bij de psycholoog, de logopedist, de kinderneuroloog en soms ook bij de kinesist voor observatie en een reeks testen: IQ-test, aandachtsonderzoeken, taaltesten en eventueel motorische proeven. Vervolgens leggen de deskundigen hun bevindingen naast elkaar. “Ze proberen linken te zien, de puzzel te leggen en mogelijk een diagnose te stellen,” legt directeur Eva Cloet uit. “Eerste vraag daarbij is: gaat het om een tijdelijke leerachterstand of is het probleem hardnekkig, een echte stoornis?”

“De typische ambetante leerling die niet oplet, wordt al vlug met ADHD gelinkt. Maar wij blijven kritisch. Vaak ligt de oorzaak elders”

Eva Cloet, directeur Leerkliniek UZ Brussel

Eva Cloet, directeur van de leerkliniek UZ Brussel, officieel het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen+, afgekort COS+

Op maandagmorgen zijn er geen kinderen te horen of te zien in de mooi vernieuwde gang van de Leerkliniek. Die ochtend houdt het team altijd vrij voor de bespreking van de resultaten, een overleg dat momenteel via Teams verloopt. Het eerste dossier dat vandaag op tafel ligt, is dat van Tom*, een jongen van acht. Zijn school is verontrust over zijn leerontwikkeling, vooral op het vlak van taal. Nederlands spreken gaat moeilijk en hij heeft soms moeite om zijn aandacht erbij te houden. Uit de observatie en testen blijkt dat zijn IQ onder het gemiddelde ligt en dat hij erg traag is. Die traagheid en ook zijn zwakke concentratie zijn het gevolg van zijn lagere IQ, vermoedt de psychologe. Het gaat dus niet om een stoornis. De logopediste merkt op dat zijn meertaligheid hem wellicht ook parten speelt. Het jongetje spreek thuis met zijn moeder alleen Somalisch. Hij zou dan ook baat hebben bij taalstimulering en extra zorg op school, besluit het team.

De leerkliniek UZ Brussel, officieel het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen+, afgekort COS+

| Een logopediste test een kind in de Leerkliniek van het UZ Brussel.

Dan zijn de resultaten van Anne* aan de beurt. Het meisje zit in het derde leerjaar en is door het CLB doorverwezen vanwege aandachtsproblemen. De school maakt zich zorgen over haar taal- en rekenontwikkeling omdat ze zeer traag leest en de maaltafels nog niet beheerst, en de ouders, die gescheiden zijn, tobben over haar moeilijke gedrag en gebrek aan concentratie.
Tijdens het onderzoek in de Leerkliniek scoorde het kind echter zeer gemiddeld op de IQ- en geheugentesten en ook op het aandachtsonderzoek. Haar lees-, spellings- en rekening­achterstand wordt wel vastgesteld, maar de logopediste vermeldt erbij dat het meisje, dat Frans als hoofdtaal heeft, zich wat onzeker voelt in het Nederlands. Mogelijk is er sprake van dyslexie, maar het team vindt het te vroeg voor een definitieve diagnose. Eerst moet Anne langsgaan bij een logopedist voor lees-, spelling- en rekenremediëring.

Ook bij de dertienjarige Sam* menen de moeder en het CLB dat er een aandachtsprobleem is. De jongen had van jongs af veel moeite met lezen, is vlug afgeleid en kan volgens zijn moeder heel moeilijk plannen. Tijdens de lockdown werkte de school met twee verschillende digitale platformen, wat een ramp was voor Sam. Hij zit ondertussen in het tweede jaar van het secundair onderwijs, maar zijn kerstrapport was behoorlijk ondermaats.

Uit de onderzoeken is gebleken dat het IQ van de jongen boven het gemiddelde ligt. Er werden geen aandachtsproblemen vastgesteld. Wel bevestigen de testen dat hij zeer slecht leest. Sam krijgt de diagnose dyslexie en het advies een voorleescomputer te gebruiken in de klas en een cursus Leren Leren te volgen.

“Het aandachtsprobleem van deze jongen is wellicht een gevolg van zijn dyslexie,” legt Cloet uit. “We krijgen hier veel kinderen over de vloer met een vermoeden van ADHD, het is de meest voorkomende reden van aanmelding. De typische ambetante leerling die niet oplet, wordt er al vlug mee gelinkt. Maar wij blijven kritisch. In de overgrote meerderheid van de gevallen ligt de primaire oorzaak van de gebrekkige concentratie elders en gaat het om een cognitief probleem, een laag IQ bijvoorbeeld, of een leerstoornis als dyslexie of dyscalculie.”

De leerkliniek UZ Brussel, officieel het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen+, afgekort COS+

Geen snel label

Sowieso hoedt de Leerkliniek er zich voor om te snel een label te plakken op een kind. “Wij geven alleen een diagnose, en dus een label, als we honderd procent zeker zijn. Helaas zijn die labels dan noodzakelijk. Ons systeem is zo georganiseerd dat je alleen met een label extra zorg krijgt. Om recht te hebben op revalidatie, terugbetaling en aanpassingen op school is er een diagnose­attest nodig. Dat is jammer, veel kinderen zonder vastgestelde stoornis zouden ook baat hebben bij logopedie of meer voorbereidingstijd bij een toets op school.

Een correcte diagnose stellen is overigens geen sinecure in het meertalige en multiculturele Brussel. Cloet: “Een taalprobleem kan te wijten zijn aan een taalstoornis, maar ook aan het feit dat het kind thuis opgroeit in een anderstalige omgeving. En behalve de taal is er ook de cultuur. In onze Westerse cultuur spelen jonge ouders vaak Memory met hun kleuters of ze maken puzzels. Dat gebeurt niet overal. Maar intelligentietesten zijn vaak op Vlaamse begrippen en op dat soort spelletjes gebaseerd. Je moet de resultaten dus met de nodige voorzichtigheid interpreteren.”

Bovendien, zegt Cloet, wordt in bepaalde culturen een diagnose als autisme niet geaccepteerd. “Dat geldt vooral voor gedragsstoornissen. God heeft het zo gewild, klinkt het dan. Wij moeten soms een interculturele bemiddelaar inschakelen om de ouders er toch van te overtuigen het kind te laten behandelen.”

Aanmeldingsstop

De coronapandemie heeft heel wat gevolgen gehad voor de Leerkliniek. Het centrum was van half maart tot half juni dicht en er was ook een aanmeldingsstop. In gewone tijden is de wachttijd door de vele aanvragen al behoorlijk lang. “Na de aanmelding duurt het negen tot elf maanden voor de ouders de resultaten krijgen. De kinderen zitten dan al een schooljaar verder,” legt Cloet uit. “Door de lockdown zijn de wachtlijsten alleen maar langer geworden, niet alleen bij ons, ook bij de behandelaars bij wie de kinderen na de diagnose in therapie gaan. De wachttijden in Brussel voor thuisbegeleiding van autistische kinderen of voor Nederlandstalige logopedie zijn ondertussen problematisch. Het gevolg is dat er breuken zijn in het zorgtraject, waardoor de achterstand van het kind alleen maar groter wordt.”
Door de coronamaatregelen wordt ook de diagnostiek bemoeilijkt. “Neem alleen de mondkapjes, die het team en de oudere kinderen moeten dragen. Het kind begrijpt de psycholoog of logopedist hierdoor moeilijker, want het ziet de mimiek niet. Het is ook afgeleid door zijn eigen mondkapje en is zelf moeilijker te observeren. De non-verbale communicatie valt weg.”

Afstandsonderwijs

De Leerkliniek zag afgelopen jaar ook een duidelijk effect van het afstandsonderwijs op kinderen met een leerstoornis. “Onlineles maakt het voor kinderen met een aandachts- of taalprobleem nog moeilijker. Maar er zijn ook positieve gevolgen. Voor hyperactieve leerlingen of kinderen met autisme of faalangst vallen er veel prikkels en druk weg nu ze niet naar school moeten.”
En dan is er nog de impact op de ouders die geregeld het petje van leerkracht moesten opzetten. “Door het thuisonderwijs zijn sommige ouders zich meer bewust geworden van de concentratieproblemen, de hyperactiviteit of ander afwijkend gedrag van hun kind. We zien ook dat ouders die voorheen weigerachtig stonden tegenover bepaalde geneesmiddelen nu inzien dat lesgeven aan hun kind zeer moeilijk is zonder medicatie.”

*In verband met de bescherming van de privacy zijn de namen van de betrokken kinderen gefingeerd.

Kostprijs: 70 of 700 euro

Vorig jaar was het geen normaal werkingsjaar, maar in 2019 onderzocht het team van de Leerkliniek 247 kinderen en jongeren tussen 7 en 18 jaar. Onder hen twee derde jongens. “Uit internationaal onderzoek blijkt dat ontwikkelingsstoornissen vaker voorkomen bij jongens dan bij meisjes en dat zien wij hier ook,” zegt directeur Eva Cloet.
Vier vijfde van de aanmeldingen betrof kinderen uit het lager onderwijs. Bijna zeventig procent van de aangemelde kinderen werd meertalig opgevoed.
Honderddertig van de onderzochte kinderen hadden hun domicilie in Brussel en zaten ook in het Nederlandstalig onderwijs waardoor hun ouders maar 70 euro moeten betalen voor het hele onderzoekstraject. “Alleen deze kinderen worden door de VGC gesubsidieerd,” zegt Cloet.
Sinds 2013 aanvaardt de Leerkliniek ook kinderen van buiten Brussel. “Omdat er zoveel verzoeken waren. Maar die kinderen moeten de volledige kostprijs van 700 euro betalen. Veel meer dus. We hebben ouders met een afbetalingsplan en weten dat de economisch zwaksten gewoon niet komen vanwege de kostprijs. Dat is een probleem.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Jette , Onderwijs , UZ Brussel , eva cloet , coronavirus , centrum voor ontwikkelingsstoornissen+ , COS+ , VGC

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni