Een loopbaan als advocaat kon haar niet langer bekoren, en dus volgde de Schaarbeekse onderwijsexperte Sophie Buysse haar hart naar ngo's als Teach for Belgium. Met 'Debateville' wil ze de liefde voor taal weer aanwakkeren bij jongeren door hen te leren debatteren. "Elk kind kan zo overtuigend zijn als Obama, zo scherp als Zwangere Guy, zo inspirerend als Malala."
| Sophie Buysse, lid van denktank Vrijdaggroep en oprichter van debathub Debateville.
Wie is Sophie Buysse?
- Geboren in Antwerpen in 1988
- studeert rechten aan de UGent en zang aan Koninklijk Conservatorium Brussel
- werkt een tijd als jurist bij non-profitorganisaties.
- 2015-2017: start en coördineert Teach for Belgium Vlaanderen
- 2017-2019: pedagogisch teammanager bij ToekomstATELIERdelAvenir
- is sinds januari 2019 lid van denktank De Vrijdaggroep
- richt in juli 2019 Debateville op, een naschoolse debatclub voor jongeren
"Ik heb zoveel kansen gekregen in mijn leven. En dan zou ik grote bedrijven helpen om ... minder belastingen te betalen? Intellectueel is dat super uitdagend. Maar ik geloof in zinvoller werk.” Vol vuur vertelt Sophie Buysse (31) waarom ze een carrière in de advocatuur verliet voor de onderwijswereld.
Eerst stampte ze Teach for Belgium Vlaanderen uit de grond, daarna werkte ze onder meer voor ToekomstATELIERdelAvenir (TADA). “Ik vind het zalig om met kinderen en jongeren te werken. Zien hoe die kleintjes ambities ontwikkelen, de wereld bekijken, nieuwe dingen ontdekken: dat is gewoon magisch.”
En dan lonken alweer nieuwe projecten. Buysse gaf haar job op om zich voltijds te wijden aan Debateville, een naschoolse debat- en spreekvaardigheidsclub voor jongeren. Op 29 januari staat de opening gepland in bibliotheek Muntpunt, na een half jaar tests met proefsessies.
Daarnaast scherpt Buysse haar eigen discussievaardigheden aan bij De Vrijdaggroep, een denktank voor jonge mensen die om de twee maanden in Brussel samenkomt.
Wat moeten we ons voorstellen bij De Vrijdaggroep?
Sophie Buysse: We zijn een Belgische denktank van mensen met diverse achtergronden uit alle hoeken van het land, gesteund door de Koning Boudewijnstichting. Enerzijds stellen we strategische nota's op over belangrijke maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld het Belgische gevangeniswezen of de economische impact van het legaliseren van cannabis. Anderzijds schrijven de leden wekelijks een opiniestuk voor Knack en L'Echo. Op die manier hopen we nieuwe inzichten aan te reiken in het politieke debat, over thema's waar ook jonge mensen van wakker liggen.
Voor die strategische rapporten ligt de lat hoog. Je moet met een goed onderbouwd, vernieuwend idee naar voren komen. Wie zich geroepen voelt, kan eraan meeschrijven. Om de twee maanden komt de hele groep samen om over de voortgang te debatteren.
Het is ongelooflijk interessant om met mensen uit zoveel verschillende sectoren samen te zitten. Zo heb je iemand van het Agentschap Wegen en Verkeer, een arts, een architect, iemand van bij het Rekenhof. Sommigen zijn lid van een politieke partij, anderen niet. De leden komen zowel uit bevoorrechte gezinnen als uit Brusselse volkswijken.
Hoe is de sfeer in zo'n diverse groep? Raken jullie het gemakkelijk eens?
Buysse: De meeste leden zijn best progressief en we vinden elkaar op een heel aantal ideologische vlakken. Maar we kunnen het ook goed oneens zijn, zeker als het over die strategienota's gaat. Die moeten niet alleen maatschappelijk relevant, maar ook urgent zijn en aanleunen bij onze identiteit als groep.
Na elke samenkomst gaan we op café in Brussel, dat helpt ook (lacht). Onze vicevoorzitter kiest altijd geslaagde restaurants of activiteiten uit, vaak in de buurt van de Koning Boudewijnstichting aan de Naamsepoort. Al is zo'n vrijdagavond uitgaan best pittig, want op zaterdag om negen uur begint de volgende vergadering.
Als je na je voltijdse job nog aan rapporten zit te schrijven, is het extra fijn als je met de groep ook op stap kan gaan. Bovendien zit de sfeer echt goed. Sommigen komen elke keer speciaal vanuit Parijs of Londen naar Brussel. Iedereen spreekt trouwens zijn eigen taal, Frans of Nederlands, zodat je wel de juiste nuances kunt leggen tijdens een discussie.
Helpt uw deelname aan De Vrijdaggroep u ook bij uw eigen projecten, zoals Debateville?
Buysse: Dat helpt enorm. Het maakt me nog ambitieuzer om zelf de schouders te zetten onder een betere toekomst. En onze toekomst, dat zijn de kinderen en jongeren. Daarom heb ik het project Debateville opgericht, om jongeren na school te leren debatteren. Want er is wel een bepaalde urgentie.
"Mijn deelname aan De Vrijdaggroep maakt me nog ambitieuzer om zelf mijn schouders te zetten onder een betere toekomst"
Over welke urgentie hebt u het precies?
Buysse: In de PISA-tests zie je dat de kloof tussen de meest bevoorrechte en meest benadeelde leerlingen wat de OESO-landen betreft bijna nergens zo groot is als bij ons. Waar je geboren bent, bepaalt in hoge mate hoe goed je het doet op school. Dat beïnvloedt dan weer je slaagkansen in het leven. Die onrechtvaardigheid blijft me choqueren.
Daarnaast blijkt uit de PISA-resultaten van 3 december dat onze leerlingen opnieuw slechter scoren op taal. De onderwijsrapporten met dalende resultaten voor taal- en spreekvaardigheid stapelen zich op. Terwijl taal de hefboom is naar leerwinst op andere domeinen, van geschiedenis tot wiskunde. Bovendien heb je taal nodig voor zelfexpressie en voor een goed gesprek met je buren in tijden waarin we altijd maar op onze telefoon zitten te swipen.
Is leren debatteren de oplossing om al die taalvaardigheid bij te spijkeren?
Buysse: Natuurlijk vormen de taallessen op school de basis. Maar als grammatica en woordenschat de schaakstukken zijn, leert debat je ermee te schaken. Het is een leuke manier om die kennis ook toe te passen en om de liefde voor taal aan te wakkeren.
De Engelse ngo DebateMate, die samenwerkt met de Bill & Melinda Gates Foundation, boekt al tien jaar de meest waanzinnige resultaten in de moeilijkste wijken van Bristol, Liverpool en Londen. Debat is een heel activerende tool voor empowerment en om vaardigheden aan te leren.
Debat leert je om je ideeën te structureren en helder te verwoorden. Je moet kunnen reageren op wat de ander zegt en dus ook leren luisteren. Daarnaast kan het de empathie vergroten. Spelletjes met een opgelegd standpunt dwingen jongeren om zich in te leven in het standpunt van een ander. Het is in onze open en dynamische samenleving oké als ik anders denk dan jij. Debat leert ons constructief en vreedzaam omgaan met die verschillen.
Kritisch denken is nog zo'n belangrijke vaardigheid die we willen aanscherpen. Onlangs had ik een atelier over sociale media. (Verontwaardigd) Tieners van twaalf kunnen uit een Facebookfeed geen enkele reclameboodschap herkennen. Ik vond dat enorm frappant. Jongeren krijgen continu een overload aan informatie over zich, maar ze hebben niet altijd de reflex om erover na te denken. Waarom komt die informatie bij mij? Om dat te kunnen verwerken moet je die higher order thinking skills ontwikkelen, zoals kritisch en gestructureerd denken. En dat leer je bij debat.
Leren ze dat kritisch en gestructureerd denken dan niet op school?
Buysse: Ik merk dat dat vaak nog niet het geval is. Veel hangt af van de omgeving thuis en na school. We kunnen ook niet van scholen verwachten dat ze alle problemen oplossen, van kansarmoede wegwerken tot jongeren afleveren die ondanks een immense achterstand gemakkelijk zinvol werk vinden. Daarom zijn er andere actoren in de samenleving nodig die mee hun schouders zetten onder de toekomst van onze jongeren.
Er zit zo veel talent in Brussel. Ook in de minder goede buurten. Jongeren zijn ambitieus en willen dokter of leerkracht worden. Onlangs zei een kind van twaalf me dat ze naar het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology wilde gaan. Ik weet niet of ze helemaal doorhad wat MIT is (lacht), maar het toont de ambitie. De school doet al heel veel. Partnerschappen sluiten met andere actoren kan de blik helpen verruimen en leerlingen gemotiveerder maken.
"We moeten concurreren met niets doen en gamen, op een locatie die niet altijd om de hoek is"
Hoe pakt u dat precies aan met Debateville?
Buysse: Concreet doen we dat met naschoolse debatateliers voor jongeren van 11 tot 14 jaar, vanaf eind januari elke woensdagmiddag in Muntpunt. Elk kind kan zo overtuigend zijn als Obama, zo scherp als Zwangere Guy, zo inspirerend als Malala. 65 procent van onze plaatsen is voorbehouden voor jongeren die net iets meer nood hebben aan extra kansen. De lessen hebben telkens een andere focus: de ene keer is dat je argumentatie logisch opbouwen, dan weer lichaamstaal en debatstijl.
Maar het blijft niet bij debatteren alleen. Er is ook plaats voor slam poetry, improvisatie of storytelling met videoblogs. Niet onbelangrijk: het moet leuk genoeg zijn. We moeten concurreren met niets doen en gamen, op een locatie die niet altijd om de hoek is.
Bedoeling is dat universiteits- en hogeschoolstudenten vrijwillig de debatten leiden en een soort mentorrol opnemen, zoals bij DebateMate in Engeland. Als je zo'n groep veertienjarigen kan inspireren en naar een hoger niveau tillen, is dat een ongelooflijk leiderschapstraject. Studenten staan ook dichter bij de leefwereld van de jongeren, als een soort grote broer of zus. Ze coachen telkens dezelfde groep, zodat ze een band opbouwen.
U hebt uw job opgezegd voor dit project. Wat is uw verdienmodel?
Buysse: Voorlopig ben ik nog naarstig op zoek naar centen. Leerlingen betalen wel een beperkte bijdrage. Twintig euro is het sociale tarief, tachtig euro zijn de reële kosten, tweehonderd euro is voor meer bemiddelde families die een gift willen doen. Daarmee kom ik lang niet uit de kosten. Soms denk ik: 'Help, waar ben ik aan begonnen.' Al geloof ik er wel ongelooflijk sterk in.
Op termijn zou een verdienmodel met bijvoorbeeld debatworkshops aan bedrijven een mooie uitkomst zijn. Elk bedrijf wil immers met één stem naar buiten komen en dat ligt allemaal aan de kwaliteit van de interne dialoog. Maar voorlopig focus ik op de essentie: goede debatateliers ontwerpen.
Zou u ooit in het onderwijsbeleid willen werken?
Buysse: Dat zou ik inderdaad wel graag doen.
Wat zou u doen als u minister van Onderwijs was?
Buysse: Dat is een moeilijke vraag. Om even bij de politiek te blijven: dat lonkt wel. De impact die je hebt, is groot. En dat is mijn grootste drive. Er zijn jonge mensen nodig die met engagement de politiek ingaan. Maar het schrikt me af. Het is risicovol, de toon van het debat is hard en er wordt te veel op de man gespeeld terwijl dat nooit tot een oplossing kan leiden.
Minister van Onderwijs lijkt me eerst en vooral een heel moeilijke job, met een enorme verantwoordelijkheid. De toekomst van alle jonge mensen staat op het spel. Ik zou in de eerste plaats investeren in een kwalitatieve voortgezette opleiding en een interessant loopbaantraject voor onderwijspersoneel. De kwaliteit van ons onderwijs kan immers nooit de kwaliteit van de directies en leerkrachten overstijgen.
Verder mikt ons beleid om de zoveel tijd op grote hervormingen, maar vandaag zijn er al veel kwaliteitsvolle onderwijsinitiatieven op kleine schaal. Die kennis is goud waard, want zo creëer je progressieve verandering. Vernieuwing op zich hoeft het doel niet te zijn, maar resultaatsgericht theoretisch onderbouwde ideeën testen, daar geloof ik in. Dat doen we met Debateville ook, op een wendbare en ondernemende manier ons model testen. Lukt het niet meteen, dan sturen we bij tot het wel werkt.
Debateville zoekt nog steeds mentoren. Wie geïnteresseerd is, kan zich online inschrijven, of een mail sturen naar sophie@debateville.org.
Lees meer over: Brussel-Stad , Onderwijs , Samenleving , debateville , vrijdaggroep , sophie buysse , vennootschapsrecht , Teach For Belgium
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.