Docenten hogeschool Francisco Ferrer willen verbod op religieuze tekens terug

Een groep leraren van de hogeschool Francisco Ferrer in Brussel Stad verzet zich tegen de beslissing om religieuze tekens bij leerlingen toe te staan. Ze betreuren dat de inrichtende macht - Brussel Stad - niet in beroep is gegaan en beroepen zich op derdenverzet om de uitspraak terug te draaien. Derdenverzet is een zeldzaam rechtsmiddel dat gebruikt kan worden door partijen die niet gehoord zijn.

Een groep leraren wil de beslissing van 24 november 2021 van de voorzitter van de Franstalige rechtbank een van eerste aanleg in Brussel terugdraaien. Die oordeelde dat een verbod op religieuze tekens een ‘indirecte discriminatie’ vormde.

De leerkrachten vinden het spijtig dat de Stad Brussel niet tegen dit vonnis is ingegaan. In het huidige meerderheidsakkoord van de Stad Brussel wordt het belang van neutraliteit namelijk wel genoemd. De leerkrachten hebben derdenverzet aangetekend tegen het vonnis van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel. Dat is een uitzonderlijk rechtsmiddel dat ingezet kan worden door iedereen die stelt dat hij/zij niet behoorlijk is opgeroepen in een zaak.

In het vonnis uit 2021 heeft de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel twee artikelen van het reglement van de hogeschool Francisco Ferrer nietig verklaard. Die verbieden het om zich in de les te vertonen met uitingen van politieke, filosofische of religieuze opvattingen. Het gaat dan specifiek over bagdes, sieraden of kleding.

Advies Grondwettelijk Hof

De leerkrachten die tegen die beslissing in beroep gaan, herinnerden aan de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van juni 2020. Het Grondwettelijk Hof oordeelde in een antwoord op een prejudiciële vraag dat het hoger onderwijs specifieke regels mag invoeren om de neutraliteit binnen hun instellingen te waarborgen.

De leerkrachten – onder de in Franstalige kranten gepubliceerde open brief staan 57 namen - herinneren eraan dat de emancipatie van een deel van de Brusselse bevolking mogelijk is gemaakt dankzij het gesubsidieerde officiële onderwijssysteem. Daaronder vallen ook de instellingen van de Stad Brussel, die gebaseerd zijn op neutraliteit. De betekent in de praktijk dat er onder het gezag van leerkrachten "geen religieuze of filosofische proselitisme (bekeringsdrang, red.), noch georganiseerd politiek activisme tot ontwikkeling zal komen."

Volgens de briefschrijvers wordt het steeds moeilijker om een sereen debat te voeren binnen de muren van de hogeschool. Vooral onderwerpen als religie en politiek, het seksuele- en gevoelsleven, de koloniale geschiedenis, de wetenschappelijke benadering, de evolutietheorie liggen gevoelig: "Bepaalde cursussen worden geboycot en gestigmatiseerd door groepen studenten uit naam van hun geloofsovertuiging," stellen de leerkrachten.