Erasmushogeschool en Odisee helpen toekomstige leerkrachten met nieuwe starttoets

Erasmushogeschool en Odisee Hogeschool slaan de handen in elkaar om jonge leerkrachten te helpen met de verplichte instaptest Nederlands, sinds dit jaar bindend.

Iedereen die wil beginnen aan een educatieve bacheloropleiding, die studenten klaarstoomt voor het vak van leerkracht, moet een toets maken om zijn of haar basiskennis van de Nederlandse taal te testen. Dat is het geval voor de opleidingen kleuter-, lager of secundair onderwijs. Voor het lager onderwijs wordt ook Frans en wiskunde getest. Indien deelnemers niet slagen op de toets moeten ze een remediëring volgen.

Voor de organisatie van die remediëring kregen Erasmushogeschool en Odisee nu 144.000 euro van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en Sven Gatz (Open VLD), Brussels minister voor Nederlandstalig onderwijs.

De filosofie achter die extra begeleiding? De verplichte instaptoets kan voor sommigen een extra drempel zijn om te kiezen voor de opleiding. “En al zeker in Brussel, waar jongeren vaak onzekerder zijn over hun kennis van het Nederlands”, zegt Sarah Vrijdags, onderzoekster bij Odisee Hogeschool. Daarom vindt ze extra voorbereiding zo belangrijk in het wegwerken van die mogelijke vrees.

Ook Capital, een Brusselse vzw, helpt met die extra voorbereiding. “Verandering is enkel mogelijk indien jongeren vanaf het begin een sterke academische basis krijgen”, zegt Hassan Al Hilou van Capital.