Zeg niet langer klaslokaal, maar 'leerruimte'. In de Comeniusschool van de GO! Scholengroep Brussel zitten leerlingen van één jaar in één grote ruimte, zonder tussenmuren. Leerlingen hebben er elk leerjaar meer 'flexuren', waarin ze zelf mogen kiezen aan welk vak ze werken. De Scholengroep bouwt al minstens drie andere schoolgebouwen op dezelfde manier.
| Twee klassen delen de grootste leerruimte van de tweedejaars. De lockers voor persoonlijke spullen creëren een gevoel van opdeling, al is de andere klas nog zicht- en hoorbaar.
Ayman (13) tuurt geconcentreerd naar zijn scherm. De leerling uit het tweede jaar van de Comeniusschool in Koekelberg maakt een taak over het begrip 'democratie' voor het vak geschiedenis. Recht tegenover hem, aan aparte niervormige tafeltjes, zitten drie klasgenoten. Die oefenen Engels en wiskunde, omdat ze dat zelf zo gekozen hebben.
Wiskundejuf Anne Pauwels staat tussen de leerlingen, die kriskras door elkaar zitten, en leest met luide stem een tiental namen voor. Die kinderen trekken naar een apart lokaal, waar ze extra Franse les krijgen.
In de school van de toekomst zal het er geregeld zo aan toegaan, daar is de GO! Scholengroep Brussel van overtuigd. De Comeniusschool, open sinds september 2018, is de eerste secundaire school van de groep waar 'gepersonaliseerd samen leren' vooropstaat. Behalve 'gewone' lesuren heeft elke leerling een aantal flexuren, waarin die zelf bepaalt wat hij of zij doet, gebaseerd op de eigen werkplanning (en het leerprogramma, uiteraard).
De leerling werkt de deadlines voor die week naar eigen ritme af, waarbij de school in de gaten houdt of dat ook effectief gebeurt. Elke leerling heeft een mentor, die het individuele leerproces opvolgt, en een coach, te vergelijken met de vroegere klastitularis.
“Wie het nodig heeft, krijgt verbreding of verdieping van de leerstof, of juist remediëring op maat,” legt directeur Barbara De Groot uit. Het is de bedoeling dat de graad van zelfsturing geleidelijk toeneemt. Hebben de leerlingen van het eerste jaar na bijsturen pas vanaf de herfstvakantie een paar 'flexuren', in januari worden dat er al zes. In het derde jaar stijgt dat al naar minimaal acht en maximaal elf lesuren, zowat een derde van de tijd dus.
Eerstejaars Selyan (12), koptelefoon vol muziek over de lange krullen, heeft het duidelijk naar zijn zin tijdens een van zijn eerste flexuren. Hij zit een beetje apart en is een Anime-achtige figuur aan het tekenen. “Een opdracht voor PO (plastische opvoeding, red.),” zegt hij, al geeft hij toe dat thuis nog huiswerk wacht.
Zijn klasgenoot Alexander vindt het een groot voordeel dat hij hierdoor meer een-op-eencontact heeft met de leerkrachten. “Ik ben nogal asociaal,” zegt hij peinzend, “en zo kan ik mijn vragen vaker rechtstreeks stellen.”
Iedereen een laptop
Het concept past bij de nieuwe leerplannen in het secundair onderwijs, waarbinnen bijvoorbeeld de leerkracht Nederlands zich niet meer beperkt tot de leerplandoelen Nederlands, maar er ook andere helpt te behalen, zegt De Groot. Als iedereen over de vakgebieden heen samenwerkt, dan is het voor het GO! logisch dat de structuur van de school daaraan aangepast wordt, en de tussenmuren gesloopt worden. Zeg dus niet langer 'klaslokaal', maar 'leerruimte'.
Op de Comeniusschool bestaat elke verdieping uit twee grote open ruimtes, met in elke ruimte twee klasgroepen. In de grootste zaal onderbreken twee rijen lockers de totale openheid, maar doorkijkjes tot aan de overkant van de zaal blijven mogelijk.
Rania (13) en Samia (13) zijn fan van hun uitgestrekte leslokaal, maar “er zijn wel dagen dat er te veel lawaai is. Twee leerkrachten in één grote leerruimte, het is soms moeilijk om de jouwe goed te horen.” Ze trekken zich voor hun flexuur terug in een van de zijlokaaltjes met glazen wanden, bedoeld voor bijles, mentorgesprekken of groepswerken.
Ayman stelt zich geen vragen meer bij de indeling. Hij vindt het vooral fijn dat de school niet met leerboeken, maar enkel met laptops werkt. Iedereen moet hetzelfde model aankopen, en betaalt dat in maximaal drie jaar tijd terug aan de school. Op die laptops vindt elke leerling zijn gepersonaliseerde taken, groepswerken en instructievideo's terug.
Elke dag zijn er één tot drie opdrachten, die allemaal tegen het eind van week afgevinkt moeten zijn. Of dat niet uitnodigt tot uitstelgedrag? Flora (14) haalt de schouders op. “Op het einde van de week moet het toch allemaal af zijn, of anders merk je het op je rapport. En als het je hier afwerkt, ben je thuis vrij. Als zoals nu de examens eraan komen, kun je je daar ook al op voorbereiden.”
Het ruikt naar methodeonderwijs, maar als er gelijkenissen zijn, is dat toeval, zegt De Groot. “Het is een andere pedagogische aanpak. We hebben wel veel kinderen die in het basisonderwijs naar een Freinetschool zijn geweest, en ook een aantal Nederlandse kinderen. Vaak zijn het ouders die bewust bezig zijn met onderwijsvernieuwing.” De mosterd haalde de Scholengroep inderdaad in Nederland. Ze gingen meermaals op werkbezoek in het Vathorst College in Amersfoort, een pionier die al vijftien jaar gepersonaliseerd leren aanbiedt. Ook in Vlaanderen zijn er al scholen, onder meer in Diest, Zottegem, Brugge en Oostende.
“Er zijn wel dagen dat er te veel lawaai is. Twee leerkrachten in één grote leerruimte, het is soms moeilijk om de jouwe goed te horen”
Louka en Noël zitten recht tegenover Ayman, en werken in hun flexuur samen aan een groepsopdracht Engels. “In mijn vroegere school wou ik soms slapen, omdat het zo traag ging,” zegt Noël. “Hier kan ik op voorhand werken, zodat ik thuis geen huiswerk meer hoef te maken. Als de opdrachten voor deze week klaar zijn, begin ik gewoon aan die van volgende week.”
In een apart hoekje, op zitkussens aan het raam, oefent ook Merel (13) Engels. Omdat ze wat moeite met de opdracht heeft, komt Anna (12) haar wat extra uitleg geven. Dat stimuleren de leerkrachten ook. Zij hebben tijdens flexuren zelf niet altijd de juiste bagage, en kijken dan welke leerling de taak al eerder heeft gemaakt. “Dat gaat veel sneller, en leerlingen vinden het ook leuk om iemand anders iets te mogen bijleren,” zegt wiskundejuf Pauwels.
Invloed van corona
De coronapandemie stak wel flink stokken in de wielen van de nog op stoom komende Comeniusschool. De leerlingen hebben nu verplicht een vaste plaats in de klas, iets wat tegen het DNA van het concept indruist. Ze mogen nog maar één flexuur per dag apart gaan zitten voor groepswerken. Iedereen draagt mondmaskers, waardoor de juf of meester in alle geroezemoes in de zaal soms moeite heeft om leerlingen te verstaan. Leerlingenstromen zijn moeilijk te managen als klassen geen eigen lokaal hebben.
“Maar anderzijds hadden wij bij de eerste lockdown het grote voordeel dat we klaar waren voor thuisonderwijs,” zegt Barbara De Groot. “Onze leerlingen hebben laptops, zijn gewend om hun opdrachten online te krijgen en om heel zelfstandig te werken. De leerkrachten van hun kant waren het al langer gewoon instructiefilmpjes op te nemen en mails met vragen te beantwoorden.”
Ook door corona blijven de leerlingen nu in hun groepen van ongeveer twintig zitten. “Maar klasoverschrijdend werken is absoluut de ambitie, met leerkrachten die op termijn zullen rondlopen en verspreid leerlingen aansturen,” zegt De Groot.
Wandelaars en hardlopers
Hoewel de Comeniusschool 2,5 jaar geleden opende, blijft ze het concept bijschaven. Zo werden de leerlingen tot voor de herfstvakantie in twee groepen gesplitst: een groep met een vol pakket flexuren, en een groep die instructie-uren voor verschillende vakken kreeg. Maar dat systeem demotiveerde die laatste groep, die zich geviseerd voelde.
Nu heeft de school dat meer gepersonaliseerd. De leerlingen krijgen nu instaptoetsen per vakmodule en worden elke keer opnieuw opgedeeld in 'wandelaars', 'joggers' en 'hardlopers'. Wie 'wandelaar' is in een module Frans en daar bijles nodig heeft, sprint de anderen misschien moeiteloos voorbij in de nieuwste module natuurwetenschappen. Zo wordt de extra instructie beperkt tot wat echt nodig is.
“Ik was op mijn vorige school gefrustreerd, omdat je voelt dat er in een klas verschillende tempo's bestaan,” zegt Pauwels. “Hier heb ik het gevoel dat we meer op maat van de kinderen kunnen werken, maar je moet wel zeer flexibel zijn. Soms merk ik tijdens een instructieles (voor de 'wandelaars', red.) dat andere leerlingen klaar zijn met modules, zeker naar het einde van de week toe als ze al veel flexuren hebben gehad. Hun tempo is heel verschillend. Maar wie klaar is, kan bij mij ook wiskundige spelletjes spelen, of online schaken.”
Leerlingen die niet meekunnen met het geplande tempo, kunnen tijdens een achtste lesuur remediëring voor de hoofdvakken volgen, of moeten thuis verder oefenen. Pauwels: “Ik heb natuurlijk mijn planning in mijn hoofd: over die module wil ik zo lang doen. De planning is mijn minimum, thuis werken is de buffer.”
De Scholengroep Brussel zal al minstens drie andere scholen gedeeltelijk volgens hetzelfde principe bouwen, zegt Erwin De Mulder, coördinerend directeur secundair onderwijs van de Scholengroep Brussel later aan de telefoon.
“De school op de Saint-Michelsite in Molenbeek wordt een mengvorm, gebaseerd op de bestaande gebouwen van de voormalige tabaksfabriek. Op elke verdieping komt een grote flexibele leerruimte in het midden, met daarrond telkens zes klassieke klaslokalen. De nieuwbouw van het Atheneum van Brussel volgt het Comeniusconcept en moet in 2022 klaar zijn, al zullen de leerruimtes door plaatsgebrek aan minder leerlingen plaats bieden. En over een jaar of vier-vijf tot slot zal ook het Atheneum van Anderlecht verhuizen naar een soortgelijk gebouw.”
Scholengroep Brussel verdubbelt capaciteit immersieonderwijs tegen 2023
“Het onderwijs zal er over tien jaar helemaal anders uitzien,” zegt Jurgen Wayenberg, de algemene directeur van de GO! Scholengroep Brussel. Om zich daarop voor te bereiden, zullen zijn scholen meer aandacht besteden aan diversiteit en digitalisering.
Zo wil de scholengroep haar aanbod van immersieonderwijs tegen 2023 verdubbelen, zegt Wayenberg. Daarnaast bereidt een taskforce uitgebreider gebruik en waardering van de thuistalen van leerlingen op school voor. “Zeventig procent van onze leerlingen spreekt thuis geen Nederlands, dat is de typische Brusselse diverse context waarin we
werken,” zegt Wayenberg. “Tegelijk weten we intussen al lang dat wie de thuistaal beter beheerst, gemakkelijker Nederlands leert.”
Om leerlingen klaar te stomen voor de technologische toekomst, plant de Scholengroep Brussel meer ‘fablabs’ als dat van de Koekelbergse Unescoschool. “Onze leerlingen leren er 3D-printers en lasercutters gebruiken”, zegt Wayenberg. “Zo maken we ze warm voor STEM-opleidingen (‘STEM’ staat voor science, technology, engineering, mathematics, red.) die nog te weinig worden gekozen, zeker door meisjes.”
Ook de organisatiestructuur heeft de scholengroep onder de loep genomen. Leren wordt in de toekomst veel meer maatwerk, met werkplanningen online voor elke leerling die hij of zij op eigen tempo kan afwerken. En daar horen passende schoolgebouwen met grote, flexibele leerruimtes bij, zoals in de Comeniusschool.
Lees meer over: Koekelberg , Onderwijs , Comeniusschool , Scholengroep Brussel GO! , leerruimte
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.