De commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement heeft donderdag het licht op groen gezet voor de nieuwe inschrijvingsregels in het gewoon onderwijs in Brussel. Het decreet herneemt ook een aantal betwiste voorrangsregels voor Nederlandstaligen.
Groen licht voor voorrangsregels Nederlandstaligen in Brussels onderwijs
Nadat de commissie Onderwijs vorige week al het licht op groen heeft gezet voor de nieuwe inschrijvingsregels in Vlaanderen, heeft de commissie nu ook het nieuwe inschrijvingsdecreet voor het onderwijs in Brussel goedgekeurd. Dat decreet herneemt een aantal algemene principes zoals de afschaffing van de dubbele contingentering en de mogelijkheid om te werken met een voorrang van 20 procent voor ondervertegenwoordigde groepen.
Maar het decreet herneemt ook een aantal voorrangsregels voor Nederlandstaligen. Zo wordt de voorrang voor Nederlandstaligen opgetrokken van 55 naar 65 procent. Daarnaast wordt er in het secundair onderwijs een nieuwe voorrangsgroep van 15 procent ingevoerd voor leerlingen die voordien negen jaar lang Nederlandstalig basisonderwijs hebben gevolgd.
Daarmee herneemt het decreet voorrangsregels die in 2019 werden aangevochten door de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF), eerst via een belangenconflict nadien via een (nog lopende) procedure bij het Grondwettelijk Hof. De COCOF meent dat de regels discrimineren en de mogelijkheid voor ouders om de onderwijstaal van hun kinderen te kiezen beperkt.
Duidelijke keuze dixit N-VA
Over die procedure wil minister van Onderwijs Ben Weyts weinig kwijt. Wel is het zo dat de bestreden percentages hernomen worden. "We maken hier een duidelijke keuze om voorrang te geven aan Nederlandstalige ouders", aldus Weyts.
N-VA-parlementslid Annabel Tavernier verdedigt die keuze. Door het voorrangspercentage op te trekken naar 65 procent zal "de kwaliteit en het Nederlandstalige karakter van het Vlaams onderwijs in Brussel minder onder druk komen te staan" en met de invoering van de 15 procent in het secundair worden de mensen die voordien gekozen hebben voor het Nederlandstalig onderwijs "beloond".
Geen oplossing voor capaciteitstekort
De linkse oppositiepartijen zijn het daar niet mee eens. Het optrekken van 55 naar 65 procent noemt Hannelore Goeman (Vooruit) "een compleet onzinnige maatregel die amper zal helpen om de vrije schoolkeuze te garanderen". De periode van negen jaar voor de voorrangsregel in het secundair vindt Goeman dan weer "te lang".
Ook Stijn Bex (Groen) heeft vragen bij "zowel de wettelijkheid als de feitelijke noodzaak" van de betrokken voorrangsregels. Voor Vlaams Belang is de verhoging naar 65 procent nog te weinig en moet er een "absolute voorrang" komen voor Nederlandstaligen.
Voor meerderheidspartij CD&V is het vooral belangrijk dat de voorrangsregels er niet zijn om kinderen uit te sluiten, maar "om leerlingen op een billijke manier te kunnen weigeren", aldus Loes Vandromme. Zij wijst er ook op dat de nieuwe inschrijvingsregels geen oplossing zijn voor het capaciteitsprobleem in Brussel.
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , nederlandstalig onderwijs , Nederlandstalig onderwijs in Brussel , inschrijvingen