Volgend jaar september moet in Molenbeek de Nederlandstalige jezuïetenschool Egied Van Broeckhoven opengaan. Het wordt een school met behalve algemeen secundair, ook technisch en beroepsonderwijs, een primeur voor de jezuïeten. “Ons elitaire imago is grotendeels achterhaald,” zegt Eddy Van de Velde van Ignatius Scholen in Beweging.
| Directeur Eddy Van de Velde van Ignatius Scholen in Beweging bij de oude brouwerij Vandenheuvel in Molenbeek waar de nieuwe jezuïtenschool komt.
De school heeft haar stek gevonden in de voormalige brouwerij Vandenheuvel aan het Weststation, die na de sluiting omgevormd werd tot depot voor wijnhandelaar Cinoco. Toen het wijnbedrijf enkele jaren geleden Brussel verliet, kocht de vzw Ignatius Scholen in Beweging, de groep van jezuïetenscholen in Brussel en de Rand, een flink deel van de site.
“Jezuïeten zitten wel vaker op plekken die anderen misschien afschrikken”
Het oude bedrijfspand moet grondig verbouwd worden en er komt een nieuwbouw. In afwachting van de start van de bouwwerkzaamheden stelde de vzw het pakhuis ter beschikking van een tiental organisaties, zoals de Brussels Boxing Academy en theatergroep Koekelbergse Alliantie van Knutselaars. Samenlevingsopbouw Brussel (Saamo) kreeg de hele bovenste verdieping om er woonboxen neer te zetten voor dak- en thuislozen. Nu de bouwvergunning is afgeleverd, moeten alle tijdelijke projecten ontmanteld worden. Dezer dagen wordt er dan ook volop verhuisd in het gebouw. De houten woonboxen worden gedemonteerd, tapijten worden opgerold, plafondspots worden ontkoppeld.“Volgende maand willen we met de bouw beginnen,” zegt Eddy Van de Velde, lang directeur van het Sint-Jan Berchmanscollege en nu algemeen directeur van de vzw Ignatius Scholen in Beweging.
De bouw begint, maar jullie zijn al veel langer bezig met het plan voor een nieuwe middelbare school. Waarom namen jullie dit initiatief?
Eddy Van de Velde: We zijn inderdaad al vijf jaar met het plan bezig, omdat we willen bijdragen aan de oplossing van het scholentekort in Brussel. Er is een groot capaciteitsprobleem in het secundair onderwijs. De voorbije tien jaar was er een grote uitbreiding van het aantal plaatsen in het basisonderwijs. Nu moeten die kinderen naar het middelbaar, maar er zijn niet genoeg scholen.
Bovendien willen we ons met dit project nadrukkelijk verbreden en verruimen en tonen dat we onze grenzen kunnen verleggen.
Tonen dat de jezuïeten niet elitair zijn?
Van de Velde: Het elitaire karakter is een imago dat ons achtervolgt, maar het is grotendeels achterhaald. Natuurlijk zijn er nog altijd veel ouders die bewust kiezen voor het aso-onderwijs van de jezuïetencolleges en vaak behoren die ouders tot de meer gegoede klassen.
Maar ook onze schoolbevolking is ondertussen flink geëvolueerd en veel gemengder geworden. De Brusselse inschrijvingsprocedure geldt net zo goed voor onze scholen. Het Sint-Jan Berchmanscollege heeft dertig procent GOK-leerlingen (GOK staat voor gelijke onderwijskansen, red.).
Elitair betekent ook dat jullie graag met de sterkste leerlingen werken.
Van de Velde: Ook dat idee slepen wij al jaren mee, maar het klopt niet. Volgens ons pedagogische concept werken we met alle leerlingen en proberen we uit elk kind het beste te halen. In de nieuwe school zal dat nog beter lukken, omdat we ons niet meer louter focussen op aso, maar ook beroepsonderwijs en technisch onderwijs aanbieden, en dit in twee domeinen: STEM, de technisch-wetenschappelijke opleidingen, en Maatschappij en Welzijn, de zorgrichtingen.
We hopen met leerlingen die in een van die twee domeinen geïnteresseerd zijn een zesjarig traject af te leggen. Er zal veel begeleiding zijn en we zullen werken met flexibele leertrajecten. Maar, mocht er toch een heroriëntatie nodig zijn, dan kan dat zonder dat de leerling de school moet verlaten, want dat is heel demotiverend voor leerlingen. Het wordt gezien als falen, ook door de leerkrachten. Ik ben lang directeur geweest van het Sint-Jan Berchmanscollege en ik vond het altijd heel spijtig als een leerling voortijdig vertrok. Je hebt dan toch het gevoel dat je je werk niet hebt kunnen afmaken.
In elk geval willen we vermijden dat leerlingen ongekwalificeerd uitstromen. Dat is een heel groot probleem in Brussel.
Vaak zijn het de ouders die erop staan dat hun kind aso volgt.
Van de Velde: Dat klopt. Er is nog altijd het idee dat aso een grotere waarde heeft dan tso en bso. Dat willen wij doorbreken. Daarom zullen we gemeenschappelijke projecten opzetten met jongeren uit bso, tso en aso. Door er een hechte groep van te maken, hopen we dat de leerlingen met veel respect naar elkaar kijken en de waarde van elkaars richting inzien.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Don Boscoscholen hebben de jezuïeten geen ervaring met technisch en beroepsonderwijs. Hoe denken jullie toch het verschil te maken?
Van de Velde: In Vlaanderen heeft het jezuïetennetwerk zich al een beetje verruimd. In Turnhout namen we een tijdje geleden een verpleegstersschool over met tso en bso.
Het zal zeker een uitdaging zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat wij ook kwaliteitsvol technisch en beroepsonderwijs kunnen brengen. Sinds begin dit jaar zijn we volop bezig met de uitwerking van het pedagogische concept. Er is een taskforce opgericht en er komen werkgroepen. Daarin zitten mensen die ervaring hebben in het bso en tso. We omringen ons dus goed.
Vanwaar de keuze voor Sint-Jans-Molenbeek?
Van de Velde: We hebben lang gezocht. Het is niet simpel om in een stad als Brussel een site te vinden voor een nieuwe school. Tijdens onze zoektocht hebben we ons bewust op de armere sikkel gericht, Anderlecht, Molenbeek en Schaarbeek. Omdat we denken dat in die buurten de uitdagingen het grootst zijn.
Uiteindelijk hebben we dit gebouw in Molenbeek gevonden. We hebben er veel vragen over gekregen. Molenbeek is na de terreuraanslagen heel negatief in het nieuws gekomen. Wij willen er een positief verhaal van maken. Jezuïeten zitten wel vaker op plekken die anderen misschien afschrikken. Hier lopen maatschappelijke breuklijnen, dat is belangrijk voor ons project. Onze kernopdracht is onderwijs, maar we zien deze school ook als een maatschappelijk project. Een heleboel organisaties zal hier na de schooluren terechtkunnen.
"We willen we ons met dit project nadrukkelijk verbreden en verruimen en tonen dat we onze grenzen kunnen verleggen"
Het gros van de jongeren in deze buurt is Frans- of anderstalig, velen zijn moslim. Is het niet vreemd om hier een Vlaamse jezuïetenschool te openen?
Van de Velde: Er is een heel grote vraag naar Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Veel anderstalige ouders beseffen dat het een enorme troef is om ook Nederlands te spreken, om meertalig te zijn.
We zullen daarom stevig inzetten op het Nederlands, maar ook andere talen zijn belangrijk. We willen een school maken met de mensen uit deze buurt en we zullen geen strakke houding aannemen als het over taal gaat, maar het is een Nederlandstalige school.
Waar iedereen katholieke godsdienst krijgt.
Van de Velde: Dat is nu eenmaal het programma van een katholieke school. Wij zijn geen missionarissen, we willen onze leerlingen niet bekeren, maar we hebben wel onze eigen overtuiging en die delen we ook.
Tegelijkertijd zullen we ruimte laten voor andere levensbeschouwingen. Tijdens de godsdienstles kunnen bruggetjes gemaakt worden naar andere religies. Dit wordt geen neutrale school, wel een verbindende school.
De meeste Brusselse scholen hebben de grootste problemen om voldoende leerkrachten te vinden. Hoe willen jullie dat aanpakken?
Van de Velde: Het lerarentekort is inderdaad een groot probleem, in Brussel is het nog prangender dan in Vlaanderen en in bso- en tso-scholen groter dan in het aso.
We willen voor deze school het liefst leerkrachten uit Brussel en de Rand, zodat de leerlingen zich herkennen in de leerkrachten. Met een heel wervend project hopen we velen warm te kunnen maken. Maar voor een school als deze zal er zeker ook een instroom van buiten het onderwijs nodig zijn.
Jullie zoeken momenteel een directeur. Ook niet simpel?
Van de Velde: Neen, er gaan veel directeuren op pensioen en net zoals er veel leerkrachten uitvallen in het onderwijs, vallen er ook veel directeurs uit omdat hun job erg zwaar is. In de coronaperiode moesten ze op de tippen van hun tenen lopen.
Een goede directeur vinden is dus een opgave. Het moet ook iemand zijn die ervaring heeft met de grootstedelijke realiteit. We willen die persoon een jaar op voorhand laten beginnen, op 1 september 2022, zodat hij of zij kan meewerken aan de uitbouw van de school en de aanwerving van het personeel.
Een nieuwe school oprichten is geen sinecure?
Van de Velde: Het project boeit ons enorm, we zijn heel erg gemotiveerd, maar het is een heel zware karwei, met grote financiële consequenties voor het schoolbestuur.
Jullie zoeken nog sponsors en gulle schenkers. Redden jullie het zonder hen niet?
Van de Velde: Financieel is het heel zwaar. Wij moesten zelf de site aankopen, een uitgave van enkele miljoenen. Vervolgens hebben we ingetekend op de Design-Build-Finance-Maintain-oproep van de Vlaamse overheid. Er is intussen een consortium geselecteerd dat de school zal ontwerpen, bouwen, financieren en dertig jaar lang onderhouden. Wij moeten al die tijd een zogenoemde beschikbaarheidsvergoeding betalen aan het consortium. De overheid subsidieert die voor ongeveer 75 procent. De rest is voor ons.
Bovendien komt de overheid in het begin niet tussenbeide in de kosten van het onderwijs. Zo krijgen we het eerste jaar geen werkingsmiddelen en moeten we ook het eerste jaarsalaris van het personeel zelf betalen.
Moet de overheid meer doen?
Van de Velde: De overheid vraagt aan schoolbesturen of ze alsjeblieft scholen willen oprichten om zo het capaciteitsprobleem op te lossen. Vervolgens moet je het hele eerste jaar draaien zonder één euro subsidies. Dat is niet logisch.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.