Kwart van Nederlandstalige scholen in Brussel haalt eindtermen zwemmen niet

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geeft 27 procent van de Nederlandstalige scholen die zwemlessen organiseren aan dat hun leerlingen de eindtermen niet halen. Dat blijkt uit gegevens die VGC-raadslid Bianca Debaets (CD&V) opvroeg bij bevoegd Collegelid Sven Gatz (Open VLD).

De voornaamste reden dat zoveel leerlingen de onderwijsdoelen voor het zwemmen niet halen, is dat ze niet de kans krijgen om voldoende te oefenen op school. Daar zijn verschillende redenen voor.

Van alle scholen die zwemlessen organiseren, kan om te beginnen 15 procent niet terecht in hun zwembad van eerste keus. Dat heeft te maken met een overbezetting, een te hoge kostprijs of omdat ze naar een andere gemeente moeten uitwijken, waardoor ze geen voorrang hebben op plaatselijke scholen.

Het gevolg is dat er naast de tijd die nodig is voor het omkleden nog meer tijd verloren gaat aan verplaatsing. Gemiddeld worden er 15 zwembeurten per schooljaar georganiseerd van honderd minuten, maar daarvan worden er slechts 38 minuten effectief in het water doorgebracht.

Paal boven water

Daarnaast zijn er bovendien een heel pak Nederlandstalige scholen in Brussel die gewoon geen zwemlessen organiseren. Het gaat om 19 procent. Doorgaans maken scholen die beslissing omdat het geen onderwijsdoel is voor hun leerlingen of omdat ze geen geschikt zwembad vinden om de lessen te laten plaatsvinden.

Volgens Debaets tonen de cijfers aan dat investeringen in zweminfrastructuur hard nodig zijn. “We moeten onze leerlingen correct kunnen leren zwemmen via onze scholen, dat staat als een paal boven water”, klinkt het.