Onlangs was Lieven Boeve, nog één schooljaar lang directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, in de Vierwindenschool in Molenbeek. In de peuterklas zat maar één kind met Nederlandstalige ouders, maar Boeve focust liever op iets anders: “Een jonge leerkracht besliste om er na haar verplichte Brusselstage te blijven lesgeven. Dat is een hoopvol verhaal.”
| Lieven_Boeve, directeur-generaal Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Wie is Lieven Boeve?
- Geboren in 1966
- Hoogleraar fundamentele theologie (KU Leuven)
- Doctor in de theologie (KU Leuven) met een proefschrift over theologie en het postmoderne denken (1995)
- Was van 2008 tot 2014 decaan van de faculteit theologie
- Sinds 2014 directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen
- Schreef onder meer ‘Het evangelie volgens Lieven Boeve’ (LannooCampus, 2019)
Over een jaar zwaait Lieven Boeve af als grote baas van 'de Guimardstraat'. Hij heeft sinds 2014 zijn stempel gedrukt op het onderwijsbeleid in Vlaanderen, al was het maar door te tonen dat er met het katholiek onderwijs niet te sollen valt: de eindtermen die de Vlaamse regering vooropstelde, werden minimumdoelen, en de onderwijsnetten en scholen mogen daarbovenop zelf ambitie toevoegen. Zelf hoopt hij dat er nu vooral kan nagedacht worden over waar we met onze maatschappij naar toe willen.
“We moeten ook voor die leerlingen voor wie die lat onbereikbaar is, hoge verwachtingen koesteren”
Hij maakt zich namelijk grote zorgen, onder meer over het mentale welzijn bij onze jongeren. “Ik sprak onlangs een kinderarts. Die had vroeger twee jonge anorexiepatiënten per week, vandaag zijn het er vijf per consultatie (van een halve dag, red.). Kijk, aan de ene kant hebben we het heel goed in onze samenleving. Vlaanderen is welvarend, we hebben een uitstekende gezondheidszorg, maar er heerst veel negativiteit en verzuring. Waar is het verbindende verhaal waarin we jongeren kunnen meenemen naar een hoopvolle toekomst? Dat is de vraag, nog belangrijker dan hoeveel uur wiskunde of taal de leerlingen moeten krijgen. Want er komt veel op ons af, en dan al zeker voor de jongeren. De democratie wordt uitgehold, er woedt een oorlog aan de poorten van Europa, er is een migratiecrisis die we niet opgelost krijgen, er is de dreiging van de klimaatcrisis. Ook dáár zou het over moeten gaan.”
Is daar een taak weggelegd voor de scholen?
Lieven Boeve: Die kunnen dat niet alleen. Kijk, als jongeren geen boeken meer lezen, dan weten we ondertussen dat dat niet alleen de verantwoordelijkheid is van de school. Ook voor het meenemen van jongeren in een breder verbindend verhaal is dat geval.
Had u verwacht bij uw aantreden in 2014 dat het onderwijs in zo'n moeilijk vaarwater terecht zou komen? Het Vlaamse onderwijs scoort internationaal niet goed, terwijl het decennialang onze grote troef was.
Boeve: Die verontrustende signalen waren er blijkbaar al bij mijn aantreden, maar werden nadien zeker bevestigd. En het is natuurlijk een evolutie die je niet zomaar keert. Er zijn diverse hypotheses over het waarom. Mocht er één analyse zijn die allesverklarend is, en een aanpak die het kan oplossen, waren we er met zijn allen al lang uitgeraakt.
En daar komt dan nog het nijpende leerkrachtentekort bij. Dat geeft leerverlies, zowel voor lezen als voor wiskunde. Dat blijkt uit onze eigen cijfers. Over die correlatie heb ik twee jaar geleden de alarmbel geluid. Als we onze onderwijskwaliteit op peil willen krijgen, moeten er weer overal leerkrachten voor de klas staan. Zeker ook in Brussel.
Er is enorm gebouwd de laatste tien jaar, er zijn in de hoofdstad tientallen scholen bij gekomen. Dat was hard nodig, maar zijn de leraars dan vergeten?
Boeve: In 2019 was het al duidelijk dat we afstevenden op een lerarentekort. In het regeerakkoord werd toen een lerarenpact aangekondigd. Daar is niets van in huis gekomen. Het is mijn frustratie en mijn hoop. Frustratie dat het er niet is gekomen, op enkele kleine maatregelen na, maar de hoop dat het er in de volgende legislatuur wel kan komen.
“Het is jammer dat sommigen de discussie over de vakantiekalender communautair voeren, en niet pedagogisch-maatschappelijk”
Waar moet dat leerkrachtenpact dan uit bestaan?
Boeve:We stellen leraars beter niet meer aan op schoolniveau, maar op niveau van een schoolbestuur met meerdere scholen, om arbeidsmobiliteit mogelijk te maken. Dat de opdracht van leraren niet langer in lesuren uitgedrukt wordt, maar alle taken omvat (een jaaropdracht). Dat zijinstromers hun volledige anciënniteit kunnen meenemen. Dat we gemengde teams kunnen vormen van graduaten, bachelors en masters. We hebben zoveel voorstellen gedaan voor meer flexibiliteit en mobiliteit, maar daar is niet veel mee gebeurd.
Riskeer je geen vermarkting van het onderwijs: de school inrichten als bedrijf?
Boeve: Er is niks mis met een goed hr-beleid in een non-profitorganisatie. En ook in de school moeten de rekeningen kloppen, al blijft onze opdracht eerst en vooral maatschappelijk.
De overheid stopt heel veel geld in het onderwijs, maar krijgt daar nu minder kwaliteit voor terug. Logisch ook dat er dan eisen worden gesteld.
Boeve: Ik verzet me tegen die perceptie. De cijfers over ons onderwijs geven maar een deel van de werkelijkheid weer. Onze kinderen kunnen wel lezen en rekenen, hé! Het negatieve verhaal over ons onderwijs ontmoedigt ook leerkrachten, precies wat we niet nodig hebben. Problemen benoemen, ja, maar het hele onderwijs over dezelfde kam scheren, is het slechtste wat we kunnen doen. Er zijn zoveel leerkrachten die vanuit een vol engagement voor de klas staan, maar die door het permanent kapittelen van het onderwijs hard worden gekwetst. Als ik sommige prominente stemmen over ons onderwijs hoor, dan vraag ik me af: hoelang is het geleden dat ze nog een stap in een klas hebben gezet?
Diezelfde prominente stemmen zeggen al jaren dat de lat hoger moet, dat kennis weer op de eerste plaats moet komen, en dat er te veel gepamperd wordt in het onderwijs. Akkoord?
Boeve: Dat zijn typische uitspraken in een gepolariseerd debat. Ligt de lat te laag? Dat de maatschappij hoge verwachtingen heeft van het onderwijs is legitiem. Maar het is als bij hoogspringen. Het is niet omdat je de lat op twee meter legt dat iedereen erover gaat. Als er onvoldoende middelen zijn, als de kinderen onvoorbereid zijn, dan lukt dat gewoon niet. Het heeft ook heel erg met de context te maken.
Diezelfde mensen zeggen: back to basics, met het mentale welzijn van de leerlingen moeten leerkrachten zich niet bezighouden. Dat is makkelijk gezegd. Die leraar die voor de klas staat, die ziet wel wat hij ziet, hé. En de leerlingen die het moeilijk hebben, zijn talrijker dan voordien.
En toch moeten we ook voor die leerlingen voor wie die lat onbereikbaar is, hoge verwachtingen koesteren. We moeten die niet aan hun lot overlaten, want ook zij zullen in onze samenleving een plaatsje moeten krijgen.
In Brussel komt daar de hyperdiversteit bij. Ik was een tijdje geleden in de Vierwindenschool in Molenbeek. In de peuterklas was slechts één kind met Nederlandstalige ouders, geen enkel ander kind had contact met het Nederlands buiten de school.
Wat dacht u toen?
Boeve: Ik zag daar de jonge leerkracht die in Leuven een leerkrachtenopleiding volgde. Die deed in de Vierwindenschool haar verplichte Brusselstage en besliste – zeer gemotiveerd – om er te blijven. Om te zorgen dat die kinderen meekunnen. Dat is een hoopvol verhaal.
De Vlaamse overheid wou met nieuwe leerplannen het grote schip van richting doen veranderen, maar het katholiek onderwijs heeft die plannen gekelderd door naar het Grondwettelijk Hof te stappen. Dat gaf jullie gelijk. Beschouwt u dat als een overwinning?
Boeve: Het was nodig. De overheid is de scholen de laatste jaren steeds meer gaan zien als louter uitvoerders van het beleid. Dat gebeurt op allerlei manieren, sluipend, door het oormerken van subsidies bijvoorbeeld. Op de duur maakt het niet meer uit naar welke school je gaat. Maar bij de nieuwe eindtermen kon je er echt niet meer naast kijken. We moesten ingrijpen. In die zin is onze overwinning ook symbolisch belangrijk. De vrijheid van het onderwijs op zich stond op het spel.
Toch klinkt er ook kritiek. De minimumdoelen zijn zo vaag dat de kans nu bestaat dat de holocaust niet meer onderwezen wordt in de geschiedenislessen, zo zegt onderwijsexpert Luc De Man in Knack. Heeft hij een punt?
Boeve: Ik heb dat ook gelezen. Maar daar werd tegelijk de vraag gesteld of hij dan geen vertrouwen meer heeft in de Vlaamse leerkrachten. Bovendien bestaan er naast minimumdoelen ook leerplannen die leraren daarbij ondersteunen. Ik maak me hier geen zorgen over.
In Brussel woedt de discussie over de vakantiekalender. Het Franstalige onderwijs heeft gekozen voor een kortere zomervakantie. Bent u daar voorstander van?
Boeve: Het is jammer dat sommigen de discussie in Vlaanderen communautair voeren, en niet pedagogisch-maatschappelijk: omdat de Franstaligen hiervoor kiezen, doen wij in Vlaanderen vooral niet hetzelfde. Daar wil ik niet aan meedoen.
Ik denk dat er pedagogisch wel een aantal redenen zijn om de vakantiekalender aan te passen. Anderzijds moeten we het effect op het jeugdwerk door een nieuwe vakantiekalender niet onderschatten. Dan zal misschien ook het hoger onderwijs moeten volgen, want heel wat studenten zijn als monitor actief in jeugdbewegingen. Misschien is het tot slot nuttig om enkele jaren te wachten en te kijken wat de leerwinst is in Franstalig België. Wat daar gebeurt, is hoe dan ook een interessante case in een context die niet zo veel verschilt van het Nederlandstalige onderwijs.
Meester BRUZZ - terug naar school 2023
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , Meester BRUZZ - terug naar school 2023 , Lieven Boeve , Katholiek Onderwijs Vlaanderen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.