Nieuwe vorming leert Brusselse onderwijsassistenten ‘kwaliteitsvol pedagogisch werken'

Vorig jaar schakelde Stad Brussel voor het eerst onderwijsassistenten in, personen zonder vooropleiding, ter ondersteuning van de leerkrachten in de klas. Zij mogen nu deelnemen aan een pilootproject van de Erasmushogeschool Brussel (EHB) rond een nieuw basisvorming. Die bereidt niet-gekwalificeerde ondersteuners voor om een pedagogische opleiding te starten. Zo hoopt men het lerarentekort deels te kunnen opvangen.

Recent werkten de richtingen ‘Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs’ en de ‘Professionele Bachelor Pedagogie van het jonge kind’ van de Erasmushogeschool Brussel (EHB) het navormingstraject ‘kwaliteitsvol pedagogisch werken met jonge kinderen’ uit. Bij die vorming kunnen binnen- en buitenschoolse ondersteuners zonder pedagogische vooropleiding, de nodige vaardigheden leren om zelf aan een opleiding tot leerkracht of pedagogisch coach te beginnen.

"We willen de onderwijsassistenten ondersteunen om hun rol op een optimale en pedagogisch verantwoorde manier op te nemen en zo de zware taak van leerkrachten te verlichten", zegt Brussels Schepen bevoegd voor Nederlandstalige onderwijs Anaïs Maes (one.brussels-Vooruit). "Daarnaast hopen we ze warm te maken voor de lerarenopleiding."

Voor het pilootproject werden tien Brusselse onderwijsassistenten geselecteerd als deelnemers. “Zij werden vorig jaar voor het eerst ingeschakeld als reactie op het lerarentekort in het Nederlandstalig onderwijs”, zegt Sandra Denies, pedagogisch inspecteur-generaal voor het Nederlandstalig Onderwijs bij de Stad Brussel. “Het gaat vooral om mensen die niet de kwalificaties hadden om een leerkrachtenopleiding te starten.”

Opleiding

“We zijn dan ook blij dat de assistenten door de EHB werden uitgenodigd om deel te nemen aan het project. Hopelijk raken er toch enkelen geïnspireerd om bijvoorbeeld een opleiding tot leerkracht of pedagogisch coach te volgen", aldus Denies.

Vorige maand ging de eerste module van de nieuwe basisvorming (‘Een warm en creatief pedagogisch klimaat creëren’) van start. Daarbij gingen opleidingshoofden eerst in gesprek met de deelnemers over hun kindbeeld, jobbeeld, en idealen voor opvoeding en onderwijs. Van daaruit startte de verkenning van hoe een krachtig pedagogisch klimaat voor kinderen en hun families er kan uitzien.

In het vervolgtraject wordt ingezet op kwalitatieve interacties met kinderen en ouders, en het belang van spel en verbeelding tijdens het werken met jonge kinderen.