Steden en gemeenten springen bij voor noodopvang van scholen

Als scholen binnen enkele weken niet over voldoende capaciteit beschikken om noodopvang te voorzien, kunnen ze aankloppen bij steden en gemeenten. Die zullen dan voor extra plaatsen zorgen. Dat laten de gezamenlijke onderwijskoepels weten.

Eerder deze week trokken de scholen aan de alarmbel. Zij kunnen vanaf 15 mei niet zowel deels weer lesgeven, als afstandsonderwijs organiseren en noodopvang voorzien voor kinderen die voorlopig nog niet terug naar hun klas kunnen, luidde het. Daarvoor is er te weinig personeel, en is de oppervlakte ook vaak te gering. De onderwijspartners en Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts zaten donderdag ruim drie uur samen over de kwestie.

Als scholen oordelen dat het leggen van die puzzel niet haalbaar en niet veilig is, kunnen ze een beroep doen op de lokale besturen voor de noodopvang. Minister Weyts bereikte eerder deze week een akkoord met zijn collega's van Welzijn Wouter Beke en van Binnenlands Bestuur Bart Somers over de financiering. Het gaat om een vergoeding van 30 euro per kind per dag.

Scholengroep Brussel zal morgen verder overleggen om hun scholen juist te adviseren over de opvangmogelijkheden. "De opvangnoden zijn zeer divers van school tot school", zegt Karin Struys van de Scholengroep. "Tegelijkertijd is de inschatting nog niet volledig, want sommige ouders weten nog niet of ze hun kind naar de opvang gaan sturen of zijn nog niet bereikbaar. Het is afwachten wat het op 15 mei zal worden." Op het nieuwe akkoord wil Struys nog niet reageren.