Voorlopig geen sneltesten in Brussels onderwijs

Vlaanderen start met sneltesten voor leerlingen en leerkrachten die een hoogrisicocontact hadden op school. In het Brussels onderwijs komen die vooralsnog niet. Al tonen zowel de Nederlandstalige als Franstalige gemeenschappen interesse. "Vooral in de clusteropsporing kan deze methode helpen."

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) rolt deze week twee proefprojecten uit met sneltesten, zowel in Gent als in Tienen. Als de resultaten daarvan naar wens zijn, zullen de sneltesten ook in de rest van Vlaanderen gebruikt worden vanaf januari. De bedoeling is ook om het systeem in de Nederlandstalige scholen in Brussel te implementeren, zegt Weyts' woordvoerder aan BRUZZ.

Ook in Brussel is men aan het onderzoeken hoe de sneltesten ingeschakeld kunnen worden in het onderwijs. "Over de twee gemeenschappen heen is daar een reflectie rond bezig. We zijn geïnteresseerd in de resultaten van deze pilootprojecten", aldus Inge Neven, hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie. "We geloven dat dit vooral een grote hulp kan zijn in clusteronderzoek."

Efficiëntere contactopsporing

Sneltesten werken op dezelfde manier als de klassieke PCR-testen, namelijk door op zoek te gaan naar sporen van het coronavirus in de neus en in de keel. Het grote voordeel is dat je al na een kwartier het resultaat kent, terwijl je bij een PCR-test soms twee dagen moet wachten. Het grote nadeel is dat deze sneltesten minder betrouwbaar zijn. "Maar voor hoog symptomische gevallen hebben ze zeker nut", zegt Neven.

Zo oordeelt ook onderwijsminister Weyts, die met sneltesten bij hoogrisicocontacten vooral tijdsverlies in het proces van contactopsporing wil beperken. Nu gaan hoogrisicocontacten in het onderwijs tien dagen in quarantaine en wordt op dag 7 een PCR-test afgenomen. Met sneltesten haal je positieve gevallen en met name superverspreiders er sneller uit, waardoor het contactonderzoek meteen uitgebreid kan worden en de clusters sneller ingedijkt kunnen worden.

Als het resultaat van de sneltest alsnog negatief is, dan blijft het hoogrisicocontact uit voorzorg toch in quarantaine. Op dag 7 van de quarantaine wordt er dan een PCR-test afgenomen en alleen als die ook negatief is, kan de betrokkenen terug naar school. Met andere woorden: de sneltesten worden in de pilootprojecten aanvullend gebruikt op het systeem van contactopsporing.

Grote operatie

Net als bij de klassieke PCR-test, gebeurt de staalafname bij de sneltest met een wisser. En dus heb je er ook een arts of een verpleegkundige voor nodig. "Mochten we dit voor het Brussels onderwijs willen implementeren, blijft zoiets een enorme logistieke operatie", aldus Neven.

Als je met een busje die sneltests af moet nemen in één klas, valt de operatie nog mee. "Maar in de piek van de tweede golf waren er dagen waarop we 50 of 60 meldingen van besmettingen in klassengroepen kregen. Als je dan een of twee keer al die leerlingen moet testen, is dat een grote operatie."