CD&V: verplichte inburgeringscursus voor elke nieuwkomer
Als nieuwe inwoners in Brussel aankomen, ontdekken ze een duale en complexe stad. Niet alleen door de grote kloof die er gaapt tussen arm en rijk, maar ook door het ingewikkelde institutionele kluwen, eigen aan onze hoofdstad. De gemeenten leveren de identiteitspapieren af; het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zorgt er via de MIVB voor dat bussen en metro's de stad doorkruisen; de twee gemeenschappen zijn bevoegd voor onderwijs, cultuur en welzijn en werken nauw samen met de gemeenschapscommissies VGC en Cocof. En dan zijn er bijvoorbeeld nog de Brusselse rusthuizen die tot de bicommunautaire sector behoren. Begrijpelijk dat in Brussel niet alleen Duitsers het in Keulen horen donderen...
Deze institutionele complexiteit zorgt er mee voor dat ons inziens te weinig nieuwe Brusselaars zich actief en/of duurzaam engageren in hun gemeente, bijvoorbeeld door deel te nemen aan het verenigingsleven of het lokale beleid. Dit wordt treffend geïllustreerd door het lage aantal buitenlanders die zich voor de komende gemeenteraadsverkiezingen inschreven: alle campagnes ten spijt zette tot enkele weken geleden slechts zeven procent van deze groep de stap om zich in te schrijven, en zo hun stem uit te brengen in een van de negentien Brusselse gemeenten.
In Vlaanderen wordt al jaren een actief inburgeringsbeleid gevoerd, met specifieke verplichtingen voor nieuwkomers. Ze moeten zich verplicht aanmelden bij een inburgerings- of een onthaalbureau, waar ze Nederlandse les (NT2) en een cursus maatschappelijke integratie kunnen volgen. Daar krijgen ze uitleg over het leven van alledag, en in het bijzonder over de socioculturele aspecten en de politieke structuur en werking van dit land. Dankzij een stevig informatiepakket raken deze nieuwkomers sneller vertrouwd met hun nieuwe omgeving.
In Brussel is het verhaal helaas niet zo eenduidig. Omdat aan Franstalige kant nog steeds geen inburgeringsbeleid is uitgebouwd, valt meteen ook de verplichting in Brussel weg om een inburgeringscursus te volgen. Aan Nederlandstalige kant bestaat in Brussel wel een sterk aanbod voor nieuwkomers, die zich op vrijwillige basis kunnen inschrijven. Dat is overigens een groot succes. Het Brusselse inburgeringsbureau BON levert prachtig werk en ontvangt jaarlijks steeds meer geïnteresseerde 'inburgeraars' uit de hele wereld.
Maar helaas valt het gros van de nieuwkomers in Brussel nog altijd uit de boot... omdat er nog geen vergelijkbaar initiatief bestaat aan Franstalige kant. Gevolg: we kunnen in onze hoofdstad geen sluitend en verplicht systeem uitbouwen waardoor elke nieuwkomer vertrouwd wordt met de sociale, economische, culturele en politieke werking en structuur van deze stad.
Daarom wordt het dringend tijd dat ook de Franse Gemeenschap een krachtig en volwaardig inburgeringsbeleid uittekent (de tijd lijkt er rijp voor), én dat de Vlaamse en Franse Gemeenschap vervolgens een samenwerkingsovereenkomst sluiten. Daarbij moeten dan waarschijnlijk ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse gemeenten betrokken worden. Gemeenten moeten deze nieuwkomers bij hun inschrijving wijzen op de verplichting om een inburgeringscursus te volgen (van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap). Een andere mogelijkheid kan erin bestaan dat de gemeenten de adressen van de doelgroep doorgeven aan beide Brusselse inburgeringsbureaus, zodat zij de nieuwkomers kunnen aanschrijven en hen informeren over het inburgeringsbeleid en de te volgen cursussen. De nieuwkomers zouden dus de keuze krijgen tussen de twee systemen (van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap). Maar hij of zij zal wél verplicht worden om die keuze ook echt te maken.
Emancipatie
Dit inburgeringsverhaal heeft voor ons een belangrijk emancipatorisch aspect. Hoe kan een nieuwkomer een elektriciteitsrekening lezen of interpreteren als hij die nog nooit eerder ontving? Hoe kan een nieuwkomer op een zinnige manier een stem uitbrengen bij democratische verkiezingen als hij of zij nooit een meerpartijensysteem heeft gekend? Hoe kan iemand de absolute gelijkheid van man en vrouw eerbiedigen en stimuleren als dit gegeven onbekend of onbelangrijk was in het land van herkomst? Hoe kan iemand de rechtsstaat respecteren als in het land van herkomst nauwelijks een vorm van justitie bestaat?
Een goed inburgeringsbeleid in Brussel is in het belang van iedereen: van de 'autochtone' Brusselaars, omdat de kloof tussen hen en de nieuwkomers kleiner wordt, en van de nieuwkomers, omdat die zich meer welkom zullen voelen in onze hoofdstad, én de werking van deze ingewikkelde stad ook beter zullen begrijpen...
Het is geenszins de bedoeling - zoals sommigen het kwaadwillig voorstellen - om mensen 'de les te lezen' of om 'hen te dwingen in de pas te lopen'. Integendeel, een sterk inburgeringsbeleid in Brussel moet juist leiden tot meer empowerment van de nieuwkomers; het kan hen helpen om zich echt thuis te voelen in deze stad. En is dat niet de wens van elke inwoner van een gemeente, stad, regio of land, waar ook ter wereld?
Meer dan ooit zal een sterk beleid in en voor Brussel staan of vallen met een sterk inburgeringsbeleid door de twee gemeenschappen.
Paul Delva is Vlaams parlementslid voor CD&V, Emmanuel Boodts is voorzitter van de Oudergemse CD&V
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.