Uitgaan van de eigen sterkte. Het is het beste recept voor een succesvol beleid. Het mag dan ook verbazen dat het Brussels Gewest de meertaligheid niet eerder naar voren heeft geschoven om krachtig uit de hoek te komen.
Edito: drietaligheid is een rijkdom met valkuilen
Brussels minister Sven Gatz (Open VLD) is vandaag de eerste excellentie van Meertaligheid van het land. Hij komt nu, kort na zijn aanstelling, met een publieke nota die daar invulling aan moet geven. Die tekst is nog maar een eerste aanzet voor een echt taalbeleid, maar de bakens zijn wel gezet, onder meer met de oprichting van een commissie van experts én een mooie doelstelling: een doorleefde drietaligheid voor onze ketjes als ze achttien jaar worden.
De plannen vallen natuurlijk niet los te zien van de context. Het superdiverse Brussel is met zijn honderden talen vandaag al een toonbeeld van linguïstieke rijkdom. Het aantal Brusselaars dat twee of meerdere talen spreekt is enorm. Meertaligheid maakt al van oudsher deel uit van de identiteit van de hoofdstad, zij het in een sluimerende vorm.
"Een doorleefde drietaligheid voor onze ketjes als ze achttien jaar worden, is een mooie doelstelling"
Vandaag kan die meertaligheid de speerpunt worden van een vernieuwde identiteit. Mooi meegenomen is dan het verschil met de andere landsdelen, die mono-communautair zijn: Wallonië en Vlaanderen.
Hoe belangwekkend meertaligheid ook kan zijn voor de Brusselse gemeenschapsvorming, we moeten hier uiteraard niet al te naïef in zijn. Er zijn wel degelijk valkuilen.
Iedereen begrijpt dat om een politieke gemeenschap te vormen, een demos zoals wetenschappers het noemen, de onderlinge communicatie van cruciaal belang is. Met een toren van Babel waar niemand elkaar nog begrijpt, komen we er natuurlijk niet. Of erger nog, met een taalpolitiek waarbij de ene taalgemeenschap de andere onder de knoet probeert te houden.
Ook daar heeft Brussel jammer genoeg al veel ervaring mee. We kunnen herinneren aan de jaren van het FDF, de partij die van de linguïcide zowat haar levensdoel had gemaakt. En net zo goed is er vandaag nog werk aan de winkel om de taalwetten te laten respecteren.
Het voordeel van deze benadering is dat ze niet vertrekt van wat afdwingbaar zou moeten zijn (taalwetten), maar juist van wat kansen biedt (taalbeleid). Als de Brusselaar op zijn achttiende inderdaad drietalig is, zoals Sven Gatz dat voluntaristisch naar voren schuift, dan zijn de taalwetten meteen overbodig. Dat is in deze tijden van politiek cynisme alvast een zeer verfrissende boodschap.
Lees meer over: Brussel , Opinie , minister van meertaligheid , gemeenschapsvorming , Sven Gatz
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.