Hans Vandecandelaere maakt tussentijds bilan van 'In Brussel' op
Om en bij de 3.000 verkochte exemplaren. Voeg daar vrijwel unaniem positieve persreacties en echo's van lezers aan toe en negen maanden na het verschijnen van In Brussel ben ik ontzettend tevreden met het gerendeerde zweet. "Ik las de warme veelheid," vertrouwde iemand me toe. En een vrouw die al jaren voor een Turks-Brussels klasje staat, weet haar ketten nu ook vanuit hun verre migratieachtergrond beter te plaatsen.
Assimilatie
De eerder positieve ondertoon van het boek was nooit het gevolg van voorbedachte rade, maar veeleer het logische resultaat van de aanpak ervan. Kijk over de muur van de laatste rel in Molenbeek, beschouw migratie over een periode van 60 jaar, kijk naar diversiteit in al haar diversiteit, en dan beland je automatisch in een oneindig genuanceerder verhaal.
En of er nood is aan dergelijke objectieve nuancering! Een leraar uit de Rand rond Brussel liet 43 leerlingen van een school met renommée mijn boek lezen. We maakten er een klein project van, dat startte met een vragenlijst. Gepeild naar de emotionele verbondenheid met Brussel, pakte 40 procent van de achttienjarigen uit met negatieve associaties. Brussel was dan vooral "druk, vuil, onaangenaam, onveilig, drugs, vreemdelingen, Marokkanen, negers, asielzoekers, hoeren en bedelaars." Een geloste groep van achtervolgers linkte Brussel voor 16 procent aan shoppen, cafés en cinema. En haast goed voor de bezemwagen zat je met leerlingen die de stad telkens voor zo'n 8 procent koppelden aan hoger onderwijs, trein- en metrostations, de hoofdstedelijke rol, cultuur en evenementen. Globaal gezien ontstond een beeld van typische stadsgebruikers die de geneugten van de stad meepikken, maar de echte, soms grauwe stedelijkheid op het schavot plaatsen.
Een tweede vraag peilde naar feitelijke kennis. Amper 42 procent van de 370 antwoorden rekende ik juist. En oh, wat bleef ik gul. "De Noordwijk = hoeren en café Flamingo," kon er bijvoorbeeld mee door. Ten slotte peilden we naar de visie op Brusselse diversiteit. De gebrekkige kennis over de stad ten spijt, hadden de meeste leerlingen hierover merkwaardig genoeg wél een uitgesproken mening. Vertaald naar politieke kleur balanceerde die tussen centrum- en extreem-rechts met een overduidelijke claim naar assimilatie, dus de afvlakking van het verschil door "Nederlands te leren, hard te werken en zijn best te doen."
Veelkleurigheid
Opvallend ook was hoe migratie als containerbegrip werd gehanteerd. Iets te sterk uitgedrukt: "migratie = Marokkanen, Turken en zwarten." De mening over deze groepen zelf was dan weer gebaseerd op een flagrant gebrek aan kennis. Ik hoorde professor Eric Corijn (VUB) onlangs tijdens een debat zeggen dat iedereen die vanuit het hinterland de stad gebruikt, maar eens een verplichte inburgeringscursus moest volgen.
Het zou interessant zijn om dezelfde steekproef over te doen in een Brusselse en bijvoorbeeld in een Limburgse school. Weet de Vlaamse Rand zich meer bedreigd dan Limburg? Voor Bussel gok ik op meer gematigdheid omwille van de dagelijkse kost.
Maar toch! Ook Brussel heeft 'verknopers' en bruggenbouwers hard nodig. Diversiteit en vermenging is het register waarin de stad verder zal groeien en van waaruit ook een Brusselse identiteit aan het ontstaan is. De resultaten van de derde taalbarometer toonden dit recent nog maar eens aan. Laat dat verschil bestaan, want anders pruts je aan de Brusselse eigenheid. Maar breng het geregeld ook samen door duiding en in gedeelde, hybride ruimtes, zodat het verschil niet ontaardt in verwoestende vooroordelen. Overigens: door de vermenging zullen ook wel de extreme kantjes verdwijnen.
Dat hybride ontstaat spontaan. Kijk maar naar de veelkleurigheid op de terrassen. En wat niet spontaan groeit, heeft een zetje nodig. Met hoeveel zijn ze niet om schitterend werk af te leveren? Leerkrachten, de mannen en madammen van Regionaal Integratiecentrum Foyer, van het Centre Bruxellois d'Action Interculturel. Heren als Philippe van Parijs (UCL) of opnieuw Eric Corijn die tijd vinden om hun theorieën ook op straat of in cafés uit te leggen. Enkele Turks -en Iraans-Brusselse groeperingen. Ooit al resultaten van het Tok Toc Knockfestival live gezien?
Doceren op straat
Maar misschien mag het nog ambitieuzer? Zinneke Parade heeft zijn statuut verworven, maar kunnen we niet nog andere hybride uithangborden op de kaart zetten? De herinvulling van de Sint-Katelijnekerk als voedingsmarkt, maar dan zoals Vlaams parlementslid voor Brussel Yamila Idrissi onlangs in deze krant voorstelde. Een markt als ontmoetingsplaats waar ook etnische entrepreneurs een plek vinden. Werk die markt dan verder op een uitgekiende manier uit. Wereldkeuken, maar ook wereldmuziek zijn net door hun neutraliserende werking verzoenende opstapjes naar iets diepers.
Hoe dan ook: ik ga door met doceren op straat. Het boek vond een verlengstuk in wandelingen en lezingen. Op het trottoir, op de fiets of in de bus. In restaurants, moskeeën, kapellen, supermarkten, appartementen en villa's. Voorbij de inhoudelijke grens van bakbananen bekijken in Matonge en zo vaak als maar kan brugjes slaand tussen publiek en bevoorrechte getuigen van groepen van wie een migratieachtergrond een deel is van hun bredere identiteit.
In het najaar verwacht ik enkele bussen uit de Kempen. En ja, ook eentje uit de Rand.
Hans Vandecandelaere
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.