Joost Rampelberg: 'Duidelijke gemeenschapskeuze heeft voordelen'
Lees ook: 'Kiezen voor gemeenschap slecht idee'
In Brussel Deze Week 1272 legt Dr. Milan Roex, Brusselaar en huisarts, uit waarom hij niet achter het idee staat de Brusselaar te dwingen zich te 'bekennen' tot een van beide gemeenschappen.
Ook ik ben Brusselaar en huisarts, en heb met collega Roex aan heel wat initiatieven meegewerkt. Maar met zijn stelling kan ik het helemaal niet eens zijn.
Het artikel van Dr. Roex is lang, maar geeft geen essentiële bezwaren aan tegen de noodzaak om voor een bepaalde gemeenschap te kiezen wat betreft persoonsgebonden materies. Veel van zijn bezwaren zijn vragen: Hoe en op welke basis moeten de artsen kiezen? Zullen zij hun gemeenschap of hun patiënten volgen?
Dat heeft voor de patiënten geen enkel belang. In het kader van de huidige Europese wetgeving kunnen zij van de sociale zekerheid waarbij ze zijn aangesloten, terugbetaling krijgen volgens de eigen normen van die sociale zekerheid voor verzorgingen in het buitenland. Waarom zou dat dan ook niet kunnen binnen de sociale zekerheid van verschillende gemeenschappen? Sociale zekerheid is in vele federale staten, zoals in Duitsland en Zwitserland, een bevoegdheid van deelstaten. Daar geeft het blijkbaar nergens problemen als men zich een paar kilometer verderop laat verzorgen.
Ik zie dan ook niet in, zoals collega Roex stelt, waarom er gevreesd moet worden voor toename van de ongelijkheid tussen de inwoners. Het aanbod van de ene of de andere gemeenschap zal misschien enigszins verschillend zijn, maar zulke verschillen zijn in het huidige Europa eerder gering.
Het enige wat echt moet vermeden worden, is dat er een soort shopping zou ontstaan voor verschillende aspecten van sociale zekerheid: kinderbijslag hier, gezondheidszorg daar, de uitkeringen … Het is duidelijk dat een stelsel van sociale zekerheid enige coherentie moet vertonen, de keuze moet dan ook duidelijk worden gemaakt voor het ene of het andere stelsel. Taalaanhorigheid en taalkennis kunnen daarbij een element zijn, doch niet noodzakelijk het enige.
Een duidelijke keuze zou overigens de integratie van mensen en gezinnen van andere oorsprong bevorderen. Men weet dan tenminste binnen welke taal en cultuur die integratie kan plaatsvinden. Dat hoeft geenszins te leiden tot vormen van assimilatie of een verloren gaan van contacten met de originele cultuur; er bestaan duidelijk voorbeelden van etnische groepen die zich perfect op die manier hebben ingepast en toch voeling hebben behouden met hun oorspronkelijke cultuur en zelfs de taal van de gemeenschap waaruit zij zijn ontsproten. Ik denk bijvoorbeeld aan de Oekraïense gemeenschap, veel kleiner en veel minder zichtbaar, en misschien daarom minder bekend. Ze nemen moeiteloos deel aan het leven van de Nederlandstalige of Franstalige gemeenschap in en om Brussel, maar hebben daarom nog geen voeling verloren met hun gemeenschap van oorsprong, spreken vaak nog Oekraïens, en ontmoeten elkaar regelmatig bij godsdienstige vieringen.
Eenheidsworst
Ik kan begrijpen dat taalgemengde gezinnen of buitenlanders die nog geen band met de autochtone gemeenschap konden opbouwen, misschien moeite hebben met hun keuze. In andere meertalige landen zal dat niet anders zijn, en wie immigreert moet zich redelijkerwijze aanpassen aan de wetten en gebruiken van zijn nieuwe land.
Het kan natuurlijk zijn dat iemand - en dat hoeft niet noodzakelijk een migrant te zijn - na enige tijd beseft dat hij beter bij de andere gemeenschap zou aansluiten. Die mogelijkheid moet bestaan, maar slechts na een redelijke bedenktijd en hoogstens een paar keer.
Anderzijds zou de verplichting om te kiezen voor de ene of de andere gemeenschap het ook voor migranten duidelijk maken dat hier twee gemeenschappen leven, die er niet alleen een andere taal op nahouden maar ook een verschillende culturele achtergrond, vaak met een eigen ideologische tint. Sommigen vrezen dat het toewijzen van de sociale zekerheid aan de gemeenschappen voor de Vlaamse Gemeenschap een ondraaglijke last zou kunnen betekenen, als een belangrijk deel van de gezinnen van allochtone oorsprong plots kiezen voor de Vlaamse sociale zekerheid. De berekeningen van Danny Pieters (N-VA), senaatsvoorzitter en gewoon hoogleraar rechten aan de KU Leuven, spreken dat echter volkomen tegen. En hij is toch iemand die niet over één nacht ijs gaat.
Ik denk dan ook dat een splitsing van de sociale zekerheid naar de gemeenschappen voor iedereen alleen maar voordeel kan opleveren, veel meer dan de huidige eenheidsworst die leidt tot conflicten, misbruiken en verkwistingen.
Eveneens is het zo dat met name van de Vlaamse Gemeenschap grotere inspanningen op het terrein mogen worden verwacht. Het valt ook te betreuren dat de verschillende overheden in de Vlaamse Gemeenschap enerzijds en het Brusselse Gewest anderzijds voortdurend de zwartepiet naar elkaar doorschuiven, in plaats van gemeenschappelijke initiatieven te nemen om met name aan de behoefte aan Nederlandstalige scholen in Brussel beter tegemoet te komen.
Beter dan via federale structuren belangrijke transfers naar de andere gemeenschap te dulden, zouden de Vlaamse overheden zowel binnen de Vlaamse Gemeenschap als binnen het Brusselse Gewest hun inspanningen moeten richten op de correcte opvang van wie zich tot de Nederlandse Gemeenschap wil bekennen in Brussel, of ze nu van traditioneel Vlaamse oorsprong zijn dan wel uit de wijde wereld naar onze Vlaamse hoofdstad - die ze niet altijd als dusdanig kunnen herkennen - toestromen.
Dr. Joost Rampelberg
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.