“Hoe kom je erbij om honingbijen en wilde bijen als concurrenten van elkaar te zien in Brussel? Een lastercampagne die de pers al te gretig overneemt,” stellen Jacques Dujardin en Yves Van Parys van Bruxelles m’Abeilles. “Red ze allebei.”
Kunnen wilde bijen én honingbijen naast elkaar leven?
Alle problemen over overleving van bijen, zouden de schuld zijn van de ‘overaanwezigheid’ van imkers en bijenkasten in de stad. Dat beweert toch BeeOdiversity (commercieel imkerbedrijf, red.), waaraan de pers altijd refereert - maar waarvan het labo gesponsord werd door Bayer.
Of waarmee ULB-professor Nicolas Vereecken uitpakt, een grote lobbyist, al levert hij ook goed werk,” zo stelt Yves Van Parys, imker en veertig jaar actief geweest bij de Milieudiensten van Brussel-Stad en Jette. Hij breekt samen met Jacques Dujardin, kunstenaar en imker een lans voor de evenwichtige bijenpopulatie in de stad. De 125 jaar oude vereniging Bruxelles m’Abeilles, waarin ze actief zijn, volgt hen daarin.
“Met cijfers van de bijensterfte willen we dat misverstand voor goed en altijd wegslingeren,” zegt Van Parys. Op 18 mei wordt het resultaat van de Brusselse bijentelling van september 2017 tot april 2018 bekendgemaakt in het cultuurcentrum Bruegel. Er wordt gevreesd voor het ergste cijfer ooit, net op het moment dat de voorjaarstentoonstelling De laatste imker van Dujardin loopt. “De telling in Brussel kadert in een verplichting van Europa, maar wij zullen nog meer gegevens verzamelen.
Er zijn rond de vijfhonderd bijenkasten in het Brussels Gewest geplaatst. Het sterftecijfer heeft de jongste jaren ups and downs gekend. Maar nu wordt het alle hens aan dek. Na pieken en dalen, wordt verwacht dat een op de drie bijen deze winter doodging, ondanks de bijvoeding door de imker. Dat is weinig rooskleurig voor de bijenpopulatie.”
"Als de imker de honingbij niet verzorgt, zal ze grotendeels verdwijnen"
Een bijenkast telt ongeveer zestigduizend bijen in de zomer (een bij leeft maar zes weken). Na de winter is het hopen op overlevers, in het beste geval zijn dat er een twintigduizend.
Dujardin: “De klimaatverandering, ziektes en pesticiden zijn de basisoorzaken van de terugval van het aantal bijen. De concentratie van pesticiden ligt in private tuinen negen- tot tienmaal hoger dan in landbouwzones.”
“Bordelaise pap wordt nu verboden, maar een allesdoder als Round Up mag gekocht worden (maar niet privé gebruikt, wel door professionelen, red.). De overheden staan pesticidengebruik niet toe, maar de grond is al jaren bezoedeld en in de stad wordt minder op het gebruik gelet dan op de buiten. Driemaal meer spuiten om zeker alle onkruid te hebben geweerd, lijkt de norm in de stad.
De ecologische tegenbeweging van permacultuur is van een te recente datum om al voldoende effect te hebben. Het kwaad is al lang geschied. De natuur draagt de gevolgen met zich mee.”
“In België komen ongeveer 385 soorten wilde bijen voor, waarvan een 120-tal in Brussel gedijen,” zegt Van Parys. “En toch spreekt men altijd over de honingbijen, als een soort ‘gedomesticeerde’ insectensoort die de andere verdringt. Alsof andere dieren waaraan kasten worden aangereikt om te overleven als ‘gedomesticeerd’ moeten worden gezien. Vleermuizen krijgen toch ook kasten? Zijn ze daarom tam? Die term maakt de honingbij zwart. Als de imker de honingbij niet verzorgt, zal ze grotendeels verdwijnen. Het probleem wordt dan om van een te kleine populatie weer genoeg bijen te krijgen.”
Sociaal gedrag
En wat is dan het verschil, zijn het concurrenten van elkaar? “De honingbij heeft net als de wilde bij een grote functie in de bevruchting van het plantenrijk,” zegt Van Parys. “Wilde bijen nestelen zich apart in oude, rottende stammen en boven-gronds (dertig procent) of onder de blote grond (zeventig procent) in kleine ‘dorpjes’.
Hun voedingswijze is compleet anders dan die van de honingbij, die socialer te werk gaat. Bloemenweiden gedijen goed door de alleen opererende wilde bijen. Honingbijen zijn gespecialiseerd in sociaal gedrag en samenwerken.
Zij gaan in kolonies af op een grote massa bloemen, zoals van een fruitboom. Om één bloeiende boom waaraan ze zich tegoed doen voor stuifmeel en nectar te vervangen, zou een hectare aan bloemen op de grond nodig zijn. Bijgevolg zie je de wilde bijen meer in kleine tuinen en parken opereren.”
“De kritiek blijft maar komen dat de biodiversiteit moet worden gegarandeerd, met vooral aandacht voor wilde bijen. Maar biodiversiteit, bij plant of dier, heeft miljoenen jaren zichzelf gereguleerd in de natuur. De imker helpt de honingbij inderdaad een handje om te overleven, gezien de vele problemen van de soort.
Trouwens die nieuwe imker is een man of vrouw die ‘ambassadeur is van de biodiversiteit’, Hun motivatie is duidelijk aan ‘zachte imkerij’ doen, ook op een tuindak, om resoluut het milieu te beschermen. Een nobel engagement. Laat hen dus actief zijn voor de honingbij, die mag leven naast de wilde bij en omgekeerd.”
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.