Maes: 'Bedrijfswagens rijden onveiliger, vervuilen meer en kosten handenvol geld'
Het is bijwijlen hallucinant: bijna een nieuwe inschrijving op de twee is ondertussen een bedrijfswagen. In de recente mobiliteitsstudie over de Brusselse Ring stelt men vast dat het aandeel bedrijfswagens in het Brussels gewest vier keer hoger ligt dan in de rest van het land.
Waarom zijn er nu zoveel bedrijfswagens? Vooreerst bestaat er het fenomeen - wat geen exclusief Belgisch verschijnsel is - dat een bedrijfswagen een statussymbool is: menig CEO, financieel directeur, bedrijfsleider, minister of zelfs parlementslid kan zich eenvoudigweg niet voorstellen om zonder (bedrijfs)wagen door het leven te gaan. Dat zou beschouwd worden als een aantasting van prestige en gezag. Maar de bedrijfswagen als statussymbool is ondertussen al lang niet meer beperkt tot deze bedrijfsleiders. Het merendeel van de bedrijfswagens in België wordt ondertussen als extralegaal voordeel of als looncompensatie gegeven aan werknemers die strikt genomen geen voertuig nodig hebben om hun functie uit te oefenen. Afgezien van het woon-werkverkeer wordt slechts een deel van de Belgische bedrijfsvloot echt gebruikt als professioneel voertuig. Belgische en Nederlandse studies tonen aan dat een bedrijfswagen voor ongeveer dertig procent voor professionele doeleinden wordt gebruikt en voor zeventig procent voor privéverplaatsingen.
Als we dit systeem van bedrijfswagen als looncompensatie willen wijzigen, dan moeten we de mensen die nu van dit fiscaal voordeel genieten, wel iets anders bieden, anders pakken we hun al snel vijfhonderd euro netto in de maand af. Dat moet gecompenseerd worden. Een soort mobiliteitskrediet, naar wens in te vullen, of een ander fiscaal voordeel, dat ook interessant blijft voor werkgevers.
Wie in een bedrijfswagen rijdt, heeft een ander rijgedrag dan mensen die met een eigen auto rijden, aldus het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). Bestuurders van bedrijfswagens rijden vaker te snel, zorgen voor meer verkeersonveiligheid, vervuilen meer en stoten meer CO2 uit.
Verder stellen mobiliteitsspecialisten telkens weer hetzelfde patroon vast: wie een bedrijfswagen bezit, rijdt er tweeënhalf keer meer mee rond dan met een eigen wagen. Het voertuig wordt te vaak gebruikt wanneer het eigenlijk niet nodig is. Voor korte afstanden van een à twee kilometer wordt er veel gemakkelijker een bedrijfswagen genomen dan dat eindje te lopen of te fietsen.
En doordat er intussen zoveel rondrijden, maakt niet meer het bezit, maar de grootte van de bedrijfswagen het verschil. De Belgische bedrijfswagen heeft steeds meer te kampen met overdimensionering: het aandeel kleine stadsautootjes binnen het bedrijfswagenpark is beperkt tot dertig procent. Het gaat in de regel (zeventig procent) om grote, enorm zware kolossen, die niet in verhouding staan tot hun feitelijke gebruik, en die enorm veel (openbare) ruimte in beslag nemen.
De 'milieuvriendelijke' nieuwe modellen - een auto is per definitie nooit milieuvriendelijk - zijn op zich een goede zaak. Helaas wordt hun performantie volledig tenietgedaan door alle toeters en bellen (elektronische snufjes, airco,..) en hun afmetingen. 94 procent van de bedrijfswagens heeft bovendien een dieselmotor, waardoor de concentratie fijne stofdeeltjes (ondanks roetfilters) nog meer stijgt en we het jaarlijkse quotum van 35 fijnstofdagen dat Europa ons toestaat, vlotjes overschrijden. Ter herinnering: Europa heeft België al gewaarschuwd voor het niet-halen van de fijnstofnormen. Een Europese veroordeling met een fikse boete als gevolg is nakende. Het fiscaal motief voor massaal dieselrijden zou dus ook dringend onder de loep moeten worden genomen.
Schatkist
België hoort bij de top van Europese lidstaten die het meest bedrijfswagens bevoordelen. Dat heeft een prijskaartje: jaarlijks verliest de staat bijna vier miljard euro aan fiscale opbrengsten. Volgens een Deense studie in opdracht van de Europese Commissie zou België enorme bedragen kunnen recupereren als het de fiscale gunstmaatregelen voor bedrijfswagens afschaft. De studie toont aan dat België eigenlijk bedrijfswagens subsidieert ten voordele van bedrijven en werknemers die gebruikmaken van dit extralegale voordeel a rato van 1,2 procent van ons bnp, terwijl dit op Europees niveau slechts 0,5 procent is. België verliest zo een hoop geld waar de overheid heel wat andere, noodzakelijker dingen mee zou kunnen doen. De eerder vermelde milieukosten en de impact van de luchtverontreiniging op onze luchtwegen zijn dan nog niet eens meegerekend.
In deze moeilijke budgettaire context is het dus misschien hoog tijd om het roer - of in dit geval eerder het stuur - radicaal om te gooien. Het Brusselse Iris 2-plan kiest voor twintig procent minder autoverkeer en legt de focus op zachte weggebruikers en openbaar vervoer. Het is hoog tijd dat België een 21ste-eeuwse visie op autobezit en autogebruik ontwikkelt, net zoals onze buurlanden. Daarom een warme oproep naar de regeringsonderhandelaars om dringend werk te maken van een hervorming van het statuut van de bedrijfswagens. Het zal de gezondheid en het milieu ten goede komen, de gevolgen van ellenlange files voor onze economie tenietdoen, grote infrastructuurprojecten zullen overbodig worden, en last but not least: het zal onze schatkist jaar na jaar ten goede komen.
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.