Opinie: Leraar Julien Borremans over segregatie en ontworteling
Onlangs zond de RTBf een reportage van Frédéric Deborsu over de islam in Brussel uit. Volgens parlementslid Alain Destexhe (MR) lopen er in Brussel veel meer gesluierde vrouwen rond dan vijftien jaar geleden. Deborsu ging ook rondsnuffelen in Noord-Afrikaanse boekenwinkels, waar hij rijkelijk citeerde uit de plaatselijke bestsellers, waaruit blijkt dat de gelijkheid tussen man en vrouw, op z'n zachtst gezegd, fel in twijfel wordt getrokken.
Het is geen geheim dat de (radicale) islam in Brussel aan belang wint. De islamitische gemeenschappen sluiten zich op in zichzelf, met alle gevolgen van dien. Brussel bezit nog amper samenhang. De sociale problemen tieren welig en de criminaliteit scheert hoge toppen. Achttien procent van de verkrachtingen, slagen en verwondingen… in dit land is voor rekening van de hoofdstad. De etnische en sociale breuklijnen in Brussel zijn meer dan ooit zichtbaar en worden steeds dieper.
Als er geen diepgaande hervormingen van de Brusselse beleidsstructuren en vergaande investeringen in het sociale weefsel, werk, onderwijs en opleiding, huisvesting, politie en gerecht gebeuren, dan zullen de sociale problemen, het geweld en de criminaliteit verder escaleren. De komende jaren komen er tienduizenden mensen bij in Brussel, en grotendeels zullen dat kansarme allochtonen zijn.
Voor die negatieve ontwikkeling wordt veelal verwezen naar de grote sociale achterstand. Dat klopt voor een deel, maar er is meer aan de hand. De hedendaagse criminaliteit en de toenemende verharding van de omgangsvormen bij allochtone jongeren ontstaan vooral omdat tweede- en derdegeneratieallochtonen geconfronteerd worden met een maatschappij wier waarden en normen in vele gevallen ver afstaan van wat zij in hun dagelijks leven ervaren. Dat leidt in vele gevallen tot ontworteling. De overgang naar een totaal andere sociale en culturele omgeving kan leiden tot marginalisering, en in het slechtste geval tot - om het met de woorden van de Nederlandse socioloog Hans Werdmölder te zeggen - ontwortelingscriminaliteit . Dit is het gevolg van dagelijkse botsingen tussen cultuur- en denkpatronen.
In eerste instantie is het 'm niet om de godsdienst te doen. De eerste generatie 'gastarbeiders' waren vrome moslims, maar ze veroorzaakten heel weinig problemen. Wat we nu bij de tweede en derde generatie allochtonen zien, is dat ze hun godsdienst gebruiken om zich af te zetten tegen de bestaande, overheersende maatschappij. Godsdienstbeleving wordt dan een soort uniform om de autochtone samenleving te provoceren. Men bekent zich tot de islam om zich te onderscheiden van de westerse samenleving. Godsdienst wordt als een identificatiemiddel gebruikt.
De Brusselse situatie vertoont parallellen met de problemen in Noord-Ierland. Godsdienst werd er als een identificatiemiddel gehanteerd, als een containerbegrip waarin heel wat politiek en sociaal ongenoegen van katholieken (de Ieren) jegens de protestanten (de Engelse overheersing) verzamelde. De islam die we hier ontdekken, is geen ingevoerde godsdienst van de Arabische wereld, maar is het product van een proces van vervreemding.
De problemen die we vandaag met bepaalde jonge allochtonen kennen, hebben te maken met ontwortelingsmechanismen. Dat is vooral te wijten aan de verstoorde gezagsverhoudingen in het gezin, een opvoeding vol achterdocht tegenover de heersende structuren, de islamitische huwelijksmoraal die moeders onmachtig maakt, een sterk eergevoel, aanpassingsstress, de onderwijs- en kennisachterstand van de ouders en een noodlottige gedoogcultuur (Fleur Jurgens in haar boek Het Marokkanendrama ).
Deze explosieve samenloop van omstandigheden zorgt ervoor dat er in de achterstandswijken een multi-etnisch subproletariaat groeit dat zich van de 'heersende' cultuur en haar waarden en normen gaat afkeren.
Onderwijs
Uiteraard heeft elke medaille twee kanten. Het zou onheus zijn om alle verantwoordelijkheid bij kansarme milieus te leggen. Zowel de Brusselse als de federale overheid slaagt er niet in haar kerntaken naar behoren uit te voeren. De tweede, derde en zelfs vierde generatie allochtonen bevinden zich nog steeds in de onderlagen van onze maatschappij.
Vooral het onderwijs moet zich dringend beraden over zijn visie en strategie. Het is duidelijk dat het huidige onderwijs - een aantal scholen niet te na gesproken - de aanzwellende uitstroom van jongeren zonder diploma niet kan keren. En dan zwijgen we nog over de groeiende desinteresse, demotivatie en toenemende onrust bij de schoolgaande jeugd, of de verschraling van de opgedane kennis en de verworven competenties.
Scholen ondergaan te veel en zijn te veel eilanden die op zichzelf proberen een beleid uit te stippelen. De huidige situatie vraagt om een gecoördineerd optreden over de schoolnetten heen. De schoolgaande jeugd heeft een duidelijk referentiekader nodig met een mainstream -cultuur waarnaar ze zich kunnen richten. Leerlingen moeten een aangepast curriculum kunnen krijgen. Ook dient er veel meer in de thuissituatie te worden geïnvesteerd. Schoolopbouwwerk, naschoolse opvang en studiebegeleiding moeten de hoekstenen vormen om de problemen in verband met spijbelen, veiligheid, drugs aan te pakken.
Maar wat we zeker niet mogen schuwen, is de noodzaak om jongeren duidelijk te maken dat er gedragscodes, regels en afspraken zijn die noodzakelijk zijn om tot een goede samenwerking te komen. Deze codes gelden voor iedereen zonder uitzondering en moeten worden afgedwongen. Het heeft geen zin om de geldende normen te verzwakken en af te bouwen om zo de toenemende problemen te verdoezelen. Dát is het eerste werkpunt van het Brusselse onderwijs.
Julien Borremans geeft in Brussel les aan 14- tot 18-jarigen
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.