Opinie Nick Trachet: 'Leren minder netjes te zijn'

Nick Trachet
© Brussel Deze Week
27/05/2010
We hebben net het Weekend van de Bio­diversiteit gehad, en 2010 is ook het Jaar van de Bio­diversiteit. Maar het lijkt alsof weinig mensen begrijpen waarover het gaat. Want biodiversiteit is géén gebruiksartikel, geen ziekte of vorm van solidariteit. Het is een grootheid, een maat. Zouden we een internationale Dag van de Lengte organiseren? Een Jaar van de Temperatuur? Het zou raar zijn, meent Nick Trachet. [1 reactie]

De biodiversiteit, dat is de rijkdom en vooral de verscheidenheid van de planten en dieren op een bepaalde plek. Veel planten en evenzoveel dieren zijn door de mens mettertijd uitgeroeid, vaak per ongeluk omdat deze schepsels het niet uithouden in de buurt van de mens, vaak ook met opzet: denk maar aan wat de tuinders 'onkruid' noemen, denk aan de wolf en de beer, die leefden hier vroeger ook. Maar vergeet de luizen, de teken en de lintworm ook niet. Ze mogen dan ongewenst zijn, ze dragen wél bij tot de biodiversiteit! Dieren en planten uitroeien verkleint onze biodiversiteit, 'verarmt' de wereld om ons heen, voor zover een grotere biodiversiteit een teken van rijkdom is (denk aan die parasieten). Ook dat is een menselijk oordeel.

Anderzijds werden er sinds de tijd van de Romeinen diersoorten en planten binnengebracht die hier van oudsher niet (meer) voorkwamen, bijvoorbeeld het konijn en de karper (ja hoor, er zitten er duizenden in het kanaal). De meeste van onze sierplanten, parkbomen en waterplanten inbegrepen, komen van elders. Recente spectaculaire aanwinsten in onze biotoop Brussel zijn de reuzenberenklauw, de Japanse duizendknoop, de Koreaanse eekhoorn en de halsbandparkiet. Op kleinere schaal zijn er nog veel meer soorten, maar die vallen niet zo op. Ook dat is biodiversiteit.

De initiatiefnemers van een Weekend of een Jaar van de Biodiversiteit hebben de bedoeling dat we ons bewust worden van de biodiversiteit om ons heen. Het ene beest is het andere niet, en dat is ook in de keuken zo: een golden delicious is geen boskoop, en een pekingeend is geen barbarie. Ook in de 'natuur' (nog zo'n moeilijk begrip) is er veel meer variatie dan men zou vermoeden. En veel mensen zien die niet. Hoeveel soorten vogels ziet u elke dag vanaf uw balkon? Hoeveel zoogdiersoorten zag u al rondlopen in het park?

Eigen plant eerst?
Volgens Natuurpunt zouden er veertigduizend verschillende soorten planten en dieren in Vlaanderen voorkomen. Veel van die soorten zijn bedreigd, al komen er de laatste jaren weer bij, er is ook goed nieuws. Daarom wil men natuur beschermen. Ook in Brussel zijn er hoekjes en kantjes, zoals een aantal 'moeraskes', die met liefde worden onderhouden door vrijwilligers, om er een bepaalde soortenrijkdom te behouden of terug te winnen. Weiden worden op een andere manier gemaaid om planten terug te brengen die door de moderne landbouw geen plaats meer vonden, beken worden vertraagd of juist verdiept, exoten worden uitgerukt. Natuurliefhebbers moeten daarbij niet vervallen in een 'eigen plant eerst'-mentaliteit. Ook exoten dragen bij tot een rijkere natuur, net zoals onder de mensen. Wie het spel van de biodiversiteit wil spelen, gaat voor méér soorten, waar ook mogelijk.

Selectief vuilnis
Het kan nooit de bedoeling zijn om grote delen van Brussel 'terug te geven aan de natuur'. De toekomst van een (grotere) biodiversiteit ligt niet in reservaten en natuurmonumenten. Wat wij in de stad kunnen bijdragen aan de wilde dieren en planten, zit in de eerste plaats in onze gebouwen, in de kieren tussen de plavuizen, in de kelders en torens van de stad. Geen torens, geen gierzwaluwen! Waar zaten die vogels toen er nog geen mensen waren? Die kwamen hier gewoon niet voor. De grootste kolonie huiszwaluwen in de verre omgeving hangt aan een industriële maalderij in de haven (minstens 84 nesten in 2006), niet aan fermettekes in de Rand.

We moeten ook leren minder netjes te zijn. De natuur wil dood hout, kadavers en mest. De doodgraver en het vliegend hert (kevers), de specht en het elfenbankje hebben dode dieren en bomen nodig om te leven. Minder opgeruimde parken dragen bij tot meer natuur. Op een bepaald moment waren de vliegen in mijn buurt zo goed als verdwenen. Toen het verplicht vuilnissorteren kwam, gingen de mensen langer wachten vooraleer ze hun afval buitenzetten. Resultaat: er zijn weer meer vliegen. En dat vinden heel wat vogeltjes leuk.

We kunnen zoveel doen. Mijn achterbuurman legde een waterpartij aan. Nu krijg ik elk jaar diepblauwe en soms rode waterjuffers op bezoek die door de tuin snorren. Achter de veiligheidshekken van elektriciteitscabines, langs de kaaimuren van het kanaal, op onze terrassen en dakgoten zijn evenveel geborgen eilandjes mogelijk, vrijzones voor zeldzame, mooie of... lekkere planten en dieren. Het idee van de verticale tuinen en groendaken zijn moderne technologische uitdagingen voor grotere biodiversiteit. Iedereen kan er iets mee doen, het hoeft niet altijd van overheidswege of gesubsidieerd zijn. Ook de kleinste initiatieven kunnen hun plantje bijdragen.

Ik besluit graag met Georges Moustaki, de Franse zanger die overigens ooit in Brussel woonde: 'Heureusement qu'il y a de l'herbe dans nos villes polluées / Et que la nature est superbe quand elle pousse en secret / Et ce n'est pas demain la veille qu'on viendra nous l'arracher / Un peu d'amour et de soleil suffit à la faire pousser'.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni