Standpunt BDW: Drie goals
De kersverse minister-president Rudi Vervoort (PS) heeft zijn entree niet gemist. Daags voor zijn eedaflegging verklaarde hij dat inburgering - net zoals in Vlaanderen - verplicht moet worden. Hiermee slaat hij twee vliegen in één klap: Vlaanderen applaudisseert om zoveel gezond verstand en Vervoort heeft de grote concurrent, de liberale MR, een hak gezet. Tweede goal: de Oeso, niet bepaald een links clubje, is voorstander van een stadstol. Vervoort zegt ja noch nee, maar zet de puntjes op de i. Dat moet besproken worden in de metropolitane gemeenschap. De metropolitane gemeenschap - Brussel-Halle-Vilvoorde en Waals-Brabant - is een overlegorgaan-in-wording dat problemen in onder andere mobiliteit moet oplossen. Ook hier heeft hij de concurrenten liggen: enerzijds de groenen die een stadstol bij het binnenrijden van Brussel willen en anderzijds liberalen en christendemocraten die vrezen dat de stadstol Brussel economisch gaat verstikken. En ook voor de hoogopgeleide tweeverdieners had Vervoort deze week wat in petto: hij wil vechten voor tweetalig onderwijs (maar eigenlijk bestaat dat al voor de Franstaligen die in het Nederlandstalig onderwijs school lopen).
Uiteraard is de liberale oppositie van de MR het daar niet mee eens. Voorzitter Charles Michel verwijt Vervoort dat hij geen eigen ideeën heeft, en dat het een slechte zaak is dat Charles Picqué het een jaar voor de verkiezingen aftrapt. De verwijten behoren misschien tot het politieke spel, maar toch is de verwijzing naar de 'slechte regeringen' van de jongste tien jaar niet echt de verstandigste zet. De MR heeft in Brussel mee geregeerd tussen 1995 en 2004. En een groot succes kan dat niet genoemd worden. Tussen 1999 en 2004 heeft de partij vier keer een andere minister-president in het veld gestuurd. Je kan de PS veel verwijten, maar niet dat ze niet voor de nodige politieke stabiliteit gezorgd heeft. Bovendien: sinds 1999 zit de liberale Open VLD onafgebroken in de Brusselse regering.
Natuurlijk moeten de huidige regeringspartijen afgerekend worden op hun beleid of gebrek eraan. Natuurlijk behoort het tot de taak van de oppositie om kritiek te spuien, maar dan moet de kritiek wel terecht zijn.
Als minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders de Brusselaar belooft om minister-president te worden, moet hij bij een overwinning die belofte gestand houden en niet een mindere god het veld insturen. Dat hebben we al gehad met MR-coryfee Armand De Decker, die het minister-presidentschap te minnetjes vond, en voorzitter van de senaat werd.
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.