Standpunt BDW: Turks nationalisme

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
03/06/2015

De christendemocratische CDH heeft Brussels parlementslid Mahinur Özdemir uit de partij gezet omdat ze weigert de Armeense genocide te erkennen. De partij van Benoît Lutgen toont zich rechter in de leer dan de PS die zich in bochten wringt om haar verkozenen van Turkse origine aan boord te houden. Het is een goede zaak dat een traditionele partij als CDH een duidelijke lijn trekt.

Wie lid is van een club moet zich aan de regels van de club houden. Des te meer als het gaat over essentiële waarden. Aan liberalen die de vrijheid zouden miskennen, aan socialisten die het conflict arbeid-kapitaal zouden ontkennen en christendemocraten die de solidariteit zouden bannen heeft een Westerse samenleving ook niets. En dat geldt eveneens voor het erkennen van misdaden als een genocide.

Franstalige waarnemers zien in de defenestratie van Özdemir ook het einde van het tijdperk Milquet. Het was Joëlle Milquet die Özdemir binnenhaalde. Het was Milquet die Özdemir mét hoofddoek in het parlement liet zetelen. Die hoofddoek heeft toen voor heel wat discussies gezorgd. Ten onrechte. Een parlementslid hoort niet neutraal te zijn. Een parlementslid is net verkozen omdat hij of zij niet neutraal is en voor bepaalde waarden staat. Zolang er geen wetten overtreden worden of gedragingen in tegenspraak zijn met parlementaire gebruiken of reglementen is er niets aan de hand. Özdemir meent dat de hoofddoek meegespeeld heeft, wat zeer onwaarschijnlijk is en dom zou zijn nadat de partij de hoofddoek vele jaren verdedigd heeft. Özdemir is ontslagen omdat ze – al dan niet onder druk van de AKP-partij van de Turkse president Erdogan – wegliep van de tv-camera’s om niet te moeten antwoorden op vragen over de Armeense genocide.

Van Özdemir wordt gezegd en geschreven dat ze een uitgebreid internationaal netwerk heeft en zeer goede contacten in Turkije. Twee perscommuniqués en een manifestatie voor het hoofdkwartier van CDH getuigen daarvan. Anonieme bronnen binnen CDH zeggen dat de AKP een onaanvaardbare druk legt op de schouders van Belgo-Turkse verkozenen en mandatarissen. Özdemir zou zelfs gezegd hebben dat ze het zich niet kan veroorloven om de Armeense genocide te erkennen.

Die druk is helemaal niet onwaarschijnlijk. Journalisten met wat kilometers op de teller hoorden al meer dan een decennium geleden dat deze of gene verkozene van Turkse origine te veel tijd spendeert op de Turkse ambassade. Het waren ‘concurrenten’, eveneens verkozenen van Turkse origine die dat vertelden. Maar eigenlijk heeft dat weinig belang. Er is altijd wel iets of iemand die verkozenen willen beïnvloeden: actiegroepen, vakbonden, patroonsorganisaties. Dat hoort erbij, het is aan verkozenen om hun werk en het mandaat dat ze van de kiezer gekregen hebben in eer en geweten uit te oefenen. Buitenlandse inmenging is een brug te ver en dat zouden die verkozenen ook moeten weten. Dat ze daarbij de steun van hun partij nodig hebben is niet meer dan normaal. De bestaande partijen mogen hun principes niet te grabbel gooien, maar ze houden het best ook zoveel mogelijk allochtone verkozenen aan boord. Een etnische partij met bekende gezichten zou weleens succes kunnen hebben. Dat zou een slechte zaak zijn.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni