Actrice Chris Lomme wordt op 5 december tachtig. Dat wordt gevierd met ‘Révérence’: de titel van een documentaire op Canvas en van een KVS-productie die op 23 februari in première gaat. Niet dat Lomme ook maar even aan stoppen denkt. “De laatste dans van de diva? No way!”
| Chris Lomme (80)
Lees ook: 22/3: actrice Chris Lomme in 3 vragen
De documentaire van Kenneth Michiels die op donderdag 6 december op Canvas te zien is, laat Chris Lomme aan het woord, terwijl ze geïnterviewd wordt en herinneringen ophaalt bij een hele reeks archiefbeelden uit haar rijkgevulde carrière als actrice voor theater, film en televisie. Er is ook tijd voor getuigenissen over haar, onder anderen van ex-politicus Vic Anciaux en cineast Raoul Servais.
Tegelijk volgt de camera haar tijdens dagelijkse bezigheden, zoals haar vrijwilligerswerk en de making of van het theaterstuk dat ze maakt samen met regisseur Michael De Cock en choreografe Lisbeth Gruwez. Er wordt dus teruggeblikt op lief en leed uit het verleden, maar niet met de bedoeling nu al afscheid te nemen.Op het moment dat we haar spreken, wordt ze geplaagd door een ernstige verkoudheid die haar stem op de proef stelt. Die belemmering van haar doen en laten frustreert haar danig.
“Ik zou het kalmer aan moeten doen, maar ik word een beetje opgeëist. Er is de documentaire en er zijn de repetities voor het stuk, vrijdag heb ik met Katelijne Verbeke en Simone Milsdochter gespeeld in Adela en Helena, waar we heel Vlaanderen mee rondreizen. Om mijn zus te steunen ga ik regelmatig mijn schoonbroer in Kortrijk helpen verzorgen, en ik ben vrijwilligster bij het expertisecentrum waardig levenseinde Topaz. Ik moet opletten dat ik dat kan blijven volhouden. Maar ik heb zelf zo veel gekregen dat ik vind dat ik iets terug moet doen.”
Valt het niet zwaar om als iemand van tachtig regelmatig afscheid te moeten nemen van mensen die jonger zijn dan u?
Chris Lomme: De dood is onafwendbaar. Het is de ziekte die gruwelijk is. Ik heb mijn euthanasiekaart altijd bij me. Ik krijg de vraag wat dat met me doet, tachtig worden. Jean Kluger (componist en muziekuitgever, red.), een goede vriend die ouder is dan ik, zegt daarover: ‘Denk aan elk goed moment uit je leven, en put daar de kracht uit om te weten dat je je plicht hebt gedaan.’ Want wat er rest aan kwaliteitsvol leven is kort.
Die mensen in de dagopvang missen vooral tederheid, vriendschap, warmte, begrip en een glimlach. En ik heb dat blijkbaar.
U knuffelt graag.
Lomme: Ja. Mijn vader was van Franse afkomst, hé. Bij mijn moeder was het altijd een kruisje. Ik heb haar aan het eind van haar leven wel samen met mijn zus begeleid. Daardoor ben ik verzorgster geworden en heb ik een brevet van hulpverlener.
Hebt u altijd zo actief in het leven gestaan?
Lomme: Energie en passie. Voelen dat je bestaat. Ik heb me ook rotslecht gevoeld in het theater hoor. Dan vond ik dat het op niets trok en wilde ik van vak veranderen. Ups en downs, maar nu krijg ik ongelooflijk veel respect en heb ik zeker niet te klagen. Ik ben zo graag gezien door het publiek. Je moet dat zien, jong. Dat raakt mij. Al heeft het natuurlijk niet altijd te maken met het stuk dat ik dan speel. Ze komen ook voor Marieke en Chris Lomme: ‘Wij zijn content dat we u zien, ge zijt zo’n voorbeeld.’
‘Schipper naast Mathilde’ is ook een beetje een last?
Lomme: Nog altijd. ‘Daar waart ge goed in,’ zeggen ze dan. Dan gaan mijn haren overeind staan. Ik blijf beleefd, maar ik kan het niet verdragen.
Voor welke rol zou u dan herinnerd willen worden?
Lomme: Ik heb zoveel gespeeld. Maria Callas drie jaar in Gent. De Meeuw van Luk Perceval met Jan Decleir. En met Peter Faber in Nederland. Daar was ik zo graag. Daar zijn ze nog brutaler dan wij.
Er was natuurlijk ook de lange periode in dit huis, de KVS, samen met Nand Buyl.
Lomme: Hier heb ik hem leren kennen. Iedereen denkt dat hij direct mijn man was. Neen, hij was docent in de KVS. Tot hij directeur werd (in 1972, red.) en Senne Rouffaer dat van hem heeft overgenomen. Nand was zo eerlijk om niets te combineren. Dat respecteer ik enorm. Doe de job waarvoor je gekozen hebt goed. Hij heeft vanaf dan nooit meer iets op tv gedaan en nooit iets in een ander theater dan het zijne. Dat typeert voor mij nog eens die authentieke en oprechte mens.
Ik heb hier van ’64 tot ’92 gewerkt, mijn man van ’54 tot ’92. Wij zijn een eenheid geweest in dit theater. Samen met Ivonne Lex en Anton Peters lagen we aan de basis van veel volk hier, door ons te pletter te spelen.
Ik heb hier ook een tweede plateau willen stichten. In de Cheops-garage hier tegenover heb ik een stuk gemaakt op het moment dat Hugo Claus in de schouwburg Jessica! regisseerde, waar ik ook in stond. Claus had tapijt besteld, maar ik had dat ook nodig, en kon en kan altijd beter om met de machinisten en de technici. Dus dat tapijt lag bij ons, terwijl Hugo dacht dat het nog niet was aangekomen.
Dat tweede plateau is er niet gekomen en dan ben ik nog bij Rudi van Vlaenderen (stichter van het Brussels Kamertoneel en eerste directeur van het RITCS, red.) gaan werken in een theatertje aan de rue Blaes, waar ik de poëzie van Herman de Coninck heb voorgedragen en met eigen geld een eigen creatie van Johan Boonen heb gemaakt. Dat was ook niet goed (grijnst). Door de volgende KVS-directeurs ben ik nooit meer gevraagd.
"Het woord bitter ken ik niet. Pijn en ongelukkig zijn ja, maar bitter?"
Weet u nog waarom u in het vak bent gestapt?
Lomme: Vrijheid. Mijn moeder zei altijd: ‘Jij moet trouwen met een rijkaard of vendeuse worden, want iets anders kan je toch niet.’ Dat vond ik wel heel kras. Ik ben bijna op de scène geboren. Mijn moeder speelde operette - de lustige weduwe. Mijn papa speelde in de Jeune Garde Catholique. En ik wilde danseres worden in het theater. Daar heb ik gespeeld in het Frans met François Glorieux. In Kortrijk speelde ik mee in Antigone, waarnaar Theater Antigone vervolgens genoemd is (in 1956 opgericht door Bert De Wildeman, haar vader Maurice Lomme en Jacques Verfaillie, red.). Blijkbaar kon ik dat. Dus dacht ik: misschien moet ik dat doen. Ik ben dan aan het conservatorium in Brussel begonnen in het Frans en het Nederlands. In het Frans kwam ik als eerste uit. Om mijn studies te betalen, werkte ik in een frituur. Wanneer ik in de les kwam, hoorde ik: ‘Tu sens la frite, toi.’ Dat kon me allemaal niet schelen.
Ik deed wat kleine dingen op de Franstalige tv, maar dat lag mij minder. Ik ben geen chauvinist, maar de Vlamingen hebben meer nieren en ingewanden. De Franstaligen meer esprit. Toen ik auditie deed bij Théâtre National voor Le Cid van Pierre Corneille speelde ik dat waarschijnlijk met te weinig pathos. Ah vous êtes flamande? Ca ne va pas aller. Ik heb dan maar gefigureerd, want ik moest mijn brood verdienen.
Voor de Nederlandse opleiding moest ik eerst het West-Vlaams afleren. Mijn leraar zei: ‘Christine, de dag dat je je ‘g’ en je ‘h’ correct kan uitspreken mag je terugkomen. Ga maar weg.’ Te voet op weg naar Koekelberg ben ik teruggekeerd om hem te zeggen dat hij me nog een maand moest geven. Ik wilde iets betekenen. Ook als meisje en als vrouw.
Kostte het extra moeite om als vrouw iets te betekenen?
Lomme: Ik ben een beetje een ambetant geval, want ik ben verliefd op de liefde. Ik heb mijn deel van de problemen wel gehad. Tot ik mijn vent (Nand Buyl, red.) ontmoette, maar daar praat ik niet zoveel over. Ik heb zeker iets kunnen betekenen. Maar liefst als mens. Niet alleen als actrice. Als mensen zeggen: ‘Mevrouw Lomme, u bent een grote actrice.’ Dan zeg ik: ‘Ja, 1 meter 64.’ Al doet het zeker plezier. Daar moet ik niet over liegen.
Herinnert u zich nog de dag dat u naar Brussel kwam?
Lomme: Toen ik studeerde aan het conservatorium pendelde ik eerst nog met de trein. Op een dag bleef ik in Brussel om een tentoonstelling te zien en ik herinner me dat ik aan de mensen in de tram moest vragen waar het was, terwijl we er vlak voor stonden.
Al snel kreeg ik vrienden aan het conservatorium. In het begin waren dat vooral muzikanten, niet zozeer acteurs en actrices. Ik speel zelf piano, en muziek blijft een grote liefde. In 1964 heb ik de eerste presentatie in twee talen van de Koningin Elisabethwedstrijd gedaan. Fascinerend om de jury te horen discussiëren over de muzikanten. Maar ik zat toen al in de Schipper en Aimée De Smet heeft het dan overgenomen.
Ondertussen heb ik natuurlijk fantastische vrienden en vriendinnen in het theater. Simone Milsdochter, Katelijne Verbeke, Jo De Meyere, Peter Faber, Johan Leysen en vooral mijn beste vriendin Viviane De Muynck met wie ik dikwijls ga eten.
Lievelingsadresjes?
Lomme: Er is zoveel. Ik ga vaak naar de Thai achter het Justitiepaleis (Les Larmes du tigre, red.). Lekker eten is voor mij is licht eten: Japans, Vietnamees, vis. Ik ben geen zuivere vegetariër. Dat vind ik moeilijk, want ik hou niet van tofu (lacht). Mijn vaste plaats is wel het Sint-Katelijneplein. Le Paon Royal vroeger, en de cafés zoals de Monk. Maar om te zeggen dat ik veel uitga? Wanneer? ’s Nachts? Ik hou wél van Brussel. De verscheidenheid van de stad. Maar het is een haat-liefdeverhouding.
Wat stoort het meest?
Lomme: De slechte organisatie en het gebrek aan samenwerking. Ik woon in Anderlecht aan Scheutbos en ken daar al mijn buren. Op een dag was er in drie wagens ingebroken en was bij mij alles gestolen. Omdat ik ereburger van Anderlecht ben, zei ik dat ik wel naar de gemeente zou gaan, omdat ze me daar kennen. Een heel sympathieke type van de gemeente zei me dat Scheutbos bij Molenbeek hoort. Dat is Brussel. Ze klappen niet met elkaar.
Maar bitter wordt u daar niet van?
Lomme: Dat woord ken ik niet. Pijn, en ongelukkig zijn ja, maar bitter? Een mens is a priori slecht, hé. Mijn vader zei altijd: ‘Hou eens je handje boven je hoofd en kijk eerst naar jezelf voor je de ander aanvalt.’ Fantastisch toch? Zeker omdat hij het zei in dat sublieme Frans van hem.
Hij heeft in het theater gewerkt, maar had samen met zijn broer ook een tijdlang een zaak in fietsen en motoren, De Rode Leeuw. Hij is gestorven toen de Revolutionaire Arbeidersliga RAL voor onze deur in Kortrijk kwam betogen. Zelf heb ik ook met de communistische vlag rondgelopen in Kortrijk. Een linkse rakker. Altijd tegen. A priori une revoltée. Dat heb ik een beetje afgeleerd, maar als je te vriendelijk bent, dan wordt er vlug van je geprofiteerd.
Aan stoppen met werken denkt u niet?
Lomme: Zolang ik de guts en de passie heb, doe ik voort.
Naar verluidt hebt u nog altijd een stalen geheugen vol gedichten.
Lomme: Gedichten zijn mijn passie. Twee jaar geleden heb ik een programma met Jef Neve gedaan in Kortrijk. Hij improviseerde aan de piano en ik deed gedichten van Claus. Subliem. Het is mijn passie. Alle poëzie. Claus: ik ken er twintig uit het hoofd. Herman de Coninck: tachtig uit het hoofd. Rainer Maria Rilke, Anna Achmatova, Wislawa Szymborska …
Zegt u ze ook voor uzelf op?
Lomme: Zeker. Om in slaap te vallen bijvoorbeeld. (uit het hoofd)
‘Als ik te lang gezeten had bij jou, / te weerloos en te dicht tegen je aan, / wist ik dat ik vlug weg moest daarvandaan, / want van te grote warmte krijg je gauwer kou.’ Van wie is dat? ‘En als ik langer dan een mens verdragen kon / gekeken had naar jou, zo mooi en stralend klaar / dan ging ik duizelen en werd ik raar / zoals van te lang kijken naar de zon. // Dus zit ik nu weer op mijn ouwe kamer / waar alles donker is en koud en klein, / rondtastend naar mijn dingen, bedachtzamer / omdat ze me vervreemd geworden zijn. / Ik zoek mijn weg, hou halt, en luister / tot ik weer gewoon word aan het duister.’
Dat is een sonnet van Edna St. Vincent Millay, bewerkt door Herman de Coninck. Dankzij Herman doe ik poëzie. 77 keer heb ik met zijn begeleiding poëzie gebracht in scholen. Hij is mijn mentor in de poëzie. ‘Jij doet poëzie precies of het van u is. Je draagt niet voor,’ zei hij. Poëzie voordragen is inderdaad flauwekul, want dan eigen je je net iets toe dat niet van jou is. Als je gewoon zegt wat er staat, is dat genoeg.
"Ik voel niet veel voor een hommage. Ik hoop dat ik hier in de KVS nog eens echt kan spelen"
En wat is volgens u goed acteren?
Lomme:Authenticiteit. Geen leugens. Proberen te weten wat er verlangd wordt. Ik speel nu een dement vrouwtje. Mijn passie is authenticiteit, oprechtheid.
Toen Nand begon, was hij acteur, regisseur, docent. Ik heb alles van hem geleerd. Alles. Lees de tekst, weet wat er staat en zeg wat er staat. Denk aan punten en komma’s. Geen klemtonen - dat lost niets op. En denk achter elke zin die je zegt een godverdomme. Ik heb lang op u gewacht, godverdomme. Allemaal van hem geleerd.
Ik geef nu zelf ook al twaalf jaar vertelkunst in Zinnema. Ik leer mensen er ademen, kijken, overtuigd zijn van zichzelf. ‘Ik ben ik. Niet meer maar ook niet minder.’ Mensen hebben een gebrek aan zelfvertrouwen. Verlegenheid, nooit durven te kijken. Ik heb dat ook heel mijn leven gehad, maar ik wil het anders meegeven aan de mensen.
"Ik moet opletten dat ik dat kan blijven volhouden, maar ik heb zo veel gekregen dat ik vind dat ik iets terug moet doen"
Weet u al welke richting de voorstelling met Michael De Cock en Lisbeth Gruwez uit zal gaan?
Lomme:‘De laatste dans van de diva’ was het eerste plan. Pff. ‘No way!’ zei ik. ‘Dan kom ik niet.’ Ten eerste moet ik niet hebben van diva’s en ten tweede: ik heb nooit gedanst. Met Michael heb ik eerder heel graag Achter de wolken gemaakt (een toneelstuk en film over een weduwe en een weduwnaar - rol van Jo De Meyere - die elkaar na veertig jaar opnieuw ontmoeten, red.), omdat het over een universeel thema gaat op een manier die niet anekdotisch en sentimenteel is. Nu werken we veel met beelden, maar ik voel niet veel voor een hommage. Ik hoop dat ik hier in de KVS nog eens echt kan spelen.
Bedankt voor het gesprek. Tijd om even de benen strekken. Dat doet u naar verluidt nog regelmatig.
Lomme: Vandaag heb ik nog geen tijd gehad, maar ik doe nog dagelijks mijn basisoefeningen. Honderd tellen lang de rug strekken. Daar ben ik mee begonnen op mijn 35ste, toen de dokter zei dat ik neiging had tot artrose en mijn spieren moest versterken. Ademhalingsoefeningen (ze zegt in één adem een Weesgegroetje in het Frans) en ik kan ook nog altijd de spagaat. Als ik afwas, leg ik mijn benen afwisselend links en rechts van het aanrecht.
Aan het werk!
Tachtig jaar Chris Lomme
- 1938: Chris Lomme wordt op 5 december geboren in Kortrijk
- 1953-54: gaat naar het conservatorium van Kortrijk en debuteert in het theater naast haar vader Maurice in het stuk Antigone van Jean Anouilh
- 1956: volgt zowel in het Frans als het Nederlands Voordracht-Toneel aan het conservatorium in Brussel. Sindsdien woont ze ook in Brussel, tegenwoordig in Anderlecht
- 1959-1963: speelt de rol van Marieke in de populaire televisiereeks Schipper naast Mathilde , aan de zijde van Nand Buyl. In de decennia die volgen speelt ze nog talloze rollen in reeksen als Johan en de Alverman, Axel Nort, Midas, Het zwaard van Ardoewaan, Moeder waarom leven wij?, Wittekerke, Heterdaad en Katarakt , en films als De Witte, Wildschut, Hard Labeur, Het Sacrament, Blinker, Confituur en Soeur Sourire
- 1962-1992: is als vaste actrice verbonden aan de KVS
- 1989: De Kreuners brengen de single ‘Verliefd op Chris Lomme’ uit
- 1991-2018: speelt als freelanceactrice bij vooraanstaande gezelschappen als Blauwe Maandag Compagnie, De Tijd, Malpertuis, Braakland/ ZheBilding
- 2001: trouwt met Nand Buyl, haar levensgezel sinds 1961
- 2009: Nand Buyl overlijdt op 86-jarige leeftijd
- 2012: speelt de hoofdrol in het toneelstuk Achter de Wolken van Michael De Cock en ’t Arsenaal en in 2016 ook in de verfi lming van Cecilia Verheyden
- 2018: toert nog steeds in het theater (momenteel met Adela en Helena), speelt nog een
- gastrol in Thuis, en bereidt met Révérence een KVS-productie voor in samenwerking met regisseur Michael De Cock en choreografe Lisbeth Gruwez
RÉVÉRENCE Canvas-docu van Kenneth Michiels, op donderdag 6 december om 21.30u op Canvas
Theaterstuk van Chris Lomme, Lisbeth Gruwez en Michael De Cock, op 23 en 24 februari om 15u, en op 27 en 28 februari om 20u, KVS BOL
Bekijk de docu ook op BRUZZ op televisie op maandag 24/12 en dinsdag 25/12 vanaf 19u.
Lees meer over: Brussel , Podium , Chris Lomme , KVS , révérance
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.