ABVV vraagt werkgevers snelle afronding van dossier rond verhoging minimumlonen

Een 150-tal leden van de socialistische vakbond ABVV heeft maandag voor de ingang van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) in de Brusselse Ravensteinstraat een symbolische actie gevoerd voor een hoger minimumloon. De vakbond wil met de actie specifiek de werkgevers oproepen om het dossier rond de verhoging van de minimumlonen snel af te ronden, zonder er andere complexe dossiers aan te koppelen.

ABVV komt al ongeveer een jaar op straat op de 14e van de maand met de 'Fight for 14 euro'-actie, waarbij ze een minimumloon van 14 euro eist. Tijdens de actie van maandag, gaat het specifiek om het voorstel tot de verhoging van het minimumloon van 3,5 procent die de vakbonden samen op tafel hebben gelegd in het kader van de onderhandelingen rond het Interprofessioneel Akkoord (IPA).

In het loonakkoord dat de sociale partners begin dit jaar afsloten, was een verhoging van 1,1 procent opgenomen. ABVV vond die verhoging echter te laag, waardoor de loonsverhoging er nog niet kwam. Nu hebben de vakbonden een voorstel op tafel gelegd waarbij er in eerste instantie een verhoging komt van 1,1 procent en daarna nog eens een verhoging van 2,4 procent.

Een verhoging van 3,5 procent

"Een verhoging van 3,5 procent, of 55 euro per maand, vinden wij een waardige manier om het minimumloon al een eerste keer te verhogen", zegt algemeen secretaris Miranda Ulens.

ABVV roept de werkgevers nu op om zich achter dat voorstel te scharen, los van bijvoorbeeld een wijziging van de opzegtermijnen. "De werkgevers willen de verhoging van het minimumloon koppelen aan de wijziging van de opzegtermijnen, maar wij denken dat de tijd daarvoor nog niet rijp is. We willen dat bekijken en analyseren, maar er zijn nog heel veel mogelijkheden, terwijl wij nu vragen om het dossier van de minimumlonen al af te ronden", aldus Ulens.

Aantal werkende armen gestegen

Meer en meer mensen hebben het moeilijk om aan het einde van de maand rond te komen, benadrukt Ulens. Zo is het aantal werkende armen tussen 2005 en 2017 gestegen van 3,9 naar 5 procent. Bovendien is het minimumloon ten opzichte van het mediaanloon in waarde gedaald met 8 procent, terwijl de gewone lonen 2,4 procent aan koopkracht hebben verloren.

"We moeten met de sociale partners allemaal samen een voorstel naar de toekomstige federale regering brengen", aldus Ulens. "Dan heeft iedereen die aan een minimumloon werkt een voordeel en niet alleen een deel van het land."

De Groep van 10 zit woensdagochtend opnieuw samen.