Assita Kanko was de voorbije week niet van het televisiescherm te slaan. In Chez Annemie op één getuigde ze over genitale verminking. En haar initiatief Polin, dat vrouwen naar de top van de politiek wil brengen, bleek een hit. “Het lijkt wel alsof je je vrouwelijkheid moet afleggen om vooruit te komen in de politiek. Ik doe daar niet aan mee.”
| Assita Kanko (MR.)
Kanko is het soort vrouw dat media-aandacht aanzuigt. Met haar uitgesproken mening vooral, die ze vlot en strijdlustig brengt in twee landstalen. Met haar aparte levensverhaal ook. Opgroeien deed ze in Burkina Faso, waar ze tegen het regime mobiliseerde en genitale verminking onderging. Dat ze er bovendien goed uitziet en dat in de verf zet, speelt wellicht ook nog eens mee.
We hebben afgesproken in de hoofdzetel van de MR en als Kanko aankomt is ze nog druk aan het bellen. Ze heeft de voormalige premier van de Nederlandse Antillen aan de lijn, die speciaal voor de politieke incubator Polin naar Brussel is afgezakt en nog snel wat toeristische tips krijgt.Kanko dacht vandaag wat uit te blazen, maar haar mailbox puilt alweer uit van nieuwe vragen. “Iedereen wil weten hoe het nu verder gaat,” vertelt ze met een brede glimlach. “Dit stopt niet.” Enkele dagen na dit interview nam ze de beslissing om bij de gemeenteraadsverkiezingen in oktober niet op de MR-lijst te staan.
U hebt met Polin niet alleen een bijeenkomst voor vrouwen in de politiek georganiseerd, maar meteen ook een vervolgtraject in de vorm van een academy. Wat is u vooral bijgebleven van die aftrap?
Assita Kanko: Hoeveel je kan bereiken met een gemotiveerde groep mensen. Al die vrouwen die er waren: politieke tegenstanders, jongeren, ze deden allemaal mee. Een voorbeeld: Miet Smet kwam aan en ik moest eigenlijk master of ceremony zijn, maar voor ik aankwam, hadden de vrouwen die er waren al alles in handen genomen.
U woonde in Burkina Faso tot u 21 was. Waar precies?
Kanko: Vooral op het platteland en om de vier jaar ergens anders. Mijn vader was leraar en we trokken regelmatig naar een andere school. In het begin was dat op plekken waar niets is, behalve een paar huizen en een lokale markt, later werden dat modernere dorpen en uiteindelijk woonden we in de hoofdstad. Daar heb ik journalistiek gestudeerd. Die jeugd betekent ook dat we om de vier jaar een nieuwe taal leerden. Burkina Faso telt 81 talen.
En een van die 81 talen is uw moedertaal?
Kanko: Ik heb er twee. Mijn moeder komt uit de Sahel en spreekt Mossi. Mijn vaders taal is het Gurunsi. In het begin begrepen ze elkaars taal helemaal niet en moesten ze Frans spreken, de lingua franca in Burkina Faso. Een hele tijd lang konden wij als kinderen ook makkelijk roddelen over een van de ouders in de taal van de ander (lacht).
U woonde een tijdje in Nederland. Hoe bent u daar beland?
Kanko: Ik grijp opportuniteiten als die er zijn. Tijdens mijn studies was ik bezig een revolutie te organiseren en acties voor de vrijheid van meningsuiting. Een onderzoeksjournalist en goede vriend van me is toen trouwens vermoord. Tijdens die studies werkte ik als gids en zo ontmoette ik op een dag Nederlandse journalisten. Via hen kon ik dan stage lopen op een krantenredactie in Nederland.
Vertrekken was logisch, want in mijn eigen land kreeg ik ondertussen bedreigingen en ondervond zelfs mijn vader de gevolgen van mijn engagement. Plots moest hij weer naar een kleinere school in een uithoek van de stad.
En de stap van Nederland naar België?
Kanko: In Nederland raakte ik verliefd op een Waal. We zijn eerst in Leuven gaan wonen, maar dat was te klein. Voor mij moest het Brussel zijn: veel internationaler. De beslissing om in België te blijven wonen, was best moeilijk. Wekenlang heb ik elke dag gehuild. Ik voelde me verantwoordelijk voor de strijd in mijn thuisland, maar wilde ook bij mijn vriend zijn in België. Zo is het idee ontstaan om me hier maatschappelijk te engageren en werd ik lid van de MR. Het moment dat ik me hier echt goed voelde kwam pas na jaren. Ik weet het nog precies: ik was voor het eerst met onze driejarige dochter in Burkina Faso geweest en we landden op Zaventem. Plots voelde ik: ik kom naar huis.
Welke taal spreekt u in het gezin?
Kanko: Frans met mijn man en Nederlands met mijn dochter, die trouwens naar een Nederlandstalige school gaat. Ik vind het heel belangrijk dat mijn dochter tweetalig opgroeit. Aangezien ik degene was die tijd stopte in de zoektocht naar een school is het een Nederlandstalige geworden (lacht smakelijk).
U bent zelf migrante in een stad waarin migratie de laatste maanden voortdurend in het nieuws is, met onder meer de transitmigranten aan het Noordstation. Duizenden burgers namen ondertussen mensen bij hen thuis op. Hoe kijkt u daarnaar?
Kanko: Dat is een humanitaire geste en dat is mooi. Maar ik kijk niet alleen naar de details, maar ook naar de internationale situatie. Wat Emmanuel Macron onlangs zei in Burkina Faso klopt: we moeten op een andere manier aan ontwikkelingssamenwerking doen, we moeten zakendoen met Afrikaanse landen, op gelijke voet. Toen ik nog in mijn geboorteland woonde, wou ik de ontwikkelingshulp afschaffen, omdat de president dat geld vooral gebruikte om aan de macht te blijven en elke tegenkracht te domineren. ‘Europa is rijk en komt jullie helpen’, dat is een formule die niet werkt. Het sterkt veel Afrikanen ook in de overtuiging dat Europa een soort paradijs is, waar ze absoluut naartoe willen. Terwijl vertrekken altijd verscheurend is, er zijn vrienden en familie die je misschien nooit meer zal zien.
Laten we even in Brussel blijven. Wat vond u van de actie waarbij duizenden mensen een politieactie tegen transitmigranten verhinderden in het Maximiliaanpark?
Kanko: Ik vrees dat ik op dat moment zo druk bezig was met Polin dat die gebeurtenissen mij ontgaan zijn. Op menselijk vlak is de hele situatie van de transitmigranten sowieso een drama. Hoeveel mensen gaan dood in de woestijn of op zee? Hoe lang moet dat nog duren? Europa pleegt hier schuldig verzuim. Want het is op dat niveau dat we de dingen moeten regelen. Landen afzonderlijk kunnen dit niet oplossen.
"De drughandel in de Matongewijk moeten we harder en beter aanpakken, ook met alternatieven voor die dealers."
Het hele migratiedebat spitst zich toe op één partij - de N-VA - en vaak ook op één persoon - Theo Francken. Hoe evalueert u zijn beleid?
Kanko: Ik ben meer een specialiste van economische dossiers, vrouwenrechten en integratie dan van migratie. Op het vlak van integratie hebben we in elk geval nog een hele weg af te leggen. Die integratie is nu in theorie ook verplicht in Brussel, maar ik zie het nog niet bewegen. Iets beslissen is één ding, maar je moet het ook implementeren.
Ik vind dat de Belgische nationaliteit krijgen wat plechtiger mag. Dat is zo’n superbelangrijk moment, maar je stapt gewoon een kantoor binnen en gaat weer naar huis. Ik werd Belg en tout le monde s’en foutait. Nieuwe Belgen zouden moeten uitgenodigd worden voor een collectieve ceremonie, waar ze welkom worden geheten en officieel een afspraak aangaan met hun nieuwe land. ‘Vanaf nu zijn wij Belgen, horen wij er helemaal bij en nemen we onze rechten en plichten au sérieux.’ Zoiets. Ik ben al Belg sinds 2008, maar wacht nog steeds op het feest.
Uw partij zit de laatste tijd wat gewrongen in het migratiedebat. Het wetsontwerp rond de woonstbetredingen bij uitgeprocedeerde sans-papiers leidde in Luik tot een tegenstem van de MR. En in uw eigen gemeente Elsene onthield de MR zich.
Kanko: Over die woonstbetredingen moeten we vooral de juiste informatie hebben. In werkelijkheid is het een project van CD&V-minister van Justitie Koen Geens, dat een vraag van verschillende verenigingen beantwoordt. De bedoeling is om een bijkomende drempel te leggen voor woonstbetredingen, want het zal nu eerst door een onderzoeksrechter moeten worden goedgekeurd. Maar dat hoor je niet in het debat. Die woonstbetredingen gebeuren nu al hoor.
Je kan ook zeggen dat die woonstbetredingen makkelijker worden omdat er nu een wettelijke basis is voor een praktijk die in een juridisch vacuüm zat.
Kanko: Er is nu een grijze zone. Maar dit is in elk geval geen conflict tussen N-VA en MR, zoals men wil doen geloven. Eerder een zaak tussen Koen Geens, de magistratuur en de verenigingen. De discussie lijkt ook meer over de politici zelf te gaan dan over de migranten. Als er een ding is dat ik in de politiek niet kan verdragen is het dat: mensen die zich in het luchtledige profileren.
Noemt u eens namen.
Kanko: Ik doel op het hele debat, niet op individuen. Ik zie de link niet met de mensen over wie het gaat.
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken communiceert erg fors over zijn bevoegdheden, in een polariserende stijl. Hij legt ook omstreden links zoals die tussen de daling van de criminaliteit en de stijging van het aantal uitgewezen criminele buitenlanders.Hoe beoordeelt u met uw migratie-achtergrond zijn politieke communicatie?
Kanko: Het is aan de premier om het werk van zijn ministers te beoordelen. En aan de burger om het bilan van beleidsmakers te evalueren bij de verkiezingen. En verder voel ik me niet extra aangesproken omdat ik zelf migrante ben. Ik denk vooral dat we het potentieel van de migratie moeten aanboren. Let’s go for excellence.
Met de transitmigranten in het Noordstation is die ‘go for excellence’-benadering wat moeilijker.
Kanko: Het gaat er mij meer over hoe we over elkaar praten in de samenleving. Ik hou niet van het woord ‘migratieproblematiek’, ik hou niet van het beeld dat het allemaal sukkelaars zijn die we bij het handje moeten nemen. We kunnen er een positief verhaal van maken door migratiestromen op een andere manier te sturen. En dat moet vanuit Europa.
Darya Safai kreeg in 2016 een N-VA-onderscheiding, de ebbenhouten spoor. Dit jaar stapte ze ook over naar de partij. U kreeg diezelfde onderscheiding in 2017. Overweegt u een overstap? Uiteindelijk bent u een bekende kop in Vlaanderen, met uw column in De Standaard en regelmatige televisieoptredens.
Kanko: (lacht hartelijk) Ik ben tweetalig, ja. Maar ik voel me ook uitstekend in de MR.
Waar ligt uw politieke ambitie eigenlijk?
Kanko: O, die is niet gelinkt aan een functie, maar aan inhoudelijk resultaat. Daarom vind ik het ook niet erg om politica’s van andere partijen te helpen.
Oké, maar stel dat u kan kiezen. In welke politieke functie wil u dat inhoudelijke resultaat dan liefst nastreven?
Kanko: Federaal of Europees, want daar kan ik het meest doen voor mijn thema’s: vrouwenrechten, ondernemen en veiligheid om er een paar te noemen. Maar politiek is voor mij echt maar een middel, geen doel.
En wat moet er beter in Elsene?
Kanko: We moeten nog meer luisteren naar burgers, over mobiliteit en parkeerplaatsen bijvoorbeeld. En de drughandel in de Matongewijk moeten we harder en beter aanpakken, ook met alternatieven voor die dealers. Open een centrum voor ondernemerschap in de wijk waar die jongeren begeleid worden. Een ander punt is de verlichting. Zorg voor meer licht in de straten voor de veiligheid van vrouwen. Als ik van de gemeenteraad naar huis wandel, is het donker. Mannen doen dan al eens vervelend.
We leven in het tijdperk van #metoo en u kaartte ook al aan dat seksisme erg aanwezig blijft in de politiek. U bent een knappe en trotse vrouw met een uitgesproken stijl. Levert dat veel seksistische overlast op?
Kanko: Dank u. Ik heb mijn deel gekregen ja, van seksisme én racisme. Ik herinner me mijn eerste lokale MR-vergadering waar een dikke oude man achter me met zijn buurman sprak. Celle-là, je vais me la faire. ‘Die ga ik eens pakken.’ De man die hij aansprak is nu een van mijn grootste supporters binnen de MR. Zo zie je dat niet alle mannen dezelfde zijn.
Ik vind het belangrijk dat vrouwen getuigen. Het zijn die verhalen die mensen raken en dingen in beweging brengen, veel meer dan de cijfers over seksuele intimidatie. Ik heb zelf ook gemerkt dat het feit dat je je verzorgt en optut voor sommigen betekent dat je dom bent. Ik ben nu eenmaal een vrouw en doe dat supergraag en zal dat blijven doen. Mannen genieten daar trouwens ook van hoor. Ik hoor ze soms aan de koffieautomaat. ‘Mijn baard, ik weet het niet goed, zou ik hem laten groeien?’ (lacht). In de politiek lijkt er wel een ongeschreven code dat je je vrouwelijkheid moet afleggen om vooruit te geraken. Daar doe ik niet aan mee. We moeten geen mannelijke code overnemen, maar onze eigen code meebrengen.
Ik las hoe u het in een interview over de Deense man had, die geen bloemen meer durft te geven uit angst dat het als te machistisch wordt ervaren. Waar situeren de Belgische mannen zich?
Kanko: Hier zitten vrouwen toch vaak nog in een afwachtende positie. Maar als je gelijkheid en vrijheid belangrijk vindt, zullen we als vrouwen toch ook initiatief moeten nemen. If you take your freedom, you share the bill. Ook op restaurant hoort de rekening delen er dan bij.
Assita Kanko
- 37 jaar
- Jeugd en studies journalistiek in Burkina Faso
- Verhuist in 2001 naar Nederland en in 2004 naar België
- Moeder van een tienjarige dochter
- 2011-2015: Interne communicatieverantwoordelijke BNP Paribas
- 2015-2018: Manager bij BIA Africa
- Gemeenteraadslid in Elsene
- Kabinetsmedewerker bij Denis Ducarme
- Auteur van ‘Parce que tu es une fille’ en ‘De tweede helft’
- Columniste bij De Standaard
- Drijvende kracht achter Polin, een platform dat vrouwen vooruit wil helpen in de politiek
Lees meer over: Brussel , Politiek , Samenleving , genitale verminking , Polin , Assita Kanko
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.