Voor het Vlaams Komitee voor Brussel is de Nederlandse taalstrijd in de hoofdstad ook anno 2022 vaak een verhaal van vechten tegen de bierkaai. Toch zal voorzitter Bernard Daelemans – uitgesproken flamingant én links – de Vlaamse zaak in Brussel onverwijld blijven verdedigen. “Groen en in mindere mate Vooruit zetten aan tot het doorknippen van de band met Vlaanderen. Dat zou de doodsteek zijn voor Vlaams Brussel."
| Bernard Daelemans, voorzitter van het Vlaams Komitee voor Brussel;
Het ‘Vlaams Komitee voor Brussel’ (VKB) klinkt als een vereniging uit ver vervlogen tijden, maar door het stijgend aantal klachten over (het gebrek aan) Nederlands in Brusselse ziekenhuizen, besturen en dienstverlening heeft de vzw volgens Daelemens allesbehalve aan bestaansrecht moeten inboeten. Tegelijkertijd heeft het clubje linkse flaminganten in de hoofdstad veel weg van een ideologisch eiland.
“Het klopt dat er nog maar weinig linkse flaminganten overblijven en dat ze partijpolitiek niet verenigd zijn”, vertelt Daelemans in het Vlaams Huis in de Drukpersstraat. Als hoofdredacteur van het tijdschrift ‘Meervoud’ probeert de Brusselaar een linkse maatschappijvisie te verzoenen met een Vlaams gevoel. Een van de lichtende voorbeelden is het Baskenland, waar nationalisme hand in hand gaat met linkse ideeën.
Procedures
Het VKB werd in de jaren 30 opgericht als het ‘Vlaamsch Verbond voor Brussel’ en hield zich oorspronkelijk vooral bezig met juridische zaken. “We waren een tijdlang de officieuze spreekbuis voor Vlamingen in Brussel, maar die rol is weggevallen. Intussen houden we ons opnieuw vooral bezig met onze oorspronkelijke insteek: procedures voeren om de taalwetgeving te kunnen doen naleven. Denk bijvoorbeeld aan de discussie rond tweetaligheid bij contractuelen in lokale besturen, iets wat Franstaligen lang onterecht aanvochten.”
"Het is een kwestie van rechtvaardigheid en principe. Hier gelden taalregels en iedere Brusselaar heeft het recht om in zijn taal behandeld te worden."
‘Wraakroepend’
Van die individuele benoemingen bij Brusselse lokale besturen worden er op jaarbasis honderden geschorst door vicegouverneur Jozef Ostyn. “We trekken dan naar de Raad van State om die benoemingen effectief te vernietigen, omdat de activiteiten van de vicegouverneur niet leiden tot het opheffen van de benoemingen, tenzij de gemeente of het gewest daarin tussenkomen. Maar dat gebeurt zeer zelden.” Alleen slepen die procedures jarenlang aan en worden ze vaak last minute gedwarsboomd. Tot een effectieve uitspraak is het dan ook nog nooit gekomen. “Vaak willen de lokale besturen in kwestie het nooit tot een uitspraak laten komen en maken ze de benoeming op het laatste nippertje ongedaan. Heel vervelend, want dan moeten wij voor de gerechtskosten opdraaien."
Daarnaast geeft het Komitee ook bijstand aan burgers die niet in hun taal geholpen worden in Brussel. "Denk aan GAS-boetes die in het Frans uitgedeeld worden en dan in principe onrechtsgeldig zijn. Alleen komt er geen rechtspraak aan te pas bij GAS-boetes en moet je in feite wachten op een deurwaarder vooraleer je kan procederen. Daar hebben de meeste mensen geen zin in."
Het klinkt als de ene processie van Echternach na de andere. “Wij doen dit allemaal vrijwillig. Het is een kwestie van rechtvaardigheid en principe. Hier gelden taalregels en iedere Brusselaar heeft het recht om in zijn taal behandeld te worden. Maar dat wordt sinds mensenheugenis niet meer eerbiedigd en daardoor voelen veel Vlamingen zich hier niet meer thuis. Ze zeggen dan: ‘Ja, maar jullie zijn een minderheid’. Wel, we zijn een minderheid geworden omdat we hier zijn weggepest. Dat is enigszins wraakroepend.”
N-VA
Een andere krimpende minderheid waar de Brusselse Vlaming met veel trots deel van uitmaakt, is die van de linkse flaminganten. Al heeft ook Daelemens een N-VA-verleden.
"Op een bepaald moment heeft de N-VA heel veel enthousiasme naar zich toegezogen. Toen ik kandidaat was in 2003, was het voor mij nog niet duidelijk dat de N-VA de ambitie had om een rechts-conservatieve, liberale partij te worden. Ik had het idee dat zij meer Vlaams-radicaal wilden worden dan de Volksunie ooit is geweest."
"Meer samenwerking tussen Vlaamse en Franstalige initiatieven: tot daaraantoe. Maar we gaan toch niet aan de basis van de cultuurautonomie raken?"
'Doodsteek voor Vlaams Brussel'
De letters zijn gevallen: N-VA, volgens een peiling eerder dit jaar de grootste partij aan Nederlandstalige zijde in Brussel. Een hoopvol signaal, vindt Daelemans. “Ik ben niet zo sectair dat ik anderen het licht in de ogen niet gun. Ik ben ook verplicht om te kiezen en hier geeft het communautaire de doorslag in mijn kiesgedrag."
Het vonkje optimisme maakt al snel plaats voor bezorgdheid, en dan vooral wat betreft de linkse partijen aan Vlaamse kant. “Vooral Groen en in mindere mate Vooruit lijken naar de creatie van een Brusselse gemeenschap te willen gaan, ook institutioneel, met pleidooien voor tweetalig onderwijs. Zij zetten aan tot het doorknippen van de band met Vlaanderen. Dat zou de de doodsteek zijn voor Vlaams Brussel. Ik ben daarbij ook nogal huiverachtig voor pleidooien om het Engels ook een plaats te geven als officiële taal in Brussel, want ik stel nu al vast dat als je ergens in Brussel Nederlands spreekt, Franstaligen in het Engels antwoorden. Sommigen begrijpen de eenvoudigste Nederlandse woorden niet, maar antwoorden dan vlotjes en met de glimlach in het Engels."
Cultuurautonomie
Als hefboom voor de vooruitgang van het Nederlands in de Brusselse gemeenten kijkt Daelemans in eerste instantie naar het onderwijs. “Als je naar een echt tweetalig overheidsapparaat en tweetalige dienstverlening wilt gaan, moet je met name op het onderwijs inzetten om die taalkennis sneller en kwalitatiever ingang te doen vinden. Daar ligt het probleem. Wat mij betreft mag Vlaanderen nog meer scholen oprichten in Brussel. Ook de Franse gemeenschap moet zich trouwens bezinnen over haar taalonderwijs. Er zijn wat signalen, zoals een studie naar de mogelijkheid om het Nederlands onderwijs als tweede taal verplicht te maken in de hele Franse gemeenschap, dus niet alleen in Brussel maar ook Wallonië. Maar goed, een ‘studie naar de mogelijkheid’…”
Tegelijkertijd lijkt Brussel populairder te worden onder jongere Nederlandstaligen. Tijdens de vorige verkiezingen zijn er flink meer Nederlandstalige stemmen uitgebracht. Toch leidt die realiteit niet automatisch tot goed nieuws voor de band tussen Brussel en Vlaanderen, klinkt het.
“Het zijn vaak jonge, kosmopolitische mensen die volgens mij totaal geen besef hebben van de geschiedenis van de ontwikkeling van de Vlaamse cultuursector in Brussel, die nu zo sterk staat dat er gedacht wordt dat ze het ook wel zonder die Vlaamse beschermingsmechanismen zal kunnen rooien. Het is dankzij de vroegere Vlaamse investeringen dat bijvoorbeeld de KVS en de AB tot bloei zijn kunnen komen. Nu rijzen er ideeën over een gemeenschappelijke gemeenschapscommissie voor cultuur… wat een dwaasheid. Meer samenwerking tussen Vlaamse en Franstalige initiatieven: tot daaraantoe. Maar we gaan toch niet aan de basis van die cultuurautonomie raken?"
Staatshervorming
Bij een volgende staatshervorming hoopt Daelemans dat bijvoorbeeld gezondheidszorg bij de gemeenschappen terechtkomt. Over de staatsstructuur is hij helder. “Volgens mij moet je Brussel zien als een ander soort entiteit", vervolgt Daelemans. "Institutioneel heeft men Brussel te veel op hetzelfde niveau als het Vlaams en Waals gewest laten ontwikkelen. Dat gaat botsen op de economische overvloeiing die er bestaat tussen Brussel en Vlaanderen: Brussel kan enkel economisch overleven in symbiose met Vlaanderen. In België heb je in se twee volkeren, twee naties. De idee dat Brusselaars een volk apart is, vind ik allesbehalve geweldig.”
Vlaamse feestdag in Brussel
Lees meer over: Politiek , Vlaamse feestdag in Brussel , Vlaamse feestdag , Vlaams Komitee voor Brussel , bernard daelemans