Brandweerchef Devijver: 'Administratie werkte tegen'

"Niet ik maar mevrouw Jordan was het probleem." Dat zegt voormalig officier-diensthoofd Ivo Devijver, nadat hij vorige week beschuldigd werd van intimidatie en pesterijen. "Ze heeft zich altijd verzet tegen mijn aanstelling en mij nooit een cent gegund." Over de gebrekkige samenwerking met het Rekenhof zegt hij dat de auditeurs hem nooit iets gevraagd hebben.

Vorige week deden de directeurs van de administratieve poot van de Brusselse brandweer hun verhaal in de commissie van het Brussels parlement. Daarbij schilderden zij geen al te fraai beeld van de toenmalige chef van de operationele poot, Ivo Devijver.

Naast klachten over intimidatie en pesterijen, zou hij extra wagens, een brandkast voor persoonlijk gebruik, een kredietkaart en een budget van 85.000 euro hebben gevraagd. “Toen hij dat niet kreeg, ging hij achter mijn rug naar bevoegd staatssecretaris Cécile Jodogne (Défi)”, zei ex-directeur Chantal Jordan.

'Geen respect gekregen van Jordan'

Maar Devijver kaatst de bal terug. “Ze was van meet af aan gekant tegen mijn aanstelling”, zei hij dinsdag in de commissie. “Het is zij die me niet respecteerde. Op een bureel, een auto, een vergaderzaal, geld of een kredietkaart had ik volgens haar geen recht omdat ik zogezegd illegaal was aangesteld. Ze heeft nooit kunnen aanvaarden dat Jodogne mij en niet haar favoriete kandidaat had aangesteld, hoewel ik zelf ook niet stond te springen om diensthoofd te worden.”

Sommige beschuldigingen weerlegt Devijver. “Als wij bijvoorbeeld twee commandowagens vragen, dan zijn daar goede redenen voor. Ik had ook 85.000 euro gevraagd, om de onkostenvergoedingen van brandweerlui voor te kunnen schieten. Die heb ik niet gekregen, evenmin als een kredietkaart. Jordan tekende wat ze wilde tekenen.”

'Door Jordan 300.000 euro verloren'

En dat zorgde volgens Devijver voor problemen. “Zo heeft de sociale dienst 300.000 verloren omdat ze een papier niet getekend heeft. ‘Niet dringend’, zei ze. Ik heb toen bij Jodogne gevraagd om daar een disciplinair gevolg aan te geven. Even later heeft zij de brandweer verlaten, iets wat ik voor de duidelijkheid niet gevraagd had.”

Vorige week bekloeg ook adiminstratief directeur Mercken zich over Devijver. Hij zou hem het leven zuur hebben gemaakt. “Ik heb zowel met Mercken als met Jordan samengewerkt, net als met de rest van het korps. Je moet dat scheiden van voorkeuren en emoties, vind ik. Het is niet omdat je er geen pint mee zou gaan drinken, dat je niet kan samenwerken”, reageert Devijver laconiek.

Rekenhof nooit gesproken

Maar eigenlijk gaat de commissie over het gerommel met de aanbestedingen die de brandweer uitschreef. Het Rekenhof stelde daarover een vernietigend rapport op, en zei zelfs op officieren te zijn gebotst die niet wilden meewerken.

“Als officier-diensthoofd heb ik nooit contact gehad met de auditeurs van het Rekenhof”, zei Devijver stellig. “Zij hebben mij nooit iets gevraagd. Had ik geweten dat er officieren waren die niet mee wilden werken, dan zou ik hen tot de orde hebben geroepen.”