Brussel start onderhandelingen over hervormingen kinderbijslag

Ook in het Brussels gewest zijn de discussies over de hervorming van de kinderbijslag, die als gevolg van de zesde staatshervorming werd overgeheveld, gestart op het niveau van de kabinetten. Dat was maandag te horen in de rand van de nieuwjaarswensen van Brussels minister Céline Fremault (cdH), die samen met haar sp.a-collega Pascal Smet bevoegd is over de kinderbijslag in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

De zesde staatshervorming voorziet dat de overheveling ten laatste tegen begin 2020 een feit moet zijn. Vlaanderen wil echter niet zo lang wachten en wil reeds begin 2019 met een eigen systeem uitpakken. De overige deelstaten willen niet zo snel gaan en mikken op 2020 om hun eigen systeem van start te laten gaan.

In de nieuwe Vlaamse kinderbijslag komt er vanaf 2019 een basisbedrag van 160 euro per maand per kind. De bestaande rangorde- en leeftijdstoeslagen verdwijnen. De basissom van 160 euro kan wel nog aangevuld worden met onder meer sociale toeslagen voor gezinnen met lagere inkomens en participatietoeslagen om de deelname aan de kinderopvang en het onderwijs te stimuleren.

Volgens het kabinet van Céline Fremault is het bedoeling dat ook in Brussel het bedrag van de kinderbijslag zal stijgen, maar niet in die mate als in Vlaanderen. Het systeem wordt ook eenvoudiger, maar het Brussels regeerakkoord voorziet heel wat sociale supplementen - alvast meer dan er in Vlaanderen zullen overblijven, klinkt het.

Zonder zich een deadline op te leggen, hoopt men tegen het krokusreces de interkabinettenwerkzaamheden te kunnen afronden. Om het tempo van Vlaanderen te volgen zou tegen de paasvakantie een akkoord moeten gevonden worden, maar ook het kabinet van Pascal Smet wil zich niet laten vastpinnen op een datum.