CDH bevestigt uitsluiting van Mahinur Özdemir

Het politiek bureau van het CDH heeft maandag de beslissing van 29 mei bevestigd om Brussels parlementslid en gemeenteraadslid Mahinur Özdemir uit de partij te zetten. De verkozene van Turkse afkomst had geweigerd om de Armeense genocide te erkennen. Die houding is volgens het bureau in strijd met de waarden die de Franstalige centristen verdedigen.

Mahinur Özdemir was in beroep gegaan tegen de beslissing die voor de zomer werd genomen door het deontologisch, ethische en geschillencomité van de partij. Ze stelde slachtoffer te zijn van een onrechtvaardigheid en vond dat ze de deontologische code van het CDH niet had overtreden.

Partijvoorzitter Benoit Lutgen reageerde verheugd op de bevestiging van de uitspraak van het deontologisch comité: "Politiek engagement veronderstelt duidelijkheid en het volledig onderschrijven van de waarden van ons project".

'Democratische partij onwaardig'
Volgens Özdemir zelf is de gevolgde procedure in tegenspraak met de partijstatuten. Zo werd ze niet gehoord door het politiek bureau, maar had ze op 15 oktober enkel een onderhoud met een delegatie van vier partijleden. Volgens haar is deze gang van zaken een democratische partij onwaardig.

"Ik heb uit beleefdheid aanvaard om deze delegatie te ontmoeten, maar ik werd nooit door het politiek bureau gehoord. Welke waarheid wil het CDH verborgen houden voor haar leden?", vroeg ze zich af. Mahinur Özdemir blijft erbij dat haar verweten wordt uitspraken over de Armeense genocide te hebben gedaan, die ze echter nooit heeft uitgesproken. Het Brussels parolementslid heeft nog geen beslissing genomen over mogelijke gerechtelijke stappen of over haar politieke carrière.