Céline Fremault blikt terug op een bewogen jaar. De minister trok ten strijde tegen het federale niveau over de geluidsoverlast, stapte ei zo uit de regering, en stond aan de basis van de lage-emissiezone die in januari wordt ingevoerd. 'Er blijft een moeilijkheid voor bepaalde soorten luchtvervuiling.'
Céline Fremault: ‘Dieselban is onvermijdelijk'
Nu donderdag vindt de hoorzitting plaats in de rechtzaak die vijf burgers en advocatenkantoor Client Earth tegen het Brussels Gewest hebben aangespannen over de gebrekkige luchtkwaliteit in Brussel. Ook de Europese Commissie is een zaak begonnen omdat het gewest sinds het begin van de metingen in 2010 de Europese normen rond stikstofdioxide overschrijdt. Wat doet Brussels minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie Céline Fremault (CDH) om die luchtvervuiling te bestrijden?
Omdat inspanningen nodig waren, hebben we een Lucht-Klimaat-Energieplan goedgekeurd. De belangrijkste maatregel daarin is natuurlijk de invoering van een permanente lage-emissiezone voor het hele gewest. Dat stond niet in ons politieke meerderheidsakkoord in 2014, daar hadden we het nog over kleine zones verspreid over het gewest.
De projecties voor de lage-emissiezone voorspellen tegen 2020 een daling van 26,6 procent aan stikstofdioxide, en de concentratie black carbon (dieselroet) zou zelfs met de helft dalen. Tegen 2020 zal de luchtkwaliteit zo voldoen aan de normen van de EU.
Volgens de luchtkwaliteitsexperts bij IRCEL, de Interregionale Cel voor het Leefmilieu, heeft een lage-emissiezone inderdaad een gunstig effect op de concentratie black carbon in de lucht, maar niet of nauwelijks op de concentratie stikstofdioxide. Dat komt door Dieselgate: ‘EURO-5 en 6- dieselwagens stoten op de baan bijna evenveel – en sommige modellen zelfs meer – NOx uit dan oudere wagens,’ melden ze.
Céline Fremault: Wij zien dat anders. Ik heb vertrouwen in de onderzoekers bij Leefmilieu Brussel, mijn eigen administratie (die gaan er in hun berekeningen al vanuit dat Europa na Dieselgate strengere testnormen zal invoeren, red.). Maar ik heb nooit gezegd dat de lage-emissiezone de enige maatregel was die we moesten nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Wat doet u nog meer?
Céline Fremault: We werken ook bijvoorbeeld rond de pollutiepieken. Vorig jaar in november heb ik een informatiedrempel ingevoerd, een drempel die niet bestond, omdat ik vind dat je mensen moet sensibiliseren. Daarnaast wil ik bij vervuilingspieken, als een drempel een paar dagen na elkaar overschreden wordt, extra maatregelen nemen.
Er is de autofiscaliteit, waar het Brussels Gewest ook aan sleutelt. Het tijdperk waarin alles rond de auto draaide, is voorbij. Het gaat nu om gedragsverandering.
Experts zeggen dat minder stikstofdioxide in de lucht alleen mogelijk is als er minder auto’s op de weg rijden. Door de invoering van een stadstol bijvoorbeeld.
Céline Fremault: Zoiets zal waarschijnlijk op een dag worden ingevoerd, maar alle studies zeggen dat de invoering van een stadstol of kilometerheffing de luchtverontreiniging niet oplost. In vooruitstrevende steden is de verbetering ingezet door alternatieve vormen van vervoer te gebruiken. Het gaat dus over investeringen in openbaar vervoer, de afwerking van het Gewestelijk ExpresNet (GEN), stoppen met fiscale steun voor de bedrijfswagens - een federale materie. De Europese Commissie heeft België daarover onlangs nog op het matje geroepen.
De kwestie van de Brusselse luchtvervuiling is niet alleen een kluif voor de Brusselse regering, maar ook een verantwoordelijkheid van de andere bestuursniveaus.
Opgelet: de nodige maatregelen mogen niet te bruusk worden ingevoerd, de burger moet ze ook aanvaarden. Mensen moeten de urgentie begrijpen.
Adel Lassouli, woordvoerder van de minister: Over de invoering van de kilometerheffing bestaat vandaag in België geen consensus. Tot die tijd heeft de lage-emissiezone de verdienste dat ze al bestaat, en ook een pedagogische kant heeft.
Céline Fremault: De lage-emissiezone moet mensen tonen dat vervuilende auto’s een gezondheidsprobleem veroorzaken. Sinds het begin van mijn regeerperiode zeg ik al: dieselwagens verbieden in Brussel is onontkoombaar. Daar moeten we naartoe werken, op zijn minst tegen 2030, zoals ze ook in Wallonië van plan zijn.
Ik vecht al drie jaar voor het klimaat. Als ik niet zulke sterke overtuigingen had, was ik er ook niet in geslaagd het akkoord te sluiten over de burden sharing, de verdeling van de klimaatdoelstellingen tussen het federale niveau en de gewesten. Dat was een akkoord dat al zes jaar op zich liet wachten. Ik heb er dagen en nachten aan gewerkt, zodat we op de klimaatconferentie in Parijs geen mal figuur zouden slaan.
Céline Fremault: Wilt u terugkomen op wat er gebeurd is op 19 juni?
Ja.
Céline Fremault: Maar dat is vijf maanden geleden. Ik ga niet nog eens maanden aan een stuk commentaar geven op wat er toen gebeurd is, mensen hebben mij daar niet voor gekozen. We gaan ons niet blijven verantwoorden voor de beslissing die Lutgen nam, na overleg met de mandatarissen.
U wilde niet langer met de PS regeren en doet het nu toch. Hoe loopt de samenwerking?
Céline Fremault: Het belangrijkste is om politiek vooruit te kunnen gaan. En dat gebeurt, in wederzijds respect. Ik werk verder in het algemeen belang, zoals ik dat altijd gedaan heb.
Maar voor de kinderbijslag, binnenkort een gewestelijke bevoegdheid, geraken jullie er niet uit. Het CDH heeft een andere visie dan de andere Brusselse regeringspartijen. Slaagt u erin voor 1 januari 2019 een werkend model te hebben?
Céline Fremault: De bevoegdheden rond kinderbijslag worden eigenlijk pas op januari 2020 overgedragen. Wallonië en Vlaanderen willen er een jaar vroeger mee beginnen.
En u?
Céline Fremault: Die datum is geen fetisj voor mij. Vandaag zijn we vooral bezig met de transitie van het model, dan gaat het over de voorbereiding van de administratie en het fonds zelf.
De andere Brusselse regeringspartijen willen een systeem dat is aangepast aan de Brusselse realiteit, met een lager basisbedrag, maar met sociale correcties voor de minder gegoeden.
Céline Fremault: Maar dat wil ik ook. In Wallonië is er een systeem met een sociale correctie van negentien procent. In de Brusselse voorstellen van sommige partijen is men nooit aan negentien procent geraakt.
In het Waalse model is er een hoger basisbedrag mét hoge sociale toeslagen voor de working poor, eenoudergezinnen, enzovoort. Dat kan omdat het nieuwe systeem alleen geldt voor de kinderen die na 1 januari 2019 geboren worden.
Als je zoals in het Brusselse voorstel het nieuwe systeem voor alle kinderen laat gelden, ook de kinderen van voor 2019, weegt dat op het totale budget. Daardoor moet het basisbedrag omlaag naar 130 euro (tegenover 160 euro in Vlaanderen en 155 euro in Wallonië, red.).
Ik wil liever aansluiten bij Vlaanderen en Wallonië, want Brussel is een klein gewest. Families verhuizen. Er bestaan vandaag gezinnen waarbij een kind de ene week in Ottignies en de andere week in Halle of in Brussel woont. Daarom wil ik eenzelfde systeem voor alle regio’s.
Vindt u het dan jammer dat deze bevoegdheid regionaal geworden is?
Céline Fremault: Persoonlijk zou ik die bevoegdheden rond kinderbijslag niet naar de regio’s hebben overgedragen. Ik vind dat niet de grootste verwezenlijking van de zesde staatshervorming.
Vindt u dat ook van de regelgeving over de vliegtuigen en de geluidsnormen?
Céline Fremault: Die bevoegdheden zijn al enkele staatshervormingen geleden overgedragen.
Céline Fremault: Wat ik ridicuul vind, is dat sommige burgemeesters tegen de verlenging van de startbaan zijn omdat daarvoor enkele velden moeten wijken. Zeker als je weet dat een verlenging van een startbaan van 800 tot 1.500 meter de geluidshinder voor Brussel heel sterk vermindert.
Maar: over de routes heb ik me nooit uitgesproken. Dat is niet mijn bevoegdheid, het is het federale niveau dat daarover beslist. Mijn bevoegdheid is de geluidsnormen te laten respecteren, die al in 1999 bepaald zijn.
Door boetes te schrijven die u niet int?
Céline Fremault: Dat was alleen voor overtredingen tussen januari 2017, toen de tolerantie voor de geluidsnormen wegviel, tot aan het einde van het tweede, onwettige belangenconflict. De overtredingen na 22 april beboeten we wel.
Zijn er al luchtvaartmaatschappijen die zo’n boete hebben betaald?
Céline Fremault: Het duurt al drie à vier maanden vooraleer Belgocontrol ons zegt welk vliegtuig welke overtreding beging. Daarna moet die overtreding naar het parket, dat opnieuw zes maanden heeft om te oordelen of het de overtreding al dan niet vervolgt. Voor Brussel hebben ze dat nog nooit gedaan. Dan keert de overtreding terug naar Leefmilieu Brussel, dat de partijen hoort en een administratieve boete kan opleggen. Nu zitten we in de fase dat het parket de eerste overtredingen naar ons terugstuurt.
Intussen liggen de kaarten enigszins anders. De luchthaven kent een boerenjaar. En de cargomaatschappijen die vertrokken, zijn intussen terug.
Céline Fremault: Tussen het eerste belangenconflict en 22 april is er enorm veel druk op ons gezet. Door Brussels Airport, door de luchtvaartmaatschappijen, door VOKA, die allemaal zeiden dat er jobs op het spel staan. Ik heb nooit willen ingaan op die werkgelegenheidschantage. Ik denk aan de levenskwaliteit van de Brusselaars. Heel wat luchtvaartmaatschappijen gingen vertrekken...
En keren nu terug naar Zaventem.
Céline Fremault: Ik neem daar nota van (lacht). Het nultolerantiebeleid ging een catastrofe zijn voor de luchtvaart. Die is uitgebleven.
In juni heeft de rechter jullie deels gelijk gegeven. Vliegtuigen mogen voor twee routes ’s nachts de geluidsnormen niet meer overschrijden, zo niet moet de Belgische staat een dwangsom betalen. Wat nu?
Céline Fremault:De federale regering heeft tegen die beslissing geen beroep aangetekend. Zij heeft nu tot eind november om met voorstellen te komen. Op dit moment is er geen overleg. Wij wachten af.
‘6.500 nieuwe woningen is haalbaar’
46.000 Brusselaars staan op de wachtlijst voor een sociale woning. Het regeerakkoord van de Brusselse regering beloofde in 2014 een druppel op een hete plaat. De regering voorzag in de ‘productie’ van 6.500 openbare woningen, waarvan 3.900 sociale woningen, en 2.600 woningen bestemd voor bescheiden en middelgrote inkomens.
“Ik hoop dat we tegen het einde van de regeerperiode aan 2.000 nieuwbouwwoningen komen, van de 5.000 die (in 2005, red.) beloofd waren in het Gewestelijk Huisvestingsplan,” zegt Fremault, ook bevoegd minister voor Huisvesting.
“Daarnaast is er het plan ‘Alliance Habitat’ dat mijn voorganger Christos Doulkeridis aan het einde van zijn termijn heeft gelanceerd. In dat kader staan tegen het einde van de legislatuur 2.600 woningen gepland, ook in samenwerking met de privésector. Maar ik wilde sneller gaan.”
Het streefdoel van 6.500 woningen deze regeerperiode is nog altijd haalbaar, zegt de minister, die veranderd is van strategie. “Persoonlijk geloof ik niet meer in enorme woningbouwprojecten. Er zijn steeds minder bouwgronden in Brussel, en steeds meer beroepsprocedures tegen vergunningen, die tot grote vertragingen leiden.”
“Ik diversifieer meer. Eind 2015 heeft de regering daarom beslist om openbare huisvestingsmaatschappijen toe te laten leegstaande appartementsgebouwen, fabriekspanden of kantoortorens op te kopen.” Niemand anders had daar eerder aan gedacht, zegt Fremault.
“In Jette hebben we een rusthuis omgevormd tot intergenerationele woningen, in Molenbeek doen we hetzelfde met een uitgebrande industriële bakkerij. Zo hebben we in 2016 650 wooneenheden bijna of helemaal afgewerkt. Voor 2017 verwachten we cijfers van dezelfde grootteorde.”
Céline Fremault (CDH)
- 1973 geboren in Ukkel
- 1994 doet voor het eerst mee aan de gemeenteraadsverkiezingen voor CDH
- 1998 licentiaat in de rechten, later nog extra licentiaat milieurecht
- 2001 doceert publiek recht aan het Cardijninstituut, hogeschool in Louvain-la-Neuve
- 2004-2013 Brussels parlementslid
- 2009-2010 senator
- 2012-2013 schepen van Gezinnen, Kinderopvang, Gezondheid en Gelijkheid van Kansen in Ukkel
- 2013 brengt een kinderboek uit dat de politiek aan kinderen moet uitleggen. Wordt heel even Brussels minister van onder meer Economie en Werkgelegenheid
- Sinds 2014 Brussels minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie. Binnen het GGC-college bevoegd voor Bijstand aan Personen en Gezinsbeleid
Luchtkwaliteit
Lees meer over: Politiek , Luchtkwaliteit
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.